Categorieën
Reformatie

Het ging Jezus om bevrijding en niet om de vergeving van zonden

Het thema dat als een rode draad door het oude testament loopt is bevrijding. Ik noem een aantal voorbeelden. In de moederbelofte wordt beloofd dat we bevrijd zullen worden van de invloed van de slang. Noach en de zijnen werden bevrijd uit een wereld waarin het kwaad de overhand had gekregen. Jozef kwam vrij na een lange periode van gevangenschap. Het volk Israël werd bevrijd uit de slavernij in Egypte. Voordat het volk het beloofde land in kon trekken, moest het land bevrijd worden van de volkeren die daar woonden. In de periode van de richters werd het volk steeds weer bevrijd uit de handen van onderdrukkers. Ten tijde van de koningen moest het volk steeds weer opnieuw bevrijd worden van volken die hen aanvielen. Weer later werd het volk bevrijd uit de ballingschap. Uiteindelijk keek men uit naar de Messias die hen definitief zou moeten bevrijden van de machthebbers.

En dan volgt de eerste ‘preek’ van Jezus in de synagoge van Nazareth, waarin hij citeert uit de boekrol Jesaja (61:1). Jezus was gezalfd door de Geest van de Heer om de blijde boodschap (het evangelie) te brengen.
De preek van Jezus bestond uit drie punten:
1) aan gevangenen bevrijding (Grieks: aphesis*) verkondigen;
2) aan blinden het gezicht geven en
3) verslagenen heenzenden in vrijheid (Grieks: aphesis*).
(Lukas 4:18,19) * Ik kom straks terug op het Griekse woord ‘aphesis’.

Dezelfde driedeling vinden we ook al in Psalmen 146:7,8
1) De Here maakt de gevangenen los,
2) de Here maakt de blinden ziende,
3) de Here richt de gebogenen op, …

Het ging Jezus om bevrijding en vrijheid, die tot stand zal komen als onze ogen geopend worden. Jezus spreekt met geen woord over de noodzaak van vergeving van zonden. Jezus was gekomen als het lam van God om de zonde van de wereld weg te nemen; om ons te bevrijden (te verlossen) van de zonde, de doelloosheid van het leven in de duisternis (onder de vloek van zonde en dood). De blijde boodschap van het evangelie richt zich dan ook op het koninkrijk van God, de situatie waarin we volledig bevrijd / verlost zullen zijn van de vloek van zonde en dood. Bevrijding uit het rijk der duisternis om te gaan wandelen in het koninkrijk van het Licht. Daar wil Jezus onze ogen voor openen.

Op basis van dit alles zouden we dus mogen verwachten dat de christelijke kerk het evangelie van bevrijding van zonde zou verkondigen. Dit is echter niet het geval. De christelijke kerk verkondigt al eeuwenlang de boodschap van vergeving van zonden op grond van het zondoffer dat Jezus met zijn kruisdood gebracht zou hebben en de daadwerkelijke bevrijding van zonde wordt door de christelijke kerk naar de toekomst verwezen.

Waar gaat het mis? De oorzaak moeten we zoeken in het verschil tussen het oude verbond en het nieuwe verbond. Onder het oude verbond draaide het namelijk wel om de vergeving van zonden. Door de zondoffers werden de overtredingen van de wet vergeven, maar de oorzaak van het zondigen (het leven in de duisternis) bleef bestaan. Daarom werd er steeds weer opnieuw gezondigd en moest er telkens weer opnieuw geofferd worden. Vergeving van zonden komt neer op symptoombestrijding. Het oude verbond (het systeem van wet en zondoffer) is niet toereikend om ons werkelijk van de zonde(macht) te bevrijden. De blijde boodschap van het nieuwe verbond is dat de mens hier en nu bevrijd kan worden van de zonde(macht), die ons aanzet tot zondigen. Door bevrijding van zonde wordt de oorzaak weggenomen.

Hoe kan het dan dat de kernboodschap van de christelijke kerk al eeuwenlang vergeving van zonden is, op grond waarvan we gered zouden zijn en eeuwig leven zouden ontvangen?

Het antwoord is eenvoudig. Vroeg in de christelijke kerk is men het zicht op het mysterie ‘Christus in ons’, waar Jezus ons de ogen voor heeft willen openen, kwijtgeraakt. ‘Christus in ons’ is onze hoop op heerlijkheid (Kolossenzen 1:27), hetgeen verwijst naar de situatie waarin we volkomen bevrijd zijn van de zonde(macht). De mind of Christ heeft al vroeg in de kerkgeschiedenis plaats gemaakt voor de mind of flesh. Paulus waarschuwde de gemeente in Galaten al voor het terugkeren naar een evangelie dat geen evangelie is. Dat men zich niet opnieuw een slavenjuk op moest laten leggen. Men had namelijk de neiging om terug te keren naar de principes van het oude verbond, waarin de vergeving van zonden centraal stond. Men begon weer naar het vlees te wandelen en de wet te hanteren, die de oude mens schuldig verklaard en veroordeeld en op grond waarvan er een zondoffer nodig was.

De theologie van vergeving van zonden is ook bepalend geweest bij het vertalen van de Bijbel vanuit de grondtalen. Overal in het Nieuwe Testament is het Griekse woord ‘aphesis’ dat primair ‘loslating’ of ‘bevrijding’ betekent, vertaald met ‘vergeving’. Er maar is één tekst in het hele nieuwe testament waar ‘aphesis’ wel vertaald is met ‘loslating’ en dat is uitgerekend Lukas 4:19, waarin we lezen van de eerste preek van Jezus in de synagoge van Nazareth, waarin hij zijn missie heeft bekendgemaakt. In dit vers gaat het om een citaat vanuit Jesaja. Men kon het dus niet anders vertalen dan de manier waarop het in Jesaja beschreven stond.

De Geest des Heren HEREN is op mij, omdat de HERE mij gezalfd heeft; Hij heeft mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan ootmoedigen, om te verbinden gebrokenen van hart (3), om voor gevangenen vrijlating uit te roepen (1) en voor gebondenen opening der gevangenis (2).” (Jesaja 61:1)

Deze drie punten zijn in het Grieks van het nieuwe testament in een andere volgorde terecht gekomen:
1) gevangenen ‘loslating’ (bevrijding) verkondigen;
2) blinde ogen openen, zodat we uit de duistere gevangenis kunnen komen (zie Lukas 11:34);
3) verslagenen heenzenden in vrijheid; gebogenen oprichten.

Bij het derde punt gaat het om het bevrijden van de onderdrukking, waar we als gevolg van de vloek van zonde en dood, onder gebukt gaan. Dit zal gebeuren als onze (geestelijke) ogen worden geopend (2) en we vanuit de duisternis (de gevangenis) in het Licht gaan wandelen (1).

Maar wat schets onze verbazing als we verder in het nieuwe testament lezen? Als Paulus voor koning Agrippa staat om te getuigen van zijn bekering en roeping en daarbij