Wie ons wat langer volgt op social media heeft ongetwijfeld wel eens een reactie voorbij zien komen waarin wordt aangegeven dat onze boodschap op new age neer zou komen. De ene keer als waarschuwing en de andere keer als positieve herkenning. Ook wordt nog wel eens aangegeven dat mijn gedachtegoed esoterisch zou zijn. Op die term komen we aan het eind van dit artikel nog even terug.
Het mag duidelijk zijn dat er behoorlijk wat christenen zijn die bang zijn (gemaakt) voor de new age beweging. New age denken valt voor hen in dezelfde categorie als de Alverzoeningsleer. Zodra je je op dat pad begeeft, is er sprake van een grote dwaalleer waar we ons verre van zouden moeten houden. Omdat er behoorlijk wat volgers zijn die van mij willen horen hoe mijn gedachtegoed zich verhoudt ten opzichte van new age wil ik met dit artikel wat duidelijkheid verschaffen. Sommigen staan er neutraal in en vinden het leuk om weer een artikel van mij te lezen. Anderen voelen zich misschien verwant met new age en zijn benieuwd hoe wij daarover denken. En er zullen ongetwijfeld ook mensen zijn die zich liever niet met new age inlaten en willen weten waar wij staan. Welke beweegreden je ook hebt om verder te lezen, doe er vooral je voordeel mee!
De reden dat mensen bij mijn gedachtegoed aan new age moeten denken, komt vooral door mijn woordgebruik. Begrippen als (Christus)bewustzijn, energie en de nadruk op het Christus-Licht en onze Christus-identiteit kunnen voor christenen verdacht klinken. Of zoals het spreekwoord het zegt: Onbekend maakt onbemind. Het zijn vooral de vertalingen en de gangbare interpretaties van de Bijbel die ervoor zorgen dat deze begrippen als onbijbels worden geduid. De Bijbel begint echter met duisternis en Licht en die twee kom je in de hele Bijbel tegen. In Jesaja lezen we: “Het volk dat in donkerheid wandelt, ziet een groot Licht; over hen die wonen in een land van diepe duisternis, straalt een Licht.” (Jesaja 9:2). Jezus zegt dat hij gekomen is om geestelijke ogen, die blijkbaar gesloten zijn, te openen (Lukas 4:18), ofwel mensen zien het geestelijke Licht niet en wandelen geestelijk gezien in de duisternis. Jezus, die zeer terecht de titel van Christus droeg, noemde zichzelf – en overigens ook zijn volgelingen! – het Licht der wereld, dus voor het begrip ‘Christus-Licht’ hoeven we niet bang te zijn. Het gaat hierbij om het Licht dat in onze geestelijke duisternis wil schijnen, waardoor we met de woorden van Paulus overgeplaatst worden vanuit het rijk van de duisternis in het Licht. Het Griekse woord ‘suneidesis’, afgeleid van ‘suneido’, betekent letterlijk ‘bewustzijn’, maar wordt vaak vertaald met geweten. Het komt ruim 30 keer voor in het nieuwe testament. In de Hebreeën-brief lezen we over het bewustzijn dat gereinigd wordt van dode werken. Het gaat hierbij om de werken van de wet, die een gevolg zijn van het denken in goed en kwaad. Als ons bewustzijn daarvan gereinigd is, dan zijn we volgens Paulus een nieuwe schepping, we zijn dan ‘in Christus’ (2 Korintiërs 5:17), ons bewustzijn is dan gereinigd van het oude, dat voorbij is gegaan en gevuld met Christus, ofwel verlicht met het Christus-Licht. Het Griekse woord ‘energeo’, dat energie betekent, komt samen met een aantal vervoegingen ook ruim 30 keer voor in het nieuwe testament. Meestal wordt er in onze vertalingen over de ‘werkingen van de Geest’ gesproken, maar Paulus heeft het dus over energie. En als Paulus schrijft dat hij niet meer zijn ‘ego’ leeft, maar dat Christus zijn leven bepaald, dan wordt zijn identiteit niet langer bepaald door het ego (het vlees), maar door Christus, ofwel zijn Christus-identiteit. Al deze ‘verdachte’ termen vinden we dus wel degelijk in de Bijbel terug, al zal het misschien – als je ze voor het eerst hoort – even wennen zijn. Helaas is door de vertalingen en de gangbare interpretaties de nadruk komen te liggen op het denken in goed en kwaad, maar het evangelie zoals Jezus en Paulus het verkondigden draait om Licht en duisternis, hetgeen geen equivalenten van goed en kwaad zijn. Duisternis is de afwezigheid van licht en is in zichzelf moreel gezien neutraal, net als het licht dat is.
Dan nu meer naar de inhoudelijke kant. New age is een beweging van voornamelijk individuele ‘spirituele zoekers’ zonder een overkoepelende organisatie. Er bestaat niet zoiets als omlijnde new age standpunten. Dat maakt dat er heel veel uiteenlopende gedachten en ideeën als new age worden aangemerkt, maar die niet bij alle new agers weerklank zullen vinden. Zo zijn er binnen de new age uiteenlopende ideeën over parallelle universums, buitenaards leven, UFO’s, graancirkels, de Mayakalender, enzovoort. Dit soort thema’s komen misschien wat vaker ter sprake onder new agers, maar ze zijn niet persé kenmerkend voor de new age beweging. Daarom gaan we er hier niet verder op in. We willen vooral inzoomen op het begrip Christusbewustzijn dat voor de meeste new agers een belangrijke rol speelt. De belangrijkste idee binnen het new age denken is dat ieder mens in essentie God is en de bedoeling is dat we ons dat bewust worden. Het bewustzijn van de meeste mensen is nog dermate verduisterd dat ze het nog niet zien. Ieder mens heeft toegang tot een hogere staat van bewustzijn, waarin we ons verbonden weten met alles en iedereen, diepe vrede ervaren, scheppende vermogens hebben en aan God gelijk zijn. Deze staat van bewustzijn wordt binnen de new age het Christusbewustzijn genoemd. Zolang we niet ontwaakt zijn in het Christusbewustzijn leven we nog vanuit ons individuele ego. Vanuit het ego voelen we ons niet verbonden met de wereld om ons heen, oordelen we in goed en kwaad, maken we ons druk over dingen die we meemaken en over wat er allemaal in de wereld gebeurt; kortom, de vrede in ons hart is ver te zoeken. Om vrede in ons hart te krijgen zullen we tot het Christusbewustzijn moeten komen. De bedoeling is dat we uiteindelijk helemaal opgaan in het Christusbewustzijn, dat binnen de new age als de hoogste staat van bewustzijn wordt gezien.
De oppervlakkige lezer zal nu denken zie je wel, jullie onderwijzen new age pur sang. We gaan zeker niet ontkennen dat er behoorlijk wat overeenkomsten zijn. Toch zijn er ook belangrijke verschillen, die we straks zullen benoemen. Niet om te veroordelen, maar om te laten zien dat ik – naast de overeenkomsten die er zijn – toch andere inzichten heb; inzichten die terug te voeren zijn op de Bijbel. Maar eerst de overeenkomsten.
Zolang we leven vanuit het ego, dat door Paulus ‘het vlees’ (het Griekse sarx!) wordt genoemd, leven we vanuit een verduisterd bewustzijn. Dit wordt veroorzaakt door onze manier van denken. We leven dan volgens Paulus als de heidenen, in de ijdelheid van hun denken, verduisterd in hun verstand, vervreemd van het leven Gods om de onwetendheid, die in hen heerst (Efeziërs 4:17,18). Het gaat hierbij vooral om het denken in een strikte scheiding tussen God en de mens, het denken in goed en kwaad (het bewustzijn als geweten!) en een sterke focus op wat zichtbaar en tastbaar is (de buitenkant) in plaats van de diepere werkelijkheid van dingen (de binnenkant). Wij geloven dat we in een hogere of diepere staat van geestelijk bewustzijn kunnen leven, waarin we ons bewust worden van onze goddelijke Christus-identiteit, die we altijd al hebben gehad, maar door de verduistering in ons bewustzijn niet bewust waren. Deze staat van bewustzijn noemen wij ook het Christusbewustzijn. Als we ons bewust worden van onze Christus-identiteit, dan zal de vrede die alle verstand te boven gaat ons deel zijn. We maken ons geen zorgen meer voor de dag van morgen. We gaan het Christus-Licht in alle mensen zien. Deze staat van bewustzijn is voor ieder mens toegankelijk, omdat Christus in ons voor iedereen de hoop op heerlijkheid is. Dit is vanaf alle eeuwen, voor alle geslachten en onder alle volken al zo geweest (Kolossenzen 1:26,27). Wij geloven ook dat we vanuit het Christusbewustzijn met Christus als koningen zullen heersen op aarde (Openbaring 20:4-6) en ook scheppende kracht zullen hebben. Paulus spreekt in dit verband over het openbaar worden als Zonen van God, die bevrijd zijn van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid en zodoende een schepping creëren die ook vrij zal zij van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid (Romeinen 8:19-21). Zo binnen, zo buiten. Onze staat van bewustzijn (onze binnenwereld) bepaald hoe wij de buitenwereld waarnemen. Tot zover de overeenkomsten.
Zoals hiervoor al aangegeven zijn er dus behoorlijk wat overeenkomsten. Wij geloven dat christenen er goed aan zouden doen om dit gedachtegoed te implementeren in hun geloofsleven. Werkelijke geloofsgroei is groeien in geestelijk bewustzijn. Ons steeds meer bewust worden van onze Christus-identiteit en van het koninkrijk van God en welke rol wij als Zonen van God (m/v) daarin mogen vervullen. Helaas heeft de christelijke kerk al heel vroeg in de kerkgeschiedenis het bekende kind met het badwater weggekeept. De vroege kerk had te maken met de invloeden van de gnostiek die zich ook bezig hielden met de geestelijke (goddelijke) werkelijkheid. Deze gnostici maakten echter een sterke tweedeling / scheiding tussen het lichamelijke en het geestelijke. Waar Paulus duidelijk onderscheid maakte tussen vlees (sarx) en lichaam (soma), zag men binnen de gnostiek het lichamelijke als het product van een andere (kwade) god; de slechte, boze en gewelddadige god van het oude testament, die ook wel Demiurg werd genoemd. Het lichaam van de mens zag men als de ‘kerker van de (goddelijke) ziel’, waaruit de ziel bij de lichamelijke dood bevrijd wordt. Paulus geeft daarentegen juist heel hoog op van het lichaam. Hij vergelijkt ons lichaam met de tempel van de Geest! Als Paulus het over de verlossing van ons lichaam heeft (Romeinen 8:23), dan kunnen we uit de context opmaken dat hij hiermee niet bedoeld dat we uit ons lichaam bevrijd moeten worden, maar dat ons lichaam verlost zal worden van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid, zodat ons lichaam juist kan blijven bestaan! Ook Johannes keert zich (in 1 Johannes 1) tegen het gnostische dualisme. Dit wil echter niet zeggen dat Paulus en Johannes de essentie van de gnostiek, God die als het verborgen Christus-Licht in alle mensen woont, hebben verworpen. Johannes zelf schreef: “Het waarachtige Licht was komende in de wereld en heeft alle mensen verlicht.” (Johannes 1:9) en volgens Paulus is Christus alles in allen (Kolossenzen 3:11). Helaas is deze fundamentele eenheid tussen God en de mens al vroeg in de kerkgeschiedenis losgelaten, doordat de nadruk kwam te liggen op schuld, straf en vergeving. De mens zou van nature niet deugen en vanwege het kwaad in de mens kon het niet zo zijn dat Gods Geest (of zijn Licht) in de mens zou verblijven. Men is gaan denken vanuit een fundamentele scheiding tussen God en de mens en is de mens Jezus van Nazareth als de externe Verlosser gaan zien, die ons weer in verbinding met God zou hebben gebracht. Deze zienswijze is het uitgangspunt gaan vormen voor de westerse christelijke theologie.
Dan nu naar de belangrijkste verschillen. Als het om ons bewustzijn gaat, gebruik ik graag het Bijbelse beeld van de tempel. Paulus noemt ons lichaam een tempel van de Geest. De tempel bestond destijds uit drie ruimten, te weten de voorhof, het heilige en het heilige der heiligen. Deze drie ruimten komen overeen met de drie bewustzijnsstadia waarin we als mens kunnen verkeren. De voorhof staat voor het verduisterde bewustzijn, het heilige voor het Christusbewustzijn en het heilige der heiligen voor het Godsbewustzijn (in het nieuwe testament ook wel aangeduid als de ’toekomende eeuw’). We hebben hiervoor al aangegeven dat binnen de new age het Christusbewustzijn als de hoogste staat van bewustzijn wordt gezien. God valt binnen de new age volledig samen met de Christus. Ons bewustzijn kan enerzijds verduisterd zijn en anderzijds (in mindere of meerdere mate) verlicht zijn door het Christus-Licht. Waar ik drie bewustzijnsstadia onderscheid, zijn dat er binnen de new age maar twee. Hieronder een schematisch weergave van dit verschil.
Binnen de new age gaat men van het yin yang principe uit. Duisternis en licht zijn twee tegengestelde krachten, die noodzakelijkerwijs altijd zullen blijven bestaan, om elkaar in evenwicht te houden. Er is geen ruimte voor een plek waar de hemel letterlijk op aarde (de fysieke schepping) zichtbaar zal worden. Na onze dood, waarmee we ons lichaam afleggen, gaat onze ziel op in het Christusbewustzijn. Vervolgens keren we weer terug op aarde om nieuwe levenslessen te leren, net zo lang totdat we volledig verlicht zijn en voor eeuwig in de staat van het Christusbewustzijn zullen zijn.
Wat mij betreft is het Christusbewustzijn een tussenstadium, waarin we ons wel volledig bewust zijn van onze Christus-identiteit, maar ons nog niet bewust zijn van het ‘als God zijn’. Waar men binnen de new age er vanuit gaat dat we het volledige Christusbewustzijn pas binnengaan na de lichamelijke dood, geloven wij dat we hier juist met ons lichaam van vlees en bloed kunnen binnengaan. Christus is afgeleid van het Griekse woord Chrio dat contact of verbinding betekent. Christus vormt de verbinding tussen de hemel (het heilige der heiligen) en de aarde (de voorhof); tussen God, die Geest is, en de tastbare / zichtbare schepping, de materiële werkelijkheid. Het heilige in onze tempel is de staat van bewustzijn waarin we ons de hemel op aarde bewust zijn. Het Christusbewustzijn bevindt zich dan ook in het heilige van onze tempel, waar de zalfolie stroomt om het Christus-Licht (de gouden kandelaar) brandende te houden. Bijbelse synoniemen voor de Christus zijn dan ook ‘zalving van de Geest’ en ‘Licht van de wereld’. Als Paulus zegt dat Christus alles in allen is, dan bedoelt hij dat de hele schepping de door Gods Geest gezalfde werkelijkheid is. Of anders gezegd, het Christus-Licht verlicht de hele schepping van binnenuit. Die eenheid tussen God en de schepping worden we ons bewust door het heilige van onze tempel (het Christusbewustzijn) binnen te gaan. Als Paulus het heeft over God die alles in allen zal zijn, dan plaats hij dit in de toekomst (de toekomende eeuw). Hierbij gaat het om het Godsbewustzijn dat zich in het heilige der heiligen van onze tempel bevindt. Door het Christusbewustzijn als de hoogste staat van bewustzijn te zien, slaan we de tussenfase, waarin we ons wel bewust zijn van de goddelijke werkelijkheid, maar nog niet van het ‘als God zijn’ over. In het vervolg zullen we laten zien welke twee belangrijke consequenties dit heeft. In de eerste plaats voor ons individuele zijn, waarbij ons lichaam een belangrijke rol speelt en als tweede voor hoe we het lijden in de schepping kunnen duiden.
Allereerst ons individuele bestaan. De gangbare gedachte binnen de new age is dat ons individuele bestaan die we in de staat van verduisterd bewustzijn ervaren een droom is en dus geen werkelijkheid. We vinden deze gedachten terug in de Cursus in wonderen, die wel als de Bijbel van de new age beweging wordt gezien. Koos Janson (een kenner van de Cursus in wonderen) noemt het individuele bewustzijn een droom, die vanzelf weer verdwijnt als we ontwaken. Dit betekent dat ons individuele bestaan er ten diepste niet toe doet, omdat het van tijdelijke aard zou zijn. Zodra we ons lichaam afleggen (door te sterven) eindigt de tijdelijke droom van ons individuele bestaan. Het lichaam wordt als een tijdelijk ‘voertuig’ van onze ziel gezien, een gedachte die neigt naar het gnostische dualisme, alsof ons lichaam er niet toe zou doen.
Het bewustworden van ons individuele bestaan in ons lichaam van vlees en bloed (het zelfbewustzijn) lijkt mij de belangrijkste reden van de val in bewustzijn. Vandaar dat we deze val allemaal moeten doormaken. Wat is het doel van de val in bewustzijn, die de hele schepping doormaakt, als ons individuele zelfbewustzijn niet meer dan een tijdelijke droom zou zijn? Wij geloven dat de val in bewustzijn een belangrijk doel dient, namelijk dat we als individuele mensen onszelf bewust worden; niet tijdelijk, maar om als zelfbewuste mensen eeuwig leven te ontvangen. We worden volgens Jezus eerst uit (vrucht)water geboren (de natuurlijke geboorte), waarna we onszelf als individu bewust worden, om vervolgens als zelfbewuste persoon uit Geest geboren te worden (de geestelijke geboorte), de zogenoemde wedergeboorte (Johannes 3:5-7). De fysieke en tastbare wereld, waaronder ook onze lichamen, zijn in de boodschap van Jezus over het koninkrijk van God van wezenlijk belang. Jezus zegt dat de zachtmoedigen de aarde (de zichtbare schepping) zullen beërven (Matteüs 5:5). En iets verder in de bergrede zegt hij dat als ons oog helder is, ons hele lichaam (soma) verlicht zal zijn (Matteüs 6:22). We leven niet tijdelijk in een individuele droom, om uiteindelijk na onze lichamelijke dood weer op te gaan in het grote geestelijke geheel. We zijn met ons individuele bewustzijn en ons unieke lichaam bestemd voor eeuwig leven!
Ik geloof dat het scheppingsproces van de voor ons zichtbare werkelijkheid op een dag zal worden voltooid. De schepping begon in de duisternis, waarna het eerste scheppingswoord “Er zij Licht!” klonk. De duisternis op aarde (ook wel het rijk van de duisternis genoemd) zal uiteindelijk volledig verdwijnen, waardoor de hemel (het koninkrijk van God) ten volle zichtbaar zal worden op aarde. Waar Licht is verdwijnt de duisternis vanzelf. Het Christus-Licht is sterker dan de duisternis; de duisternis kan het Licht niet in haar greep krijgen (Johannes 1:5). Zodra de duisternis volledig verdreven is en er geen sprake meer kan zijn van een verduisterd bewustzijn, leven alle mensen in het Licht en zullen zij zich kunnen bewegen tussen de hemel (het Godsbewustzijn) en de aarde (het Christusbewustzijn). Zowel de geestelijke wereld (hemel) als de natuurlijke wereld (aarde) behoren tot de goddelijke werkelijkheid! Er is geen sprake van gnostisch dualisme.
Ik geloof dat we hier en nu al ten volle in het Christusbewustzijn kunnen wandelen, waarbij we de hele schepping als goddelijke werkelijkheid zullen waarnemen, maar we zijn ons in deze staat van bewustzijn nog niet bewust van het ‘als God zijn’. Zodra we eenmaal in de staat van het Christusbewustzijn wandelen, hebben we wel het onderpand ontvangen van onze erfenis, dat is de verheerlijking van ons lichaam van vlees en bloed, waardoor we verlost worden van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid (Efeziërs 1:14). Dat is het moment waarop we het Godsbewustzijn binnengaan en onze lichamen een metamorfose (van heerlijkheid tot heerlijkheid) ondergaan naar een verheerlijkt / geestelijk lichaam (2 Korintiërs 3:18). We leggen ons fysieke lichaam niet af door de lichamelijke dood (het loon dat de zonde uitbetaald; Romeinen 6:23), maar onze fysieke lichamen transformeren naar verheerlijkte / hemelse lichamen, zonder de lichamelijke dood te zien. Dit zal een collectieve gebeurtenis zijn voor de hele mensheid. De volledige en definitieve verlossing (bevrijding) van de vloek van zonde en dood, waaronder de schepping nu nog zucht, vormt voor mij de kern van het evangelie van het koninkrijk.
Het tweede belangrijke verschil betreft de visie op het lijden in de wereld. Het lijden is een indirect gevolg van de noodzakelijke val in bewustzijn die de hele schepping doormaakt. Het lijden in de wereld krijgt alleen betekenis als we geloven dat de val in bewustzijn noodzakelijk is geweest voor het scheppingsproces dat God begonnen is. Binnen de new age heeft men geen antwoord op de vraag naar het lijden. We zouden het zinloze lijden zelf veroorzaken en het is aan ons om het individueel te overstijgen. Wij geloven echter dat het lijden niet zinloos is, maar bijdraagt aan de uiteindelijke voltooiing van de schepping. Het scheppingsproces gaat door lijden tot heerlijkheid (Lukas 24:26). We zien hierin het Bijbelse koninkrijksprincipe terug van het (Christus-)zaad dat eerst in de (fysieke) akker moet ‘sterven’ om daarna tot ‘opstanding’ en bloei te komen, dwars door de fysieke schepping heen.
Volgens de Cursus in wonderen reageert Christus (ons hogere Zelf) ‘ongeroerd’ op het lijden in de wereld. Mensen die zich nog identificeren met hun ego (het zelf met een kleine z) reageren ‘geroerd’ op het lijden, door te bevriezen, te vluchten of te vechten. Christus zou echter ‘ongeroerd’ blijven onder het lijden en mensen zouden vanuit hun Christusbewustzijn hetzelfde moeten doen. Ik geloof dat Christus het Lam van God is dat sinds de grondlegging der wereld is geslacht (Openbaring 13:8). Christus ondergaat het lijden zelf, niet ‘ongeroerd’, maar volledig ‘geroerd’. Dat is wat Jezus ons aan het kruis heeft geopenbaard. Het ging aan het kruis niet alleen om het lijden van de persoon Jezus van Nazareth. Het ging aan het kruis om de openbaring van de Christus, die in ieder mens en door de hele schepping van alle tijden heen hetzelfde lijden als ons ondergaat en verdraagt. God in de hoogste vorm van bewustzijn (wat wij Vader noemen) mag dan wel ‘ongeroerd’ blijven, maar het is God zelf die zijn heerlijkheid heeft afgelegd (kenosis = ontlediging) en in Christus al het lijden in deze wereld ondergaat. Dit aspect vind je in de Cursus van wonderen niet terug. Wij geloven in lijn met het evangelie dat God ons in Christus, die alles en in allen is, ons als Herder troostend en ondersteunend nabij wil zijn. Het is niet voor niets dat de herder een plek heeft binnen de vijfvoudige bediening. Om werkelijk tot de volheid van Christus te komen (Efeziërs 4:11-13) is de mee-lijdende herder van wezenlijk belang.
Tot slot, zoals aan het begin al aangegeven, komen we nog even terug op het begrip esoterie. Esoterie houdt zich bezig met de verborgen aspecten van de werkelijkheid, de niet zintuiglijk waarneembare aspecten, het wezen van de dingen. Dat doen christenen natuurlijk ook. De term esoterie wordt echter ook gebruikt om de spirituele kennis over mensen en kosmos aan te duiden die niet voor iedereen toegankelijk zou zijn, maar alleen voor ingewijden. Het zou om een beperkte groep mensen gaan die tot een dieper begrip van de werkelijkheid en het universum komen. In die zin staan wij ver van het esoterische gedachtegoed af, omdat wij geloven dat Christus in ons de hoop op heerlijkheid is voor alle mensen; niemand uitgezonderd!
Zou je door willen praten over de inhoud van dit artikel?
Schroom dan niet en neem contact met ons op.
Klik hier als je je wilt abonneren op onze Blog / Infomail.
Vond je dit artikel de moeite waard om te lezen, overweeg dan een kleine financiële bijdrage. Het rekeningnummer is NL94 ASNB 0932 1927 50 t.n.v. P. Overduin.
Één reactie op “Hoe verhoudt zich mijn gedachtegoed ten op zichte van new age?”
Een volmondig AMEN!