Categorieën
Jezus van Nazareth

Heeft Jezus de wet voor ons vervuld?

Dit artikel heb ik geschreven op verzoek van iemand die een vraag had over de volgende tekst.

Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen (Grieks: plêrôsai).” (Matteüs 5:17)

Op grond van deze woorden van Jezus menen veel christenen dat de genade van God tegenover de wet zou staan. Men ziet de wet als een vloek en omdat Jezus deze vloek voor ons gedragen zou hebben (Galaten 3:13), kunnen wij delen in de zegen van God, ofwel zijn genade. Als men na dit vers zou doorlezen, dan zou men al snel tot de conclusie moeten komen dat deze voorstelling van zaken niet klopt. Jezus vervolgt namelijk zijn toespraak met de volgende woorden:

Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet een jota of een tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied. Wie dan één van de kleinste dezer geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in het Koninkrijk der hemelen. Want Ik zeg u: Indien uw gerechtigheid niet overvloedig is, meer dan die der schriftgeleerden en Farizeeen, zult gij het Koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan.” (Matteüs 5:18-20)

Jezus koppelt hier het wel of niet houden van de wet aan de toegang tot het Koninkrijk van God. Blijkbaar wordt de wet niet opgeheven door Gods genade. Om niet in verwarring te raken, is het wel handig om alvast te bedenken dat Jezus de wet in een later stadium samenvat in het grote gebod van de Liefde, maar dat neemt niet weg dat deze samenvatting van de wet volledig intact blijft. Het punt dat Jezus in dit gedeelte maakt, is dat hij niet is gekomen om de wet af te schaffen (te ontbinden) door deze voor ons in onze plaats te vervullen.

De tegenstrijdigheid die zich in vers 17 voordoet, wordt veroorzaakt door de vertaling van het Griekse woord plêrôsai. In de meeste vertalingen is dit woord vertaald met vervullen, hetgeen erop zou kunnen wijzen dat Jezus voor ons in onze plaats de wet zou hebben gehouden. Dat men voor deze vertaling heeft gekozen, komt door de westerse christelijke theologie. Voor de meeste (westerse) christenen komt het evangelie namelijk neer op het volgende. Op grond van Gods wet, die wij allemaal overtreden hebben, wordt de mens schuldig verklaart. Omdat wij vanwege onze zondige natuur de wet niet kunnen houden, dreigen we op grond van de wet veroordeeld te worden en verloren te gaan. Jezus kwam om onze (zonde)schuld aan het kruis op zich te nemen, zodat wij niet schuldig worden bevonden en dat we door geloof in dit ‘evangelie’ na dit leven naar de hemel gaan in plaats van in de hel te belanden. Bij deze voorstelling van het evangelie zou Jezus in onze plaats de wet vervuld hebben, alsof wijzelf de wet gehouden zouden hebben. En dit ziet men als de genade van God. In een andere blog heb ik al laten zien dat door deze kijk op het evangelie, de gerechtigheid, die we menen te ontvangen, nog steeds gebaseerd is op de wet. Er is dan nog steeds sprake van gerechtigheid van de wet, waarvan Paulus zegt dat het ons juist buiten de genade van God plaatst.

Gij maakt Christus inactief, als gij door de wet gerechtigheid verwacht; buiten de genade staat gij.” (Galaten 5:4)

Wat Jezus daadwerkelijk zegt in vers 17 is dat hij gekomen is om de wet in ere te herstellen. De Farizeeën en Schriftgeleerden hadden de wet namelijk dusdanig aangepast (ontbonden), dat zij in staat waren de (afgezwakte) wet te kunnen volbrengen. En dat is precies waar Jezus in vers 18-20 op doelt. Er zal geen jota of tittel van de wet vergaan. Iemand die zelfs het kleinste gebod ontbindt en zo de mensen leert, hetgeen de Farizeeën en Schriftgeleerden deden, zal zeer klein zijn in het Koninkrijk. Je gerechtigheid (op grond van de wet) zal overvloediger moeten zijn dan die van de Farizeeën en Schriftgeleerden om het Koninkrijk binnen te kunnen gaan. Het houden van een wet die deels ontbonden is (zoals de Farizeeën en Schriftgeleerden dat deden) is niet genoeg om het Koninkrijk binnen te gaan. Er is geen sprake van dat Jezus voor ons de wet vervuld zou hebben! Jezus legt de lat zelfs een stuk hoger, zodat het menselijkerwijs gesproken onmogelijk is om de wet vanuit het vlees op een volmaakte manier te houden. Dit veranderd niet door de wet samen te vatten in het grote gebod van de Liefde.

We hebben tot nu toe gezien dat Jezus niet is gekomen om de wet in onze plaats te vervullen en dat het evangelie van genade niet gebaseerd is op de wet. We zullen dus uiteindelijk zelf de wet (het grote gebod van de Liefde) volmaakt gaan houden. We hoeven daar niets voor te doen, dan alleen de waarheid over het koninkrijk van God te omarmen.

In het gedeelte dat na vers 20 volgt (Matteüs 5:21-47), wordt bovengenoemde lezing bevestigd. Jezus geeft daarin zes situaties aan waarin hij de wet, die door de Farizeeën en Schriftgeleerden was ontbonden, aanscherpt. Tot zes keer toe klinkt het: “Gij hebt gehoord dat…, maar ik zeg u…” en daarmee geeft Jezus aan dat er met de wet niet gesjoemeld kan worden.

Wat Jezus hier verkondigd staat haaks op wat veel genade-leraren vandaag de dag verkondigen. Zij willen ons doen geloven dat Jezus de wet buitenspel gezet zou hebben, door deze (in onze plaats, voor ons) volmaakt te vervullen, zodat de wet voor ons niet meer zou gelden. Dat hier geen sprake van kan zijn, wordt duidelijk door het laatste vers van Matteüs 5, waar Jezus tegen zijn leerlingen zegt:

Gij dan zult volmaakt zijn, gelijk uw hemelse Vader volmaakt is.” (Matteüs 5:48)

Wij zullen niet delen in de volmaaktheid (gerechtigheid) van Jezus, maar wijzelf zullen volmaakt zijn, gelijk onze hemelse Vader volmaakt is. Jezus laat er geen misverstand over bestaan. Hij maakt aan het begin van zijn bediening duidelijk dat hij niet is gekomen om de wet voor ons te vervullen, zodat wij door Jezus verdiensten – alsnog op grond van de wet – gerechtvaardigd zouden worden. In dat geval zou er namelijk geen sprake zijn van genade, maar zou er duur betaald zijn voor onze (juridische) gerechtigheid.

Paulus heeft de boodschap van Jezus heel goed begrepen en hij laat zich dan ook positief uit over de wet.

Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig, en rechtvaardig, en goed.” (Romeinen 7:12)

Broeders, ik spreek op menselijke wijze: zelfs het testament van een mens, dat rechtskracht verkregen heeft, niemand kan het ongeldig maken of er iets aan toevoegen.” (Galaten 3:15)

De wet is volgens Paulus een menselijke instelling, die rechtskracht heeft gekregen doordat de (vleselijke) mens gerechtigheid verwacht van de wet. We gaan onze gerechtigheid van de wet verwachten als we vanuit het vlees (verduisterd denken) naar onszelf kijken, waardoor we gaan geloven dat er iets mis is met ons. Door vervolgens te geloven in de boodschap van vergeving van zonden, waardoor we menen rechtvaardig te worden, plaatsen we onszelf onder de wet. Als we op deze manier denken het Koninkrijk van God binnen te kunnen gaan, dan zullen we ons volgens Jezus en Paulus volmaakt aan de wet moeten houden.

Maar hoe zit het dan met het (ware) evangelie? Is het vervullen van de wet dan toch een voorwaarde om het Koninkrijk van God binnen te gaan? Het antwoord is: ja en nee.

Ja, we zullen volgens Jezus en Paulus volmaakt moeten zijn in het grote gebod van de Liefde om het Koninkrijk binnen te gaan, anders zou er onvolmaaktheid in het Koninkrijk van God bestaan en daar is geen sprake van. Deze volmaaktheid komt echter niet tot stand door de wet te vervullen, maar

Nee, die volmaaktheid komt niet tot stand door ons volmaakt aan de wet te houden, en ook niet doordat Jezus dat in onze plaats gedaan zou hebben. In dat geval zou er sprake zijn van gerechtigheid van de wet, die alleen ons vlees rechtvaardigt.

Het ware Evangelie is de boodschap van het Koninkrijk; de boodschap van volmaakte heelheid in het Koninkrijk van God, waar uiteindelijk iedereen in zal delen. Het gaat in het (ware) evangelie niet om gerechtigheid op grond van de wet. Niet om juridische gerechtigheid, maar om heelheid, gezondheid, shalom. Het gaat er in het evangelie niet om dat slechte (kwade) mensen goed (genoeg) voor God zullen worden. Het gaat er in het evangelie om dat gebroken mensen, die in duisternis wandelen, heel zullen worden en in het Licht gaan wandelen; dat alle onrust en angst plaats zal maken voor rust en vrede. Vanuit gebrokenheid doen we dingen die niet goed (kwaad) zijn (wandel naar het vlees), maar als we heel zijn, verdwijnt het kwaad vanzelf en gaan we als vanzelf vrucht van de Geest voortbrengen (wandelen in de Geest). Het kwaad is een symptoom van een wandel naar het vlees. Het evangelie richt zich niet op symptoombestrijding, maar op de oorzaak. Door te geloven in juridische gerechtigheid, die we op grond van Jezus kruisiging zouden hebben ontvangen, blijft de oorzaak van het kwaad (wandel naar het vlees) bestaan. Dat is de reden waarom zo weinig christenen werkelijk het kwaad in hun leven overwinnen en waarom het onvoorwaardelijk liefhebben van onszelf en onze naasten, inclusief onze vijanden (het grote gebod van de Liefde), hen zo vaak slecht afgaat.

Jezus kwam niet om het grote gebod van de Liefde voor ons te vervullen, maar hij heeft ons de weg gewezen (geopenbaard) waardoor wijzelf op volmaakte wijze in onvoorwaardelijke Liefde zullen gaan wandelen. God liefhebben boven alles en het tweede daaraan gelijk is, je naasten liefhebben als jezelf. Het gaat hierbij om één en hetzelfde gebod. God liefhebben boven alles doe je door je naasten lief te hebben als jezelf. Dat betekent dat je God in jezelf en in je naasten mag gaan zien. Door deze waarheid te omarmen, kruisig je het vlees dat onderscheid maakt tussen God en de mens en gericht is op zichzelf, ten koste van de ander. Het gekruisigde vlees zorgt ervoor dat de Christus in ons tot opstanding komt. We worden dan van binnenuit vernieuwd (heel gemaakt), doordat de vrucht van de Geest in ons leven vanzelf gaat groeien. Door de vrucht van de Geest gaan we ons als vasnzelf volmaakt aan het grote gebod van de Liefde houden. Dat is de genadegave van God, waar niemand iets voor hoeft te doen. Ook Jezus hoefde dat niet voor ons te verdienen!

Ga jezelf en ieder ander als de Christus zien. Door dat te doen, wordt het vleselijke denken vanzelf gekruisigd. Is dat makkelijk? Nee, dat is zeker niet makkelijk, maar dat heeft Jezus (en ook Paulus) ons nooit beloofd. Het is de weg van lijden tot heerlijkheid. Geen inspanning om de wet volmaakt te houden, maar wel lijden door het vlees dat wordt gekruisigd en daarin te volharden. Alleen langs deze weg zal de Christus in ons ontwaken en zal het Christus-Licht van binnenuit gaan schijnen.

Op welke manier is Jezus dan voor ons een vloek geworden? Paulus geeft ons het antwoord, dat geheel in lijn is met wat we hiervoor hebben besproken.

Want allen, die het van werken der wet verwachten, liggen onder de vloek; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die zich niet houdt aan alles, wat geschreven is in het boek der wet, om dat te doen. En dat door de wet niemand voor God gerechtvaardigd wordt, is duidelijk; immers, de rechtvaardige zal uit geloof leven. Want bij de wet gaat het niet om geloof, maar: wie dat doet, zal daardoor leven.” (Galaten 3:10-12)

Zolang we denken dat het vervullen van de wet (door onszelf of door Jezus die het voor ons doet) ons in het Koninkrijk zal brengen, gaan we er niet komen. Door het op deze manier van de wet te verwachten, maken we de wet tot een vloek en doordat we ons hiermee onder de wet plaatsen, leven we onder de vloek van de wet.

Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die aan het hout hangt.” Galaten 3;13)

Jezus – als de belichaming van de Christus! – werd door de Farizeeën en Schriftgeleerden op grond van de wet veroordeeld. Jezus heeft dit vrijwillig ondergaan en is op deze manier voor ons een vloek geworden. Door deze weg te gaan heeft hij ons geopenbaard wat de gevolgen zijn van het ons vrijwillig onder de wet plaatsen (hetgeen we doen door onze gerechtigheid van de wet te verwachten). Als we het van de wet verwachten, zal ons leven gebroken blijven en zal het uiteindelijk eindigen in de lichamelijke dood. Door onszelf onder de vloek van de wet te plaatsen, plaatsen we onszelf buiten de genade van God, waardoor de belofte van volmaakte heelheid (naar Geest, ziel én lichaam!) in het Koninkrijk van God aan ons voorbij zal gaan.

Zo is de zegen van Abraham tot de heidenen gekomen in Jezus Christus, opdat wij de belofte des Geestes ontvangen zouden door het geloof.” (Galaten 3:14)

De bedoeling van het kruis is dat we tot inzicht komen; dat onze geestelijke ogen opengaan voor de waarheid zoals God ons ziet (als Christus!). Hoe meer we Christus in onszelf en in anderen gaan zien, hoe meer we onder de wet vandaan zullen komen. Alleen langs deze weg kan de zegen van Abraham (die vóór het oude verbond en de wet leefde) tot ons komen. Door vleselijk te denken in goed en kwaad plaatsen we onszelf onder de wet. Door Christus in alles en iedereen te gaan zien, komen we onder de wet vandaan en zal het Christus-Licht in ons leven gaan schijnen. Dit zal uiteindelijk resulteren in een onsterfelijk leven in het koninkrijk van God (het z.g. Beloofde Land, de zegen van Abraham).

Zou je door willen praten over de inhoud van dit artikel?
Schroom dan niet en neem contact met ons op.

Klik hier als je je wilt abonneren op onze Blog / Infomail.

Vond je dit artikel de moeite waard om te lezen, overweeg dan een kleine financiële bijdrage. Het rekeningnummer is NL94 ASNB 0932 1927 50 t.n.v. P. Overduin.

3 reacties op “Heeft Jezus de wet voor ons vervuld?”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *