Categorieën
Reformatie

Genade van de wet versus genade van Christus

Click here for the English version of this article.

We cannot solve our problems with the same thinking we used when we created them.” (Einstein)

Als het eten van de boom van kennis van goed en kwaad (als gij daar van eet…) de vloek van zonde en dood tot gevolg heeft gehad, dan kan een boodschap die gebaseerd is op de kennis van goed en kwaad (het ‘evangelie’ van vergeving van zonden) ons niet bevrijden van deze vloek!

Gij zijt los van Christus, als gij door de wet gerechtigheid verwacht; buiten de genade staat gij.” (Galaten 5:4)

Vanuit de grondtaal gezien zegt Paulus dat wij Christus inactief maken (katargeo) als we door de wet gerechtigheid verwachten. Als Christus inactief is, dan komen we buiten de genade van Christus te staan. Wat bedoelt Paulus met ‘gerechtigheid door de wet verwachten’ en wat moeten we verstaan onder ‘de genade van Christus’?

De gangbare opvatting onder veel christenen is dat Paulus het hier heeft over de manier waarop wij voor God vrij van schuld (rechtvaardig) kunnen worden, hetgeen tot onze redding zou zijn. Paulus zou dan in ‘wet’ en ‘genade’ twee manieren zien waarop we onze rechtvaardigheid voor God zouden kunnen bereiken. Enerzijds door ons – op eigen kracht – volmaakt aan Gods wet te houden, hetgeen onmogelijk is of anderzijds door te geloven dat Jezus voor ons de wet heeft volbracht en dat de gerechtigheid van Jezus door geloof onze gerechtigheid wordt.

De gedachte waarop deze opvatting is gebaseerd, is dat de ongerechtigheid van de mens – vanwege Gods heiligheid en rechtvaardigheid – tot een scheiding tussen God en mens zou hebben geleid. De mens zou door de zondeval van nature ‘kwaad’ zijn geworden (erfzonde), waardoor God zich wel op afstand moet houden van de zondige mens. Als gevolg van onze zonden laden we Gods toorn op ons en we kunnen alleen van onze schuld – en daarmee van de eeuwige straf – gered worden door te geloven dat Jezus zijn leven als een zondoffer heeft geofferd voor de vergeving van onze zonden. Zodra we van onze schuld verlost zijn, maakt het vervolgens niet meer uit als we de wet van God opnieuw overtreden, want we kunnen steeds weer om vergeving vragen op grond van het offer dat Jezus gebracht zou hebben.

Deze visie op verzoening wordt kortweg ‘verzoening door voldoening’ genoemd. Ik vraag mij af of we met deze benadering recht doen aan wat Paulus heeft bedoeld. Of eigenlijk moet ik zeggen dat ik er niets van geloof dat Paulus het zo bedoeld heeft. Ik ga een poging doen om – aan de hand van andere uitspraken van Paulus – te laten zien waar het mijns inziens mis gaat.

Doch voordat dit geloof (het geloof van Christus) kwam, werden wij onder de wet in verzekerde bewaring gehouden met het oog op het geloof (het geloof van Christus), dat geopenbaard zou worden.” (Galaten 3:23)

Paulus zegt hier dat de joden door de wet in bescherming (phroureo) zijn genomen. Het kan bij ‘de wet’ dus niet alleen om de geboden gaan, want die leidden er juist toe dat men veroordeeld moest worden, omdat men niet in staat was om de geboden op een volmaakte manier te houden. Op grond van de zondoffers die gebracht werden, ontving men vergeving van de overtredingen en daarmee vrijspraak van het oordeel van de wet. Dit systeem van de wet bood bescherming, omdat men door de offerdienst genade op grond van de wet ontving om te blijven leven. Als Paulus het over ‘de wet’ (als bescherming) heeft, gaat het dus om het hele systeem van de wet en dit systeem ziet er als volgt uit:

Wet → overtreding → schuld → zondoffer → vergeving / genade → verlenging van leven.

