Categorieën
Diversen

Een boodschap voor eindtijdchristenen

Lieve eindtijdchristenen, er doen momenteel verhalen onder jullie de ronde over een op handen zijnde ‘opname’ van de Gemeente en over een zogenoemde ‘wederkomst’ van Jezus. Deze dagen belandt er zelfs een folder op de deurmat van vijf miljoen huishoudens in Nederland, waarin deze ‘leringen’ onder de aandacht worden gebracht. De bedoeling is om iedere Nederlander op te roepen om een keuze voor Jezus te maken, omdat men gelooft dat we door deze keuze een direct toegangsbewijs voor de hemel verkrijgen. De achterliggende gedachte is dat de ‘opname’ van de Gemeente binnen niet al te lange tijd plaats zal gaan vinden. Voor die tijd moet alles op alles gezet worden om mensen te bewegen deze keuze te maken. Wie deze keuze niet op tijd maakt, zal een extreem zware tijd op aarde tegemoet gaan, zo wordt ons voorgehouden.

Mijn bedoeling van dit schrijven is niet om de initiatiefnemer van de landelijke verspreiding van deze corona-folder te veroordelen of in een kwaad daglicht te stellen. Ik heb veel respect voor zijn passie en daadkracht. Daar kunnen we een voorbeeld aan nemen! Ik deel dan ook de (genuanceerde) reactie van Hans Maat op deze folderactie. Het is wel mijn bedoeling om er een ander geluid tegenover te stellen. Inhoudelijk sta ik namelijk heel ver af van de boodschap die in de betreffende folder wordt verkondigd.

De valkuil waar veel christenen mijns inziens in stappen, is dat men de eindtijdrede van Jezus (Matteüs 24), de passages over de zogenoemde ‘opname’ in de brieven van Paulus en het boek Openbaring leest alsof het voor onze tijd geschreven zou zijn. Men leest deze geschriften als een spoorboekje op basis waarvan men tot een eindtijdscenario komt, dat specifiek zou gelden voor de tijd waarin we nu leven met alles wat er momenteel in de wereld gebeurt.

Men heeft het “hoort wat de Geest tot de gemeenten zegt” (hetgeen een Bijbels principe is!) vervangen door wat knip- en plakwerk van wat de Geest bijna 2000 jaar geleden tot de gemeenten sprak.

De uitkomst zorgt voor wonderlijke (left-behind-achtige) theorieën, die vervolgens in de mond van Jezus, Paulus en Johannes worden gelegd. En waag het niet daar aan te tornen, want het staat allemaal toch heel duidelijk in de Bijbel beschreven. Iedereen die een afwijkend geluid laat horen, valt onder de categorie ‘dwaalleraren’ die een ‘ander evangelie’ verkondigen. Dat neem ik met het schrijven van dit artikel op de koop toe.

Ik geloof dat God ook vandaag de dag nog steeds door zijn Geest tot de gemeenten wil spreken. Die stem klinkt in het binnenste van de tempel van ons lichaam. God woont namelijk niet ergens ver weg in een hemel die zich hoog in – of misschien zelfs wel buiten – het universum zou bevinden, maar hij woont in het heilige der heiligen van ons lichaam. Onze redding/verlossing is dan ook alleen in ons binnenste (ons onderbewustzijn) te vinden. Zolang we geloven dat onze verlossing buiten onszelf zou liggen en zolang we een boek met letters (de Bijbel) vereenzelvigen met het (actuele, rhema) Woord van God, zullen we Gods stem in ons binnenste niet verstaan. In het vervolg van dit artikel zal ik mijn visie op de zogenoemde ‘eindtijd’ delen.

Allereerst wil ik aangeven dat de Bijbel voor mij (nog steeds) een bijzonder waardevol en inspirerend boek is. Uniek in zijn soort. Een boek met een diepe geestelijke boodschap, die we alleen kunnen verstaan als de Geest ons in de volle Waarheid leidt, door rechtstreeks tot ons te spreken. Het probleem van veel christenen bij het duiden van de ‘eindtijd’ is dat zij – als gevolg van het dogma van de onfeilbaarheid – de Bijbel als het ultieme Woord van God beschouwen, waardoor zij voorbijgaan aan het spreken van Gods Geest in ons binnenste. De gangbare interpretatie van de Bijbel wordt gelijkgesteld aan de boodschap van de Bijbel en alles wat daarmee in tegenspraak is, kan niet van God zijn. In plaats van te zoeken naar algemeen geestelijke principes in de Bijbel, die binnen een bepaalde context aan het licht kwamen, verabsoluteert men de (vaak letterlijke) tekst, als woorden van God die voor onze tijd zouden gelden. Het gevolg is dat men een bepaalde – doorgaans aangeleerde – interpretatie van de Bijbel boven de woorden van God stelt die hij vandaag de dag door zijn Geest tot ons wil spreken.

Ik geloof dat de Bijbel (van Genesis t/m Openbaring) primair een boek is over, door en voor het Hebreeën-volk. Rond de eindtijdrede van Jezus (Matteüs 24) heeft hij meerdere keren te kennen gegeven dat de generatie die toen leefde, alles zou meemaken wat hij had voorzegd (Matteüs 16:28; 23:36; 24:34). Paulus en de andere brievenschrijvers van het nieuwe testament zaten er niet naast met hun zicht op de naderende eindtijd, het laatste der dagen en de dag van de Heer die men destijds spoedig verwachtte. Ook de tijdsaanduidingen in het boek Openbaring bevestigen deze lezing: “want de tijd is nabij.” (Openbaring 1:3) en “Ja, Ik kom spoedig. Amen.” (Openbaring 22:20). Bij het Bijbelse begrip ‘eindtijd’ gaat het om de laatste dagen van het oude verbond. Jezus verwijst dan ook in Matteüs 24 naar de tempel in Jeruzalem waarvan geen steen op de andere zou blijven. Met de verwoesting van de tempel zou de offerdienst stil komen te liggen en daarmee zou het oude verbond tot een definitief einde komen. Alle profetieën uit het oude testament zijn dan ook in die tijd vervuld. Het boek Openbaring is een apocalyptische beschrijving van deze eindtijd van het oude verbond. Een vroege datering (vóór 70AD) van Openbaring is dan ook prima te onderbouwen. De Bijbel vormt een gesloten boek, dat gaat over een afgesloten periode in de geschiedenis van de mensheid, waarin het draait om het volk van de Hebreeën en de verkondiging van het evangelie van het koninkrijk van God, dat destijds (in 70AD) voor een deel van hen werkelijkheid is geworden. De betrouwbaarheid van de profetieën maakt de Bijbel tot een uniek boek.

Ik geloof dat het Hebreeën-volk een schaduwbeeld is van de mensheid en dat de geschiedenis van dit volk, zoals we dat in de Bijbel kunnen lezen, een schaduwbeeld vormt van de geschiedenis die God met de hele mensheid gaat. Je zou kunnen zeggen dat de geschiedenis zich in zekere zin herhaalt, maar dan op een veel grotere (wereldwijde) schaal. Er zijn dus wel degelijk parallellen te trekken vanuit de Bijbel naar de geschiedenis van de mensheid. Het is aan ons om de stem van Gods Geest in ons binnenste te verstaan, om zodoende deze parallellen en de geestelijke principes die we in de Bijbel vinden, te ontdekken. Dat is iets anders dan de Bijbel als spoorboekje voor onze tijd gebruiken, alsof alles wat de Geest toen tot de gemeenten sprak niet voor hen bestemd was, maar voor mensen die pas 2000 jaar later zouden leven.

Ik geloof dat – zoals er bijna 2000 jaar geleden sprake was van een eindtijd (de eindtijd van het oude verbond) – er opnieuw een eindtijd zal komen, maar dan voor de hele mensheid. Ik geloof dat we aan het begin van deze eindtijd staan, een tijd waarin de grootste paradigmaverschuiving ooit binnen het menselijke bewustzijn zal gaan plaatsvinden. En zoals 2000 jaar geleden deze eindtijd zich voltrok binnen de generatie die destijds leefde, geloof ik dat de eindtijd waar we nu in terecht zijn gekomen zich ook zal voltrekken binnen de generatie die momenteel leeft. De eindtijd van het oude verbond begon vanaf het moment dat Jezus – in plaats van de oude wijn van het oude verbond – jonge wijn in nieuwe zakken ging schenken. Vandaag de dag zal de christelijke kerk de jonge wijn in nieuwe zakken moeten gaan schenken en ook dat zal het begin van de eindtijd zijn. De christelijke kerk zal eerst tot inkeer moeten komen en haar claim op Jezus van Nazareth en de waarheid/boodschap die we in zijn mond hebben gelegd, moeten opgeven. Dat is de tijd waarin we momenteel leven. Deze parallel vinden we terug in één van de brieven van Petrus.

Want het is nu de tijd, dat het oordeel (scheiding tussen vlees en Geest) begint bij het huis Gods; als het bij ons begint, wat zal dan het einde zijn als wij ongehoorzaam blijven aan het evangelie van God?

1 Petrus 4:17

Ik geloof dat zoals de geestelijken van het oude verbond destijds tot inkeer moesten komen, vandaag de dag de christelijke kerk tot inkeer zal moeten komen. Destijds ging het om ‘deconstruction’ van het wettische systeem van het oude verbond. Vandaag de dag gaat het om ‘deconstruction’ van wat de christelijke kerk eeuwenlang als waarheid heeft verkondigd. Een boodschap die heel wat overeenkomsten vertoont met het systeem van het oude verbond. Destijds ging het om de redding van een relatief kleine groep mensen, nu zal het gaan om de redding van de hele mensheid. Destijds speelde de Romeinse overheid een belangrijke rol, vandaag de dag spelen de overheden wereldwijd een belangrijke rol.

Een inclusieve God die geen behagen schept in offers, maar zichzelf opoffert door in ieder mens mens te worden, is voor exclusieve Joden, met hun offerdienst aan God, een ergernis en voor Grieken, van wie de goden hoog verheven in de hemel verblijven, een dwaasheid.

Wat er momenteel wereldwijd gebeurt is nog maar een aanloop naar wat er allemaal nog staat te gebeuren. Het belangrijkste op dit moment is dat we gaan horen wat de Geest vandaag tot de gemeenten wil zeggen, zodat we de tijd waarin we nu leven kunnen gaan duiden en we als christelijke kerk een eenduidig profetisch geluid kunnen gaan laten horen. Dit zal alleen gebeuren als we het heilige in de tempel van ons lichaam (onze binnenkamer) binnengaan. Ons druk bezig houden met alles wat er in de (buiten)wereld om ons heen gebeurd, verhinderd ons om in onze binnenkamer de rust te zoeken en te vinden en om daar Gods stem te verstaan.

Ik geloof dat alles wat er de komende jaren gaat gebeuren – en daarbij zal de coronacrisis nog maar een speldenprikje blijken te zijn – ertoe zal leiden dat uiteindelijk de hele mensheid tot inkeer zal komen en iedereen tot erkentenis zal komen van de (universele) boodschap van verlossing die Jezus van Nazareth heeft verkondigd. Degenen die deze boodschap nu al erkennen en daar naar gaan leven, zullen niet voortijdig worden opgenomen. Zij zullen als lichtende sterren schijnen te midden van een donkere wereld (Filippenzen 2:15). Niet om anderen te veroordelen, maar om anderen te behouden.

Er zal dus geen opname vóór de grote verdrukking plaatsvinden. Jezus bad destijds voor zijn volgelingen dat zij niet zouden worden weggenomen van deze wereld, maar hij bad voor bescherming voor de boze in deze wereld (Johannes 17:15). De opname in heerlijkheid vond destijds dan ook pas plaats ná de grote verdrukking in Jeruzalem, waarbij ook de tempel werd verwoest.

Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid des HEREN gaat over u op. Want zie, duisternis zal de aarde bedekken en donkerheid de natiën, maar over u zal de HERE opgaan en zijn heerlijkheid zal over u gezien worden.

Jesaja 60:1,2

Uiteindelijk zal de hele mensheid de weg van Jezus – die leidt tot de verheerlijking van ons lichaam – gaan volgen. Dat leidt tot het moment waarop alle knie zich voor hem zal buigen, hetgeen wil zeggen dat iedereen gehoor zal geven aan de boodschap van het koninkrijk die Jezus verkondigde, de boodschap van de jonge wijn in nieuwe zakken. Dat Jezus terug zal komen om hier op aarde alsnog zijn koninkrijk op te richten, is mijns inziens een wensgedachte die niet overeenkomt met wat Jezus heeft verkondigd, maar met de wens van het joodse volk onder het oude verbond, dat verlangde naar een zichtbare en tastbare koning. Jezus spreekt over de ‘komst van de zoon des mensen’. Mensenzoon betekent vanuit het Aramees, de taal waarin Jezus sprak, ‘de mens als zodanig’. Bij de mensenzoon gaat het om de mens, zoals God haar bedoeld heeft. Die mensenzoon zal zeker komen. Die komst is een feit zodra de mensheid zal worden opgenomen in heerlijkheid. Op dat moment zal ons vernederde (sterfelijke) lichaam getransformeerd worden naar een onsterfelijk lichaam, gelijkvormig aan het verheerlijkte lichaam van de Heer (Filippenzen 3:21).

We zullen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zo zullen wij altijd met de Here wezen.

1 Tessalonicenzen 4:17

Deze “opname” heeft in 70AD op kleine schaal plaatsgevonden en zal zich eenmaal gaan herhalen voor de hele mensheid. Dat zal het moment zijn waarop we verenigd worden met Jezus en de vele anderen die ons op deze weg zijn voorgegaan. Het gaat hierbij niet om een verplaatsing van de aarde naar de hemel, alsof het om twee verschillende locaties zou gaan. Nee, het gaat om de overgang van de aardse naar de geestelijke dimensie.

Maar wij verzoeken u, broeders, met betrekking tot de aanwezigheid (in de Geest) van onze Here Jezus Christus en onze vereniging met Hem (in de Geest).

2 Tessalonicenzen 2:1

In de geestelijke dimensie is Jezus al aanwezig. Hij zou immers met ons zijn, tot aan de voleinding van de wereld. We zullen met hem ‘verenigd worden’ als wij net als Jezus, die geestelijke dimensie ten volle bewust worden. Tot die tijd is het onze taak om het Licht van Christus dat binnen in ons is te laten schijnen. Dat doen we door vanuit de voorhof, het heilige van onze tempel binnen te gaan. Vanuit die plek zullen we volledig beschermd zijn, zal er voorziening zijn en zullen we in rust en vrede de zware tijd die voor ons ligt kunnen doorkomen. Door het Licht dat vanuit onze binnenkamer zal schijnen, zullen steeds meer mensen ons gaan volgen op de weg tot behoudenis. Net zolang totdat alle duisternis op aarde verdreven zal zijn en de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, onder de dikke duistere deken vandaan komt en voor iedereen zichtbaar zal worden.

Want de aarde zal vol worden van de kennis van des HEREN heerlijkheid, gelijk de wateren die de bodem der zee bedekken.

Habakuk 2:14

Zou je door willen praten over de inhoud van dit artikel?
Schroom dan niet en neem contact met ons op.

Klik hier als je je wilt abonneren op onze Blog / Infomail.

Vond je dit artikel de moeite waard om te lezen, overweeg dan een kleine financiële bijdrage. Het rekeningnummer is NL94 ASNB 0932 1927 50 t.n.v. P. Overduin.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *