Jezus bracht een radicaal nieuwe boodschap van inclusiviteit in plaats van de exclusiviteit van de wet waar zijn toehoorders vertrouwd mee waren. Jezus haalde hun heilige huisjes omver. Helaas is het religieuze denken – hetgeen leidt tot onderscheid maken en uitsluiten (exclusiviteit) – in de loop van de kerkgeschiedenis weer in de boodschap, die we als christelijke kerk verkondigen, geslopen. Juist om het koninkrijk van God op aarde zichtbaar te zien worden, zullen we ons denken radicaal moeten vernieuwen van exclusiviteit naar inclusiviteit, van uitsluiten en afstoten naar insluiten en omarmen.
De grootste bedekking die ons het zicht op onszelf – en daarmee op het Koninkrijk van God – ontneemt, wordt gevormd door religieus denken, denken vanuit leerstellingen, dogma’s. Dit leidt doorgaans tot een rationeel geloof, waarbij onze rechterhersenhelft voor de emotionele beleving zorgt. We zeggen wel in God te geloven en op Hem te vertrouwen, maar in de praktijk van alle dag maken we ons zorgen en houden we de controle graag zelf in handen.
Deze manier van denken / geloven – en het handelen dat daaruit voorkomt – wordt gekenmerkt door voorwaardelijkheid, voor-wat-hoort-wat. Iets moeten doen om iets van God te ontvangen. Denk hierbij aan:
- geloven in Jezus als het ultieme zondoffer aan God, waardoor God ons vergeving van zonden kan schenken;
- God of Jezus aanbidden om de aanwezigheid of zalving van Gods Geest te kunnen ervaren;
- geloven in wat Jezus plaatsvervangend voor ons aan het kruis heeft gedaan om de vruchten (denk aan genezing en voorziening) daarvan te mogen plukken.
Deze religieuze manier van geloven komt voort vanuit de identificatie met de oude mens (het vlees). De oude mens heeft het nodig om gerechtvaardigd te worden, is zich niet bewust van Gods aanwezigheid en veroorzaakt ziekte en tekorten. Het is alleen niet de bedoeling dat we de oude mens opknappen, maar dat we die voor gekruisigd (voor dood) houden om ons vervolgens te vereenzelvigen met de nieuwe Mens (Christus in ons). Christus in ons is volmaakt en heilig en maakt de religieuze manier van geloven volkomen overbodig.
Dat brengt ons op een ander belangrijk kenmerk van religieus denken en dat is ‘valse’ nederigheid. Door identificatie met de oude mens (het vlees) denken we dat we van nature een zondaar zijn die Gods genade niet verdiend zou hebben. De dogma’s van de zondeval en de erfzonde houden deze manier van denken in stand. Je hebt het vast wel eens gehoord… “doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg” of “denk niet te goed van jezelf, want voor je het weet loop je naast je schoenen”. Het gevaar van hoogmoed is echter alleen aanwezig zolang we ons identificeren met de oude mens. Het voorwaardelijke evangelie (zoals hiervoor besproken) – dat gericht is op de oude mens – is een boodschap waarbij mensen eerst iets moeten doen, om een bepaalde status te verkrijgen. Het leidt als vanzelf tot onderscheid maken tussen de zogenoemde bekeerden en onbekeerden. Juist dat brengt het gevaar van hoogmoed met zich mee. Volgens Paulus kent iemand die werkelijk ‘bekeerd’ is, niemand meer naar het vlees. Voor zo iemand is het oude voorbijgegaan en is alles nieuw geworden (2 Korintiërs 5:16,17). Als dat de manier is waarop we naar al onze medemensen kijken, dan kunnen we met een gerust hart goed van onszelf denken, omdat dit vanzelfsprekend betekent dat we net zo goed van ieder ander denken. Als het werkelijk genade is, is er immers geen enkele reden te bedenken, waarom dit voor die ander niet zou gelden, ongeacht of iemand nog naar het vlees wandelt of niet. We kennen immers niemand meer naar het vlees.
Ieder mens is naar Gods evenbeeld en gelijkenis geschapen. Ieder mens is een unieke en kostbare creatie van God en een onderdaan van Gods Koninkrijk. Het probleem is niet dat de mens te goed van zichzelf denkt, maar dat we niet zien wie we als mens in werkelijkheid zijn. We zijn allen zonen en dochters van de Allerhoogste, een uitverkoren natie, op en top geliefd, volkomen geheiligd en bestemd om met Christus als koningen te heersen. Als we onszelf en ieder ander op deze manier gaan zien, wordt het veel makkelijker om de ander uitnemender te achten dan onszelf, zonder in ‘valse’ nederigheid te vervallen.
De derde vorm van religieus denken – die direct verband houdt met de vorige (‘valse’ nederigheid) – is: Jezus van Nazareth tussen God en onszelf in plaatsen. Deze vorm van religieus denken vormt verreweg de grootste bedekking onder christenen. De gelijkheid van ieder mens, waarover ik zojuist schreef, geldt ook voor Jezus van Nazareth en ieder ander mens. Jezus was een mens van vlees en bloed. Hij is ons in alles gelijk geworden, zonder zijn doel te missen. Vanaf het moment dat Jezus als mens – tijdens de doop in de Jordaan – zijn Christus-identiteit bewust was geworden, werd hij openbaar als Zoon van God en als het Licht der wereld. Het is nooit Jezus’ bedoeling geweest dat wij hem als zodanig zouden aanbidden. Jezus – die zichzelf steevast de mensenzoon (zoon van mensen!) noemde – heeft ons laten zien wie wij als mens van nature zijn. Hij heeft ons het hart van de Vader getoond en ons laten zien wat Gods perspectief is op de mensenzonen en -dochters. Wij zijn net zo Christus als Jezus van Nazareth. Daarom is er geen enkele reden voor ‘valse’ nederigheid. Onze identiteit ligt niet “in Christus” (alsof we los van Christus zouden kunnen zijn), maar onze identiteit is Christus. Wij zijn gezalfden des Heren, Christussen. Dat is het verborgen mysterie dat Jezus ons heeft willen openbaren (Kolossenzen 1:26,27). Alle ellende en narigheid waar we op deze wereld mee te maken hebben, is ontstaan door de bedekking waardoor de meeste mensen niet zien wie zij werkelijk zijn, laat staan het geloven.
“In Christus zijn” wil zeggen dat we ons bewust zijn geworden van onze Christus-identiteit en vandaaruit leven. We zullen dan – net als Jezus van Nazareth bijna 2000 jaar geleden – openbaar worden als Zoon (of Dochter) van God en het Licht der wereld. En juist dat wordt geblokkeerd door de manieren van religieus denken die we hierboven hebben besproken. Wij gaan ons nooit bewust worden van onze Christus-identiteit als we niet (durven) geloven dat we net zo Christus als Jezus van Nazareth zijn en dat we daarmee alles al van God hebben ontvangen. We zijn een compleet nieuwe schepping! Dat gaan we pas zien als we een mind-shift (bekering; metanoia) ondergaan van een mind of flesh naar de mind of Christ, door Paulus de ‘gezindheid van Christus’ genoemd. Als we de gezindheid van Christus hebben, dan hoeven we niet bang te zijn dat we hoogmoedig worden, omdat de vrucht van de Geest dan als vanzelf in ons leven groeit.
Even voor de duidelijkheid. Het is verre van mijn bedoeling om Jezus van zijn goddelijke troon te halen. Wat ik met het volgende punt wil benadrukken is dat wij in essentie gelijk aan Jezus zijn. Wij zijn samen met Jezus opgewekt en zijn met Christus Jezus geplaatst in de hemelse gewesten (Efeziërs 2:6). Johannes verwoordt het als volgt:
“Al wie belijdt, dat Jezus de Zoon van God is; God blijft in hem en hij in God. En wij hebben de liefde onderkend en geloofd, die God jegens ons heeft. God is liefde, en wie in de liefde blijft, blijft in God en God blijft in hem. Hierin is de liefde bij ons volmaakt geworden, dat wij vrijmoedigheid hebben op de dag des oordeels, want gelijk Hij is, zijn ook wij in deze wereld.” (1 Johannes 4:15-17).
Gelijk Jezus de Zoon van God is, zo zijn ook wij in deze wereld.
Paulus maakt in 2 Korintiërs 3:18 duidelijk wie wij als mensen zijn en dat de bedekking ervoor zorgt dat we het (nog) niet zien.