Dit is de gerechtigheid van de wet. Mozes zegt dan ook terecht: “Ja, gij zult mijn inzettingen en mijn verordeningen in acht nemen; de mens die ze doet, zal daardoor leven: Ik ben de HERE.” (Leviticus 18:5; Romeinen 10:5). Er was onder het oude verbond dus ook al sprake van genade, zij het in beperkte mate. Zolang het volk Israël dat onder de wet van Mozes leefde het systeem van de wet onderhield, ontvingen ze Gods genade en konden ze voor zolang het duurde in vrede leven. Zodra de offerdienst stil kwam te liggen, ging het mis. 

Het systeem van de wet “was een zinnebeeld voor de tegenwoordige tijd. In overeenstemming daarmee werden er gaven en slachtoffers geofferd die niet in staat waren om hem die de dienst verrichtte, het bewustzijn tot volmaaktheid te brengen.” (Hebreëen 9:9)

Hoewel dit wettische systeem – hetgeen leidde tot gerechtigheid op grond van de wet – een bepaalde mate van heerlijkheid kende (2 Korintiërs 3:7,9), waren de zondoffers niet in staat om het bewustzijn van de mens tot volmaaktheid te brengen. De gerechtigheid op grond van de wet brengt ons niet in het Licht; ons bewustzijn blijft verduisterd. Hoeveel men ook offerde, het bracht geen diepgaande en blijvende verandering teweeg, met als gevolg dat men steeds weer opnieuw in de fout ging. De reikwijdte van de genade (gerechtigheid) van de wet gaat nu eenmaal minder ver dan de genade (gerechtigheid) van Christus. De genade die de wet bracht kunnen we zien als een voorafschaduwing van de genade van Christus. De genade van Christus reikt echter veel verder, namelijk tot volkomen verlossing van de vloek van zonde en dood, door de daadwerkelijke overgang vanuit de duisternis naar het Licht.

De wet en de gerechtigheid op grond van de wet waren dus tijdelijk als bescherming gegeven tot de komst van Christus. En dan zegt Paulus, nadat de genade van Christus geopenbaard was: als we onze gerechtigheid toch nog blijven verwachten op basis van de wet (lees: het systeem van de wet met de offerdienst), dan maken we Christus inactief en staan we buiten de genade van Christus.

Laat ik het systeem van de wet nog een keer op een rijtje zetten met een kleine toevoeging, om te laten zien waar ik naar toe wil.

Wet > overtreding > schuld > (zond)offer van Jezus > vergeving / genade > verlenging van leven.

Nog een keer Paulus: als we op basis van dit wettische systeem gerechtigheid verwachten, dan maken we Christus inactief en staan we buiten de genade van Christus. Zolang we menen dat Jezus (in ons) onze gerechtigheid is, omdat hij voor ons de wet vervuld zou hebben, is er nog steeds sprake van gerechtigheid op grond van de wet.

Je leest het goed, de boodschap van vergeving van zonden door het zondoffer dat Jezus door zijn kruisiging gebracht zou hebben, is gebaseerd op het wettische systeem van het oude verbond. Het is de oude wijn die in oude zakken wordt geschonken. Daarom noemt Paulus het een ‘ander’ evangelie, dat geen evangelie is. Het ware evangelie is gebaseerd op de onvoorwaardelijke genade van Christus en niet op het systeem van de wet.

Het verbaast mij, dat gij u zo snel van degene, die u door de genade van Christus geroepen heeft, laat afbrengen tot een ander evangelie, en dat is geen evangelie. Er zijn echter sommigen, die u in verwarring brengen en het evangelie van Christus willen verdraaien.” (Galaten 1:6,7)

De boodschap van het oude verbond, de vergeving van zonden, leidt niet tot volkomen verlossing van de vloek van zonde en dood en daarom ook niet tot eeuwig leven. Zolang ons bewustzijn niet volkomen gereinigd is van het denken in goed en kwaad zal de vloek van zonde en dood blijven heersen in ons leven. Het ‘evangelie’ van vergeving van zonden dat gebaseerd is op de wet voedt juist het denken in goed en kwaad, waardoor het een rol blijft spelen in ons bewustzijn.

Paulus wint er geen doekjes om:
Maar ook al zouden wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie verkondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die leeft onder de vloek! Gelijk wij vroeger reeds gezegd hebben, zeg ik thans nog eens: indien iemand u een evangelie predikt, afwijkend van hetgeen gij ontvangen hebt, die leeft onder de vloek!
(Galaten 1:8,9)

Zolang we onze gerechtigheid verwachten op basis van het systeem van de wet (vergeving van zonden op grond van een zondoffer), maken we Christus inactief en dat zorgt ervoor dat de vloek van zonde en dood in ons leven van kracht blijft. Het brengt ons niet vanuit de duisternis in het Licht. We staan dan nog steeds buiten de genade van Christus. De boodschap van het koninkrijk (de jonge wijn), hoe krachtig ook, zal geen blijvende uitwerking hebben. De oude zakken zullen op den duur scheuren en de jonge wijn van het koninkrijk zal weglopen.

Want Christus is het einde der wet, tot gerechtigheid voor een ieder, die gelooft.” (Romeinen 10:4)

De gerechtigheid waar Paulus het over heeft, is de reiniging van ons bewustzijn van dode werken (het rekenen met goed en kwaad). Zodra ons bewustzijn hiervan gereinigd is, zullen we werkelijk bevrijd zijn van de vloek van zonde en dood. Deze gerechtigheid gaat het wettische systeem ons niet brengen, ongeacht of het zondoffer een dier (stier of bok) of een mens (Jezus) is.

De vraag die zich inmiddels opdringt is: wat is dan wel de blijde boodschap van het evangelie, als de boodschap van vergeving van zonden niet het evangelie is dat door Jezus van Nazareth en later ook door Paulus werd verkondigd?

Het antwoord is eenvoudig. Het evangelie van het koninkrijk is het enige ware evangelie. Het is de jonge wijn die Jezus schonk. Zolang wij dit evangelie vermengen met de boodschap van vergeving van zonden, door het in oude zakken te schenken, verliest het evangelie zijn kracht. Dan gaan we namelijk weer terug naar het systeem van de wet, naar het vlees.

Hebt gij de Geest ontvangen ten gevolge van werken der wet, of van de prediking van het geloof? Zijt gij zo onverstandig? Gij zijt begonnen met de Geest, eindigt gij nu met het vlees? … Die u de Geest schenkt en krachten onder u werkt, doet Hij dit ten gevolge van werken der wet, of van de prediking van het geloof?
(Galaten 3:2,3,5)

Paulus is er duidelijk over, het systeem van de wet (de geboden en de offerdienst) vormt de ‘bediening des doods’ (2 Korintiërs 3:6), omdat het niet tot volkomen bevrijding van de vloek van zonde en dood leidt. Zolang we onze gerechtigheid verwachten van de wet (vergeving op grond van een zondoffer) leven we buiten de genade van Christus en zijn we nog steeds onderworpen aan de vloek van zonde en dood. De zonde zal dan nog steeds het loon van de lichamelijke dood uitbetalen (Romeinen 6:23).

We zullen alles wat te maken heeft met wet, zonde, schuld, straf en oordeel – ofwel de kennis van goed en kwaad – als vuilnis achter ons moeten laten. En dat geldt ook voor onze interpretatie van de Bijbel. Ons bewustzijn zal volkomen gereinigd moeten worden van deze dode werken, willen we het koninkrijk van God binnen kunnen gaan. En dat is nu precies waar Jezus ons toe oproept: “Bekeert u, want het koninkrijk der hemelen is binnen in u!

Hoe kunnen we ons bewustzijn volkomen reinigen van dode werken? Dat kan alleen door de boodschap van radicale genade en onvoorwaardelijke liefde. God heeft niet van de boom van kennis van goed en kwaad gegeten. God rekent niet met de kennis van goed en kwaad! Dat wij dit wel zijn gaan geloven, is verreweg de grootste leugen die de ‘slang’ ons heeft voorgehouden.

Wij mensen zijn naar Gods evenbeeld en gelijkenis geschapen. Christus is de ware identiteit van ieder mens, of we ons dat nu wel of niet bewust zijn. Aangezien God niet met goed en kwaad rekent is daar nooit verandering in gekomen! Werkelijk niets kan ons scheiden van de liefde van Christus! Wij zijn en blijven van nature goddelijk, zonen en dochters van de Allerhoogste en dat geldt voor iedereen. Onze kennis van goed en kwaad en alle gevolgen daarvan zijn als een donkere deken over deze werkelijkheid komen te liggen en dat heeft ‘Christus in ons’ inactief gemaakt, waardoor we het zicht op Gods radicale genade – het niet rekenen met goed en kwaad – zijn kwijtgeraakt!

De blijde boodschap van het koninkrijk is dat het koninkrijk altijd al in ons aanwezig is geweest. Christus in ons is onze hoop op heerlijkheid. De hele mensheid vormt het lichaam van Christus. Gods gerechtigheid, de bevrijding van de vloek van zonde en dood, ontvangen we door er in te geloven en niet door het offeren van een dier en al helemaal niet door een mensenoffer! Daarom staat er geschreven:

In brandoffers en zondoffers hebt Gij geen welbehagen gehad.” (Hebreeën 10:6)

Door het mysterie ‘Christus in ons’ – hetgeen Jezus van Nazareth ons heeft geopenbaard – heeft God een einde willen maken aan het systeem van de wet. Het systeem van de wet was gericht op symptoombestrijding, maar in al die eeuwen dat het oude verbond van kracht was, heeft de offerdienst niet tot bevrijding van de vloek van zonde en dood geleid en daarom ook niet tot eeuwig leven.

De Geest ten leven zal alleen in ons tot ‘opstanding’ komen door geloof in de radicale genade van Christus, buiten het hele systeem van wet en offerdienst om. We dienen ons te bekeren van dit religieuze denksysteem, door het vlees (de oude mens) voor ‘dood’ te houden (niet alleen van onszelf, maar ook van ieder ander) en ons geloof volledig te vestigen op Christus in ons, de nieuwe mens, onze ware goddelijke identiteit. Door ons op deze manier te bekeren, reinigen we ons bewustzijn, waardoor Christus in ons tot ‘opstanding’ zal komen en we ons – op precies dezelfde manier als Jezus van Nazareth – Christus ten volle bewust zullen worden en als Zonen van God (m/v) openbaar worden. Dit zal leiden tot de bevrijding van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid, waar we vanwege de vloek van zonde en dood aan onderworpen zijn en uiteindelijk tot onze verheerlijking, het aandoen van een verheerlijkt lichaam, waarmee we het koninkrijk van God zullen binnengaan om eeuwig te leven.

Het evangelie van het koninkrijk, het evangelie van Christus, is het evangelie dat volledig gezuiverd is van het zuurdesem van de wet; het zuurdesem dat het hele deeg zuur maakt en waardoor het krachteloos wordt. Zodra we weer jonge wijn in nieuwe zakken gaan schenken, zal de opstandingskracht van Christus in mensen vrijkomen.

Ik schaam mij dit evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die het gelooft.” (Romeinen 1:16)

Paulus noemt ons lichaam een tempel van de Geest. Zodra de bedekking van de wet wordt weggenomen zien wij in ons eigen heilige – als in een spiegel! – de heerlijkheid van de Heer (Christus in ons). Ieder mens is van nature de heerlijkheid van de Heer! Wij zijn van nature net zo Christus als Jezus van Nazareth dat is. Zodra we dit gaan zien, zal ons fysieke lichaam veranderen (metamorfose) naar het beeld dat we hebben gezien in ons eigen heilige van heerlijkheid (het heilige in onze tempel) tot heerlijkheid (het heilige der heiligen in onze tempel), door de Heer die Geest is (Christus in ons). En waar de Geest van de Heer is, daar is vrijheid! Volledige vrijheid van de vloek van zonde en dood en daarmee eeuwig leven! (naar 2 Korintiërs 3:17,18)

Zou je door willen praten over de inhoud van dit artikel?
Schroom dan niet en neem contact met ons op.

Klik hier als je je wilt abonneren op onze Blog / Infomail.

Vond je dit artikel de moeite waard om te lezen, overweeg dan een kleine financiële bijdrage. Het rekeningnummer is NL94 ASNB 0932 1927 50 t.n.v. P. Overduin.

16 reacties op “Genade van de wet versus genade van Christus”

Hoe verhoudt zich dit tot de uitspraak van Jezus dat hij niet gekomen is om de wet af te schaffen, maar deze te vervullen? Of dat er geen jota en tittel zal wijzigen aan de wet?
Kan er geconcludeerd worden dat de wet een noodzakelijkheid is om niet tot wanorde te vervallen in een wereld, gedomineerd door duisternis (onbewust van het Christelijk licht) maar dat de genade zijn rol gaat spelen nadat die duisternis is verdreven (een wereld die wel gevuld is met dat licht)?
En met wereld bedoel ik dan niet alleen de uiterlijke (maatschappelijk/sociale) wereld die toch enigszins georganiseerd dient te worden, maar ook de eigen innerlijke wereld, die door de wet enigszins gedisciplineerd kan worden. (die twee aspecten hangen overigens samen).

De samenvatting van de wet is God liefhebben boven alles en dat is gelijk aan onze naasten liefhebben als onszelf. Deze wet op zich is volmaakt goed. Alleen moeten we niet proberen om vanuit onze menselijke (lees: vleselijke) mogelijkheden de wet te vervullen. De wet kan alleen door Christus vervuld worden. Christus is als het ware de wet die in ons hart is geschreven. Zolang mensen nog naar het vlees wandelen, is de wet (op stenen gegrift) een ‘bewaker’ totdat Christus in ons opstaat. Als Christus in ons is opgestaan, wandelen we in het Licht en hebben we de wet op stenen tafelen niet meer nodig. Is hiermee jouw vraag voldoende beantwoordt?

Ja hoor. Dankje! Je lijkt mijn aanname te bevestigen dat beiden, in verschillende fases van bewustzijnsontwikkeling noodzakelijk zijn. In die zin wordt de wet inderdaad niet afgeschaft maar vervuld.
Dank nogmaals.

Klopt! Met een kleine kanttekening, in principe is het voor iedereen mogelijk om ‘in Christus’ te geraken. Zolang we echter ‘leunen’ op de (uiterlijke) wet, blokkeren we onze groei in bewustzijn.

Als we op wet leunen worden we als de farizeeers maar begrijpen we de essentie van de wet niet. Dan vervallen we in oordeel, schuld en straf.

Klopt helemaal. En dan moeten we ook blijven offeren ofwel steeds naar Jezus als ons zondoffer blijven verwijzen. Buiten de genade en los van Christus zijn we dan volgens Paulus.

Ha Peter, ik ben op je blog terecht gekomen via het CIP artikel. Mooi! Zelf ben ik al sinds 2004 bezig met het verspreiden van de boodschap dat wet en genade niet tegenovergestelden zijn, maar juist samenkomen als we de wet gaan vervullen zoals Jezus Christus dad deed, in liefde. Ik hoor er eigenlijk niemand over, maar zie hier, jij hebt er een mooi artikel over geschreven!

