Het begrip ‘zonde’ is in de loop van de kerkgeschiedenis een eigen leven gaan leiden. Hetzelfde geldt voor begrippen als ‘hel’, ‘gerechtigheid’ en ‘verzoening’. Veel christenen associëren het begrip ‘zonde’ vooral met morele misstanden waarvoor we vergeving moeten ontvangen om gered te worden. Ze geloven vervolgens in Jezus die voor de vergeving als een zondoffer aan het kruis zou zijn gegaan. Door (het offer van) Jezus ‘aan te nemen’ meent men rechtvaardig voor God te worden. Het draait bij deze boodschap om de kennis van goed en kwaad. Op grond van de wet moet het kwaad veroordeeld worden, maar Jezus als het plaatsvervangende zondoffer maakt het goed. Paulus noemt dit ‘gerechtigheid (op grond) van de wet’ (Galaten 5:4).
Het begrip ‘zonde’ speelt in deze benadering van het evangelie een belangrijke rol. Als we ‘zonde’ opvatten als moreel slecht, verdorven en kwaad, dan is de kans levensgroot dat dit afstand tot God schept, die uiteraard heilig en goed is. Het is vervolgens nog maar een kleine stap om te gaan denken dat God zich van de zondige mens zou hebben afgekeerd en dat er vanwege de zonde een werkelijke scheiding tussen God en de mens zou zijn ontstaan. Denk aan de bekende afbeelding van de boodschap en de kloof, ook wel de brugillustratie genoemd. In een land als Nederland, met haar calvinistische achtergrond, heeft deze voorstelling van zaken zich in het bewustzijn van de meeste christenen (en ook van veel niet-christenen) genesteld. Vertel in een willekeurige kerk die zichzelf als ‘bijbelgetrouw’ ziet dat Christus in iedereen woont en je verdwijnt vanzelf van het (s)preekrooster.
De vraag die we met dit artikel willen beantwoorden is: gaat het in de Bijbelse context bij ‘zonde’ werkelijk om de morele fouten van de mens die scheiding tussen God en de mens teweeg zou hebben gebracht of gaat het om het feit dat wij ons doel missen, ongeacht op welke manier dat gebeurt? Het antwoord op deze vraag is bepalend voor hoe we de blijde boodschap van het evangelie van het koninkrijk duiden. Draait het in het evangelie om de vergeving van onze zonden op grond van een zondoffer of gaat het erom dat wij vanuit de duisternis, waar op aarde al sprake van was voordat de mens geschapen werd (zie Genesis 1:2), overgebracht worden in het Licht, ongeacht de manier waarop we in de duisternis ons doel missen? Dit zijn geen onbelangrijke vragen als we bedenken dat de christelijke kerk staat of valt met de verkondiging van de blijde boodschap van het evangelie.
Ondanks het zojuist geschetste beeld, weten de meeste christenen wel dat het Griekse woord (hamartia) – dat doorgaans met ‘zonde’ wordt vertaald – eigenlijk ‘doel missen’ betekent. We kunnen op vele manieren ons doel missen, zelfs door het doen van hele goede dingen! Hoewel het woord ‘hamartia’ geen morele lading heeft, wordt het toch op die manier toegepast. Want, zo denkt men, daar draait het evangelie toch om… Het doel missen (vaak uitgelegd als aan het einde van ons leven de hemel mislopen) zou dan een gevolg zijn van de morele misstappen in ons leven hier en nu. Als dit werkelijk het geval zou zijn, dan zouden we ons inderdaad moeten focussen op het probleem van de morele misstappen.
Genesis 1 schetst ons echter een ander beeld. We zijn als mens in de duisternis op aarde terechtgekomen. Daar zijn we dingen gaan doen die niet handig en soms ook moreel verwerpelijk zijn. Dit zijn symptomen van het feit dat we in de duisternis wandelen, waardoor ook ons denken verduisterd is geraakt. Zolang we in deze duisternis blijven wandelen, missen we ons doel. Niet aan het eind van ons leven pas, maar juist hier en nu! Het probleem dat opgelost moet worden, zijn niet de symptomen als gevolg van de duisternis waarin we wandelen, maar is de duisternis waarin we verkeren. De oplossing is niet de vergeving van de foute dingen (de symptomen) die we doen, maar vanuit de duisternis in het Licht gaan wandelen. God wil ons overbrengen naar het Licht, waar we ons doel niet meer kunnen missen en de symptomen van de duisternis vanzelf verdwijnen. God houdt zich niet bezig met de juridische afwikkeling van wat er in de duisternis plaatsvindt. Sterker nog, door het Licht waarin God woont, kan Hij niet eens waarnemen wat er zich in de duisternis afspeelt. Al jouw misstappen kunnen vergeven zijn, maar als de (nare) symptomen in je leven aanwezig blijven, bevind je je nog steeds in de duisternis en iser nog geen sprake van redding / verlossing. Juist om de overstap vanuit de duisternis naar het Licht te maken, is het nodig dat we stoppen met het eten van de boom van kennis van goed en kwaad, stoppen met het denken in goed en kwaad. Een ‘evangelie’ dat gebaseerd is op de kennis van goed en kwaad (het moreel-juridische denkkader waarin we het evangelie geplaatst hebben) is geen blijde boodschap. Het houdt ons gevangen in de duisternis en daarom is het een ‘ander evangelie’ (Galaten 1:6,7), dan het evangelie van het koninkrijk dat Jezus en Paulus verkondigden.
Daar waar in de beleving van veel christenen ‘morele misstappen’ leiden tot een God die vanwege zijn heiligheid afstand van de mens moet houden (separation!), ligt het bij ‘doel missen’ veel meer voor de hand dat God ons nabij is en de hand reikt om ons te helpen bij het bereiken van ons doel, om samen vanuit onze duisternis de overstap naar het Licht te maken. Jezus openbaarde ons dat God geen problemen heeft met het binnenkomen in onze duistere wereld. Jezus kwam niet om te oordelen, maar om te redden! God kent niemand naar het vlees, Hij wil ons ervan verlossen. In Genesis 3, direct na de zogenoemde ‘zondeval’, zien we dit al gebeuren (God zoekt de ‘gevallen’ mens op) en het gebeurt verder de hele Bijbel door. God houdt zich niet op afstand, maar zoekt ons mensen steeds weer op in de situatie waarin we ons doel missen. Dat is het tegenovergestelde van een God die vanwege onze duisternis op afstand zou blijven en zelfs een strikte (geestelijke) scheiding tussen God en mens teweeg zou hebben gebracht.
Het Griekse woord ‘hamartia’ komt van het Hebreeuwse woord ‘chattah’. Hieronder twee teksten uit het oude testament, waarin dit woord gebruikt wordt.
“Van al dit krijgsvolk waren zevenhonderd uitgelezen mannen linkshandig, en ieder van hen slingerde met een steen tot op een haar, zonder te missen (chattah).” (Richteren 20:16)
Deze soldaten zondigden niet, in de letterlijke betekenis van het woord! Ze misten hun doel.
“wie haastig is met zijn voeten, begaat een misstap (chattah).” (Spreuken 19:2)
Te snel lopen leidt tot ‘zondigen’, want als je een misstap begaat, kom je niet bij je doel uit. Is te snel lopen daarmee moreel slecht of maakt het je tot een zondaar, in de zin van iemand die van nature slecht of verdorven is? Nee, natuurlijk niet! Het begrip ‘zonde’ betekent dat we Gods doel met ons leven missen. Het heeft niet de kwade connotaties die veel christenen eraan geven. Natuurlijk kan het doel-missen gepaard gaan met het doen van moreel slechte dingen, maar het gaat bij het begrip ‘zonde’ om het doel missen en niet om de manier waarop dat gebeurt.
“Want allen hebben gezondigd (missen hun doel) en derven (lopen) de heerlijkheid Gods (mis), en worden om niet gerechtvaardigd (komen tot hun recht) uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus.” (Romeinen 3:23,24)
In dit vers gaat het dus niet om de zogenoemde zondige natuur van de mens die volgens de wet gerechtvaardigd zou moeten worden, maar om het mislopen van het doel dat God met een ieder van ons heeft. Door de verlossing (niet de vergeving!) in Christus Jezus zullen allen alsnog tot hun recht gaan komen. Willen we de Bijbel op deze manier gaan lezen, dan zullen we ons menselijke perspectief moeten inruilen voor Gods perspectief. God rekent niet met goed en kwaad op de manier waarop wij mensen dat ná de val – nadat we de kennis van goed en kwaad hebben gekregen – zijn gaan doen. Dat was de reden waarom het niet verstandig was om van die boom te eten. God wist dat dit zou leiden tot doel missen. Als onvolwassen gelovigen onderscheiden we goed en kwaad niet op de juiste manier (Hebreeën 5:14) en maken we brokken.
We zullen de boodschap van het evangelie moeten ontdoen van het juridische denkkader waarin we het geplaatst hebben. In Genesis 1:2 was er al sprake van duisternis. In vers 3 zegt God “Er zij Licht!“. Vanaf dat moment is het (scheppings)proces begonnen, waardoor God de duisternis op aarde uiteindelijk in zijn geheel zal gaan verdrijven. De mens heeft in dit proces een belangrijke rol gekregen, maar zolang we in goed en kwaad blijven denken en het evangelie vanuit dit denken blijven benaderen, zal de duisternis blijven bestaan. God wil maar één ding en dat is dat wij mensen inclusief de hele schepping tot ons doel gaan komen. De schuldvraag speelt daarbij voor God geen enkele rol, want God kent en oordeelt niemand naar het vlees (de oude mens).
“Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel (in de spiegel zie je jezelf!) aanschouwen, worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Geest van de Heere bewerkt wordt.” (2 Korintiërs 3:18)
De mens is naar Gods evenbeeld en gelijkenis geschapen, wij zijn de heerlijkheid van de Heer. We schoten als mensen tekort (misten het doel) om dat glorieuze beeld uit te dragen. Daar is op zichzelf niets kwaads of verdorven aan. We zagen niet wie we in werkelijkheid zijn en dat leidt tot doel missen, inclusief het begaan van moreel slechte dingen. Zodra de bedekking – die in stand wordt gehouden door het denken in goed en kwaad – wordt weggenomen, veranderen we weer naar het beeld dat we in de spiegel zien, de heerlijkheid van de Heer!
Wat betekent het dan om te worden verlost van zonde? Dat betekent dat we teruggebracht worden naar datgene wat God voor ons bedoeld heeft, vanaf het moment dat we naar zijn glorieuze evenbeeld en gelijkenis geschapen werden. Dit sluit helemaal aan bij de manier waarop Jezus het begrip ‘zonde’ hanteert.
“En toen de schriftgeleerden der Farizeeen Hem met de zondaars en tollenaars zagen eten, zeiden zij tot zijn discipelen: Waarom eet Hij met de tollenaars en zondaars?” (Markus 2:16)
Het waren de Farizeeën en de Schriftgeleerden die het begrip ‘zonde’ in juridische zin, als moreel slecht, opvatten. Zij verweten het Jezus dat hij met wetsovertreders omging. Zij gebruikten het begrip ‘zondaars’ tegen de achtergrond van de wet. Je mist je doel als je de wet overtreedt. Dat was hun belevingswereld. De belevingswereld van Jezus (die ons het hart van God openbaart) is heel anders! Jezus herdefinieert in zijn reactie het begrip ‘zondaars’.
“En Jezus hoorde het en zeide tot hen: Zij, die gezond zijn, hebben geen geneesheer nodig, maar zij, die ziek zijn. Ik ben niet gekomen rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.” (Markus 2:17)
Een zondaar is voor Jezus iemand die ziek is, een ‘gebrokene’. Zonde is voor Jezus als ‘ziekte’. Verlossing is voor Jezus als ‘genezing’ en Jezus is de ‘geneesheer’. Kun je bij een ziekte spreken van moreel kwaad? Ja, dat gebeurt helaas door mensen die net als de Farizeeën en Schriftgeleerden een verband tussen de ziekte en het overtreden van de wet leggen. Maar ziekte op zichzelf is geen moreel kwaad. Zonde is gebrokenheid, de situatie zoals God die oorspronkelijk niet bedoeld heeft. Nogmaals, de schuldvraag speelt voor God geen enkele rol. God wil verlossing brengen. Verlossing is herstel naar heelheid, naar het beeld van God, vanuit de duisternis naar het Licht. Het probleem van het morele kwaad en de schuldvraag die voor ons mensen zo zwaar kan wegen, verdwijnen daarmee vanzelf als was voor de zon. De Bijbel zegt dat alle mensen uiteindelijk tot het beeld van God zullen worden hersteld (Handelingen 3:21). En dat kan zelfs in het ‘hiernamaals’ gebeuren voor de troon van God.
“En hij toonde mij een rivier van water des levens, helder als kristal, ontspringende uit de troon van God en van het Lam. Midden op haar straat en aan weerszijden van de rivier staat het geboomte des levens, dat twaalfmaal vrucht draagt, iedere maand zijn vrucht gevende; en de bladeren van het geboomte zijn tot genezing der volkeren. En niets vervloekts zal er meer zijn.” (Openbaring 22:1-3)
We hebben allemaal gezondigd, we hebben allemaal voor een tijd het doel van Gods glorieuze beeld gemist, maar we zullen allemaal worden hersteld, genezen, zodat er niets vervloekts meer zal zijn. In dit leven of het in het volgende leven.
Zou je door willen praten over de inhoud van dit artikel?
Schroom dan niet en neem contact met ons op.
Klik hier als je je wilt abonneren op onze Blog / Infomail.
Vond je dit artikel de moeite waard om te lezen, overweeg dan een kleine financiële bijdrage. Het rekeningnummer is NL94 ASNB 0932 1927 50 t.n.v. P. Overduin.