“Wij allen nu, die met een aangezicht, waarop geen bedekking meer is, de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel aanschouwen, ondergaan een metamorfose naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Geest van de Heere bewerkt wordt.“
De heerlijkheid van de Heere waar Paulus over schrijft bevindt zich in het heilige der heiligen van ons lichaam, de tempel van Gods Geest. We gaan de heerlijkheid van de Heere in onze tempel zien zodra de bedekking van het religieuze denken wordt weggenomen. “Als in een spiegel” voegt Paulus er aan toe. In een spiegel zien we ons zelf. De heerlijkheid van de Heere is echter geen weerspiegeling van iemand anders op ons, maar het is alsof we in een spiegel kijken. Wat Paulus hier zegt, is dat we in ons heilige der heiligen ons ware Zelf zien, onze ware Christus-identiteit, de heerlijkheid van de Heere. In het heilige der heiligen van onze tempel bevindt zich de ware identiteit van ieder mens. Jij en ik (en ieder ander), wij zijn de heerlijkheid van de Heere! Dat is vanuit Gods perspectief naar de mens gekeken.
We kunnen ons alleen van onze Christus-identiteit bewust worden als we vanuit de voorhof van onze tempel (de plek van het religieuze denken en handelen) het heilige van onze tempel binnengaan. Hiervoor zullen we ons religieuze denken en handelen (waardoor de bedekking wordt gevormd), zoals Paulus, als vuilnis achter ons moeten laten (Filippenzen 3:8). Zodra we als mens onze Christus-identiteit bewust zijn geworden, zal onze gedaante een metamorfose ondergaan van heerlijkheid tot heerlijkheid. Zolang we onszelf als een ‘(gerechtvaardigde) zondaar’ blijven zien, kan deze metamorfose niet plaatsvinden. We veranderen namelijk altijd naar het beeld (het zelfbeeld) dat we voor ogen hebben. De hoogste tijd dus om onze ‘valse’ nederigheid achter ons te laten en als koningszoon of koningsdochter voor de dag te komen en al onze medemensen op dezelfde manier te gaan zien. Het koninkrijk van God zal dan vanzelf onder de bedekking vandaan komen en zichtbaar worden op aarde.
“Sta op, word verlicht, want uw Licht komt en de heerlijkheid van de HEERE gaat over u op. Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken en donkere wolken de volken, maar over u zal de HEERE opgaan en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden. En volken zullen naar uw Licht gaan en koningen naar de glans van uw dageraad. Sla uw ogen op, kijk om u heen en zie: zij allen zijn bijeengekomen, zij komen naar u toe. Uw zonen zullen van verre komen en uw dochters zullen op de heup gedragen worden. Dan zult u het zien en stralen, uw hart zal diep ontzag hebben en zich verruimen, want de menigte van de zee zal zich naar u toekeren, het vermogen van de volken zal naar u toe komen.” (Jesaja 60:1-5)
Zou je door willen praten over de inhoud van dit artikel?
Schroom dan niet en neem contact met ons op.
Klik hier als je je wilt abonneren op onze Blog / Infomail.
Vond je dit artikel de moeite waard om te lezen, overweeg dan een kleine financiële bijdrage. Het rekeningnummer is NL94 ASNB 0932 1927 50 t.n.v. P. Overduin.
Één reactie op “De bedekking die ons het zicht ontneemt op onze ware identiteit”
Dierbare heiligen Peter en Petra,
Deze blog geeft me veel moed en hoop gegeven dat mensen hun heiliging als Gods zonen en dochters uiteindelijk wel zullen gaan inzien …
Als ik denk aan het verhaal toen Adam en Eva hun oorspronkelijke gelijkenis aan God niet (meer) geloofden, geloofden ze toen dat ze wel meer op Hem zou gaan lijken … als ze van het boom van de kennis van goed en kwaad zou gaan eten. Dat was hun toenmalige ´bedekking´ en (tweede) leugen die ze geloofden.
Veel gelovigen denken dat ze steeds meer op Jezus moeten gaan lijken … tegerlijkertijd is de hele mensheid – zoals je zei ‘Christussen’- reeds gelijk … Dat blijkt de huidige ‘bedekking’ te zijn.
Liefde in Christus,
Philip