Hallo Peter, ik lees in je artikel overeenkomsten met het boek wat ik las van David Pawson ‘de normale christelijke geboorte’ (aanrader!). Hierin omschrijft hij de wedergeboorte (Johannes 3) als een geboorte proces dat bestaat uit bekering (tot God de Vader), geloof (in Jezus Christus), doop (zie Romeinen 6, onze oude mens sterft met Christus, dood voor de macht van de zonde) en het ontvangen van de Heilige Geest om uit de Geest te leven als nieuwe mens. De wedergeboorte is de start van een gelovige in het Koninkrijk. Als de macht van de zonde in ons is afgestorven, waarom zouden we dan nog zondigen? Heiliging is dan groeien in het afleggen van concrete zondige patronen in ons leven, en een perspectief hebben dat we kunnen groeien in een heilig leven, als we door de Geest leven. In de betekenis van de doop gaat vergeving van zonden hand in hand met bevrijding van zonden zo is mijn eigen conclusie. Dat perspectief brengt groei, dat heb ik levens om mij heen gezien en ik kan er zelf ook van getuigen. In de brieven van Paulus roept hij de gemeenten vaak op om de zonde achter hen te laten omdat ze gestorven zijn voor de macht van de zonde, en de zonde dus niet meer over hen zou moeten heersen. We hebben een eigen keus gekregen, willen we leven uit de Geest of uit ons vlees? Volgens Pawson zijn kerkelijke denominaties helaas in 2000 jaar kerkgeschiedenis versplinterd geraakt en is daarmee ook de boodschap van het evangelie versplinterd geraakt. Volgens hem komen veel pastorale problemen in kerken voort uit een onvolledig doorlopen wedergeboorte. Soms mist (als gevolg van onvoldoende onderwijs of onwetendheid) de doop, soms de bekering, soms het ontvangen van de Heilige Geest. Het mooie is dat hij het boek heeft geschreven met als doel tot opbouw van christelijke gemeenschappen.

Dag Marco, dank voor je reactie. Ik ken het gedachtegoed van David Pawson. Het belangrijkste verschil zit hem in hoe ik Genesis 3 interpreteer. De gangbare kijk op Genesis 3 is dat de mens in zonde (kwaad) zou zijn gevallen en dat God daardoor de relatie met de mens zou hebben moeten verbreken. Jezus zou vervolgens aan het kruis zijn gegaan om de relatie tussen God en mens weer te herstellen. Men spreekt dan van verzoening. Wat mij betreft klopt deze visie niet. Liefde rekent het kwaad niet toe, maar bedekt het (1 Kor.13:5,7). God is volmaakte liefde, dus er is van God uit gezien nooit sprake geweest van een relatiebreuk. God heeft zijn Geest nooit teruggetrokken uit de mens. In het Hebreeuws wordt er ook niet gesproken van een ZONDEval, maar van een VAL. Door onze kennis van goed en kwaad zijn we dit als een ZONDEval gaan interpreteren, waarbij we ‘zonde’ opvatten als kwaad doen. Ik geloof dat er een val in bewustzijn heeft plaatsgevonden, waardoor we ons God niet meer bewust zijn. ‘Christus in ons’ is een mysterie geworden. En door deze val in bewustzijn zijn we ons doel gaan missen (zondigen). Zolang ons bewustzijn verduisterd is, wandelen we naar het vlees en hebben we geen vrije keus. We zijn als het ware geblinddoekt in een gevangenis terechtgekomen. De hoop op bevrijding bevindt zich binnen in ons (Christus in ons). Jezus heeft ons dit als mens van vlees en bloed geopenbaard, onze ogen hiervoor willen openen. Persoonlijk geloof ik dat er nauwelijks mensen zijn geweest in de achterliggende eeuwen die werkelijk wedergeboren zijn (geweest).

He blogschrijver. Een korte vraag. Je stelt namelijk dat God zijn Geest nooit heeft weg gedaan van de mens. Alleen waarom moeten we dan de Geest ontvangen, ons laten vullen met de Geest, gedoopt worden in de Heilige Geest? Dat strookt dan toch niet met de theologie dat we volgens jou de Geest altijd al hadden?

Ha Reyer, dat is een mooie vraag die je stelt. Een vraag die vaak ontstaat door een bepaalde manier van lezen van de Bijbel, die ons ervan weerhoudt om zelf na te denken. Zo staat het er, dus zoals ik de tekst begrijp, zo zou het moeten zijn. Daarom is het blijven stellen van vragen zo belangrijk.
Ik geloof dat Gods Geest buiten onze grootheden van tijd en ruimte werkt. Het indelen waar de Geest wel of niet zou zijn, of dat de Geest voor of na een bepaalde tijd niet of wel aanwezig zou zijn, is wat mij betreft menselijk gedacht. Gods Geest is eeuwig en overal. Het is de Bron van alles wat is, de oorsprong van alles wat leeft. Zonder Gods Geest in ons zouden we dood neervallen. Christus is alles en in allen, zegt Paulus. Het mysterie van Christus in ons, was van alle eeuwen (altijd al) en van alle geslachten en ook nog eens onder alle volken (iedereen) een verborgen mysterie (Kol.1:26,27). Dit mysterie is ons door Jezus van Nazareth geopenbaard.

