De dood en opstanding van Christus gaan zoveel dieper dan het zogenoemde bovennatuurlijke wonder van de lichamelijke opstanding uit de dood van Jezus van Nazareth.
De dood en opstanding van Christus is een (voor de volle 100%) natuurlijk wonder dat in het leven van Jezus van Nazareth, de man van vlees en bloed, heeft plaatsgevonden. En dat maakt het voor ons als mensen van vlees en bloed op een geheel natuurlijke manier mogelijk om dezelfde ‘opstanding’ te ondergaan.
Bijna overal waar Paulus het over ‘dood zijn’ en ‘levend zijn’ en over ‘dood’ en ‘opstanding’ heeft, gaat het over de zogenoemde ‘geestelijke dood’ (verduisterd bewustzijn) en de ‘geestelijke opstanding’ (het Christus-Licht dat in ons opgaat; de wedergeboorte).
Een paar voorbeelden:
“Wij (lichamelijk levende mensen) zijn dan met Hem begraven door de doop in de (‘geestelijke’) dood (de ‘dood’ van Christus), opdat, gelijk Christus uit de doden (ook hier gaat het dus om de ‘geestelijke’ dood) opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens (geestelijk leven) zouden wandelen. … Zo moet het ook voor u vaststaan, dat gij (lichamelijk levende mensen) wel dood zijt (niet lichamelijk) voor de zonde, maar levend (niet lichamelijk bedoeld, maar geestelijk) voor God in Christus Jezus.” (Romeinen 6:4,11)
“Bedenk de dingen die ‘boven’ zijn en niet die op de aarde zijn, want u (lichamelijk levende mensen) bent gestorven (niet lichamelijk, maar het ‘vlees’) en uw leven is met Christus verborgen in God.” (Kolossenzen 3:2,3)
“Want ik (de lichamelijk levende Paulus) ben door de wet voor de wet gestorven (niet lichamelijk, maar het ‘vlees’) om voor God te leven. Met Christus ben ik gekruisigd (niet lichamelijk gestorven), en toch leef ik, dat is, niet meer mijn ik (ego), maar Christus leeft in mij.” (Galaten 2:19,20)
“Ook u (lichamelijk levende mensen), hoewel gij dood (niet lichamelijk, maar geestelijk) waart door uw overtredingen en zonden, …” (Efeziërs 2:1)
“ons (lichamelijk levende mensen), hoewel wij dood (niet lichamelijk, maar geestelijk) waren door de overtredingen mede levend gemaakt (in de Geest) met Christus (door genade zijt gij behouden), en heeft ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten, met Christus Jezus.” (Efeziërs 2:5,6)
“daar wij niet zien op het zichtbare (de lichamelijke dood en opstanding van Jezus), maar op het onzichtbare (de ‘geestelijke’ dood en opstanding van Christus); want het zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig.” (2 Korintiërs 4:18; Paulus leerde overigens geen dualistisch gnosticisme!)
Als dit de kern van de boodschap was die Paulus verkondigde, hetgeen hij het evangelie van Christus [1] noemt, waarom zou de kern van het evangelie dat Jezus van Nazareth verkondigd heeft dan de opstanding uit de lichamelijke dood zijn?
Het gaat in het evangelie van Christus om de ‘geestelijke dood’ en de ‘geestelijke opstanding’ van Christus, die alles in allen is.
“het evangelie der heerlijkheid van Christus, die het beeld Gods is.” (2 Korintiërs 4:4)
Wat heeft er plaatsgevonden op Golgotha en op de vroege ochtend van de derde dag (en daartussen)?
Jezus van Nazareth is gegeseld en gemarteld en zijn – tot op het bot – verminkte lichaam is aan een kruis gespijkerd. Hij was op sterven na dood. Het Christus-Licht in hem, dat zo krachtig had geschenen op de berg van verheerlijking, was nagenoeg uitgedoofd. Hij heeft zijn ‘Gode-gelijk-zijn’ niet als een roof geacht, maar heeft de gestaltenis van een slaaf aangenomen. Jezus bevond zich op dat moment wat zijn geestelijke bewustzijn betreft in de buitenste duisternis; de staat van bewustzijn die wij de ‘hel’ zijn gaan noemen. De Christus in hem was ‘gestorven’, hetgeen resulteerde in de drie-uur-durende duisternis. Natuurlijk kan de Christus (die het beeld van God en dus Geest is) niet letterlijk doodgaan, maar het gaat hier om een staat van bewustzijn waarin we ons het Christus-Licht totaal niet meer bewust zijn. Geestelijk gezien was Jezus ‘dood’. Hij ervoer op dat moment helemaal niets meer van zijn Vader, van zijn ‘Gode gelijk zijn’. “Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?“; het is de roep vanuit de diepste duisternis van zijn ziel.
Na circa zes uur – hetgeen voor een ‘normale’ kruisiging waarop de lichamelijke dood volgde heel kort was – wordt het lichaam van Jezus van het kruis gehaald en in een graf gelegd. De lijkwaden worden om zijn lichaam gewikkeld, maar de doek die om zijn hoofd gewikkeld moest worden, wordt ergens anders in het graf neergelegd, netjes opgevouwen. (Why?) Ademde Jezus nog? Het lichaam van Jezus wordt verzorgd met – omgerekend 30 kilo! – mirre en aloë. Een hoeveelheid die voor de balseming van een overleden lichaam exorbitant veel was. (Why?) Met die hoeveelheden werd het in die tijd wel gebruikt voor wondverzorging en pijnverzachting. Na drie dagen gaan er vrouwen naar het graf om het lichaam van Jezus opnieuw te balsemen met de kruiden die ze gekocht hadden; onderweg vragen ze zich af wie de steen voor het graf voor hen zal wegrollen. (Why?) In het verhaal van de dood van Lazarus waren het de vrouwen die vanwege de lijklucht wilden voorkomen dat het graf na drie dagen nog geopend zou worden. Waren de vrouwen in de veronderstelling dat Jezus nog leefde en wilde ze daarom het graf openen om zijn lichaam nog een keer te verzorgen?
In de tussentijd (tussen de graflegging en het moment dat de vrouwen weer naar het graf gaan) vindt het grootste natuurlijke wonder plaats dat ooit in de menselijke geschiedenis heeft plaatsgevonden. De opstandingskracht van Christus komt ’tot leven’ in het vergankelijke en sterfelijke lichaam van Jezus en binnen drie dagen ondergaat het kapotgeslagen, totaal verminkte en volledig uitgeputte lichaam van Jezus door de opstandingskracht van Christus een metamorfose (gedaantewisseling) tot een hemels verheerlijkt lichaam. De openbaring van de opstanding van Christus, dwars door het lichaam van Jezus van Nazareth heen, is een feit! Dit is het werkelijke wonder van de opstanding! Dit is het werkelijke wonder van Pasen! Of Jezus nu lichamelijk dood is geweest of niet doet er helemaal niet toe. Juist het geloof in het dogma van de lichamelijke opstanding van Jezus zorgt voor een bedekking van het werkelijke wonder dat heeft plaatsgevonden en van de werkelijke openbaring waarvoor de opstanding van Christus ons de (geestelijke) ogen wil openen.
Als het voor Jezus van Nazareth mogelijk was om deze gedaantewisseling (metamorfose) vanuit een lichamelijke toestand die niets aan de verbeelding overlaat, in drie dagen te ondergaan, dan is het voor ieder mens mogelijk, ongeacht onze lichamelijke toestand, om in een korte tijd een gedaantewisseling te ondergaan tot een verheerlijkt lichaam.
“Indien de Geest van Hem (Christus), die Jezus uit de (‘geestelijke’) dood heeft opgewekt, in u woont, dan zal Hij, die Christus Jezus uit de (‘geestelijke’) dood opgewekt heeft, ook uw sterfelijke (niet uw dode!) lichamen levend maken door zijn Geest (Christus), die in u woont.” (Romeinen 8:11)
“Want dit vergankelijke (niet het dode) moet onvergankelijkheid aandoen en dit sterfelijke (niet het dode) moet onsterfelijkheid aandoen.” (1 Korintiërs 15:54)
De tweede Adam (Christus in ons) is werkelijk een levendmakende Geest! Christus in ons is werkelijk onze hoop op heerlijkheid, de hoop op een verheerlijkt lichaam, ongeacht de staat van bewustzijn (hoe verduisterd die ook nog mag zijn) waarin we nu verkeren.
“ons vernederd (niet ons dode!) lichaam zal veranderen, zodat het aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt, naar de kracht, waarmede Hij ook alle dingen Zich kan onderwerpen.” (Filippenzen 3:21)
Jezus van Nazareth heeft werkelijk de dood overwonnen! En dat is onze hoop op eeuwig leven, hier en nu!
“Een ieder, die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven; gelooft gij dat?” (Johannes 11:26)
Natuurlijk heeft Jezus het ook hier over de ‘geestelijke dood’ en ‘geestelijk leven’. Maar zodra wij geestelijk werkelijk tot leven zijn gekomen (door de wedergeboorte), dan heeft de lichamelijke dood geen macht meer over ons en zal ons lichaam van vlees en bloed tot een gedaantewisseling komen en veranderen in een verheerlijkt lichaam.
“Dit is het brood, dat uit de hemel nedergedaald is; niet gelijk de vaderen gegeten hebben en (lichamelijk) gestorven zijn; wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven.” (Johannes 6:58)
“Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding (de wedergeboorte!): over hen heeft de tweede dood (de lichamelijke dood) geen macht.” (Openbaring 20:6)
“Dood, waar is uw overwinning? Dodenrijk, waar is uw prikkel? De prikkel des doods is de zonde en de kracht der zonde is de wet.” (1 Korintiërs 15:55,56)
De wet is een beeld van de kennis van goed en kwaad. Door de kennis van goed en kwaad is de zonde (het doel missen; lichamelijk doodgaan) de wereld binnen gekomen. Jezus kwam om het doel-missen (de zonde) van de wereld weg te nemen. Hij is ons als eersteling voorgegaan, opdat uiteindelijk al zijn broeders en zusters (de hele mensheid!) hem zouden volgen. Halleluja!
[1] Romeinen 15:19; 1 Korintiërs 9:12; 2 Korintiërs 2:12, 4:4, 9;13, 10:14; Galaten 1:7; Filippenzen 1:27; 1 Tessalonicenzen 3:2
Zou je door willen praten over de inhoud van dit artikel?
Schroom dan niet en neem contact met ons op.
Klik hier als je je wilt abonneren op onze Blog / Infomail.
Vond je dit artikel de moeite waard om te lezen, overweeg dan een kleine financiële bijdrage. Het rekeningnummer is NL94 ASNB 0932 1927 50 t.n.v. P. Overduin.
Één reactie op “De dood en opstanding van Christus”
Geweldig!