Als we vanuit dit perspectief gaan kijken naar je vraag over het ontvangen van-, vervuld worden met- en gedoopt worden in de Geest, dan zullen we dat anders moeten benaderen dan de letterlijke lezing van het NT. Ik zie het als volgt. Het ‘ontvangen’ van de heilige Geest is het moment dat we rationeel aannemen/geloven dat de Geest in ons woont, dit was dus altijd al het geval. Maar als je iets niet weet, dan heb je er weinig aan. Toen Jezus tegen zijn discipelen zei “ontvang mijn Geest” geloofden ze hem op zijn woord en wisten ze dat de Geest in hen was. Dat weten brengt nog geen innerlijke verandering. We zullen ons ervan bewust moeten worden. Ons bewustzijn zal ondergedompeld moeten worden in de Geest, waardoor we vervuld raken van de Geest. Het gaat bij de doop in en de vervulling met de Geest wat mij betreft dus om bewustwording. Dat gebeurt door vernieuwing van denken. Een belangrijk punt in die vernieuwing van denken is dat we dingen vanuit Gods perspectief gaan zien en niet vanuit menselijk perspectief. Vanuit God gezien is Christus alles en in allen. De zalving van de Geest bevindt zich in de hele schepping en in ieder mens. Vanuit menselijk perspectief lijkt het erop dat we de Geest pas ontvangen als het zichtbaar wordt. In het koninkrijk van God staat nu eenmaal alles op zijn kop.
Kan je hier wat mee?

In het artikel zitten waardevolle stukken. Als aanvulling hierop het volgende.

In het oude verbond ging het dus om wetten houden en die wetten leiden dan tot voorspoed en geluk. En dat is logisch want stelen, liegen, hoereren e.d. brengt alleen maar ellende. Tussen de regels door kon men dan toch nog egoïstisch blijven e.d. zonder dat je wet je daarop kon “pakken”.

In het nieuwe verbond gaat het om te leven naar de Geest. Helemaal voor God leven. Hem liefhebben met geheel je hart, kracht, ziel en verstand. Dat maakt gelukkig en laat geen ruimte voor het vlees. Dit vereist heel hartigheid en godsvrucht. Dit lukt alleen maar door de kracht van de heilige Geest die zij ontvangen die Hem gehoorzamen.

Paulus schrijft in Gal 2:19 “Want ik ben door de wet voor de wet gestorven om voor God te leven”. Dit is een geheim en voor de meeste moeilijk te vatten; het jezelf dood te houden (voor de zonde). Maar dat deed Paulus dus staat ook in volgende vers: “Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij”.
Kijk, iemand die geen auto o.i.d. heeft die is dood voor de maximum-snelheid-wet. Zo is iemand die zich dood houd voor de zonde (en dat kan dus! in Gods kracht) vrij van de wet terwijl hij die juist alle geboden, namelijk de EIS (bedoeling) DER WET van God naleeft. Rom 8:4 “opdat de eis der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, doch naar de Geest”.
Bovenstaande wordt bevestigd door Paulus in Gal 5:16 “Dit bedoel ik: wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees” en vers 24 “Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd.”

Zij die de waarde van de schat ik de akker begrijpen, daar in geloven, die willen daarvoor alles opgeven. Die leven en sterven met Jezus en zijn hem waardig. Dit alles door genade en tot lof en eer van Zijn naam.

Dank voor je aanvulling. Persoonlijk denk ik dat het verschil tussen enerzijds de wet houden naar het vlees (oude verbond) en anderzijds de wet houden in de Geest (nieuwe verbond) dieper gaat. Het gaat om onze identiteit. Zolang we onszelf identificeren met het vlees leven we als het ware in de voorhof van onze tempel. Zolang we ‘offers’ brengen voor vergeving (brandofferaltaar) en bezig zijn met reiniging en heiliging (de koperen wasvaten) bevinden we ons nog in de voorhof. We hebben geen zicht op Christus in ons, die in de tempel (naos) van ons lichaam woont. Zodra de bedekking van de buitenkant (het vlees) wordt weggenomen gaan we ons heilige binnen. Daar zien we (als in een spiegel!) de heerlijkheid van de Heer, de gezalfde des Heren, Christus (2 Kor.3:18). In een spiegel zien we onszelf. Wij zijn de heerlijkheid van de Heer, wij zijn net zo Christus als Jezus van Nazareth. Dat geldt voor ieder mens, maar zolang we in de voorhof (in het vlees) blijven rondhangen, zien we het niet en leven we er niet naar. Zodra we onszelf door bewustwording gaan identificeren met Christus (en dat kan alleen door het vlees te kruisigen) veranderen we vanzelf van heerlijkheid tot heerlijkheid.

Onze binnenwereld bepaald onze buitenwereld. Zolang onze binnenwereld gevormd wordt door vleselijk denken, zullen we als vanzelf werken van het vlees voortbrengen. Zodra onze binnenwereld bepaald wordt door geestelijk denken, zullen we als vanzelf vrucht van de Geest voortbrengen. ‘Als Jezus in deze wereld zijn’ is alleen mogelijk als we op dezelfde manier als Jezus in de Geest wandelen, onszelf gaan zien als een gezalfde des Heren, net zo Christus als Jezus van Nazareth. Zolang we dat niet geloven, zit er niets anders op dan proberen het vlees te bekeren en dat is een heilloze weg.

Hallo Peter ,
Mooi stuk en eigenlijk is het duidelijk .
Als de zonde geen vat meer heeft komen we in het koninkrijk van God en dan wordt het wel anders .

Johannes 3
5 Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand niet geboren wordt uit water en Geest, hij kan in het Koninkrijk Gods niet ingaan.( We worden dus allemaal geboren uit (vrucht(water) en Geest. lol
Gal5.
18 Maar indien gij door den Geest geleid wordt, zo zijt gij niet onder de wet.
19 De werken des vleses nu zijn openbaar; welke zijn overspel, hoererij, onreinigheid, ontuchtigheid,
20 Afgoderij, venijngeving, vijandschappen, twisten, afgunstigheden, toorn, gekijf, tweedracht, ketterijen,
21 Nijd, moord, dronkenschappen, brasserijen, en dergelijke; van dewelke ik u te voren zeg, gelijk ik ook te voren gezegd heb, dat die zulke dingen doen, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven.( Dus als we deze dingen na laten erven we en al recht op (gave)en kunnen we het pakken . zoals de verloren zoon, Maar dan wel goed gebruiken …)

22 Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid.
23 Tegen de zodanigen is de wet niet.

Amen .
Groeten Rein

Dank voor je reactie, Rein!

Je zegt: Als de zonde geen vat meer heeft komen we in het koninkrijk van God.
Ik draai het liever om: zodra we ons bewust worden dat we (al) in het koninkrijk van God zijn, dan heeft de zonde geen vat meer op ons.
Ons ware Zelf (Christus in ons, de heerlijkheid van de Heer) is altijd al in het koninkrijk van God geweest, alleen zonder lichaam. Zodra we ons na de geboorte uit vruchtwater (waardoor we een lichaam ontvangen) bewust worden van ons ware Zelf (geboorte uit de Geest) zijn we ons uiteraard ook bewust van het feit dat we altijd al in het koninkrijk van God waren. En we gaan dan ook zien dat dit voor iedereen al zo is. We kennen dan immers niemand meer naar het vlees (2Kor.5:16). Het enige dat nodig is, is dat ons oog (bewustzijn) helder wordt. Ons bewustzijn moet gereinigd worden van het vleselijke denken, waardoor we dode werken voortbrengen. Onze vleselijke perceptie van de werkelijkheid moet aan het kruis, waardoor we in de Geest gaan wandelen.

Groet en zegen, Peter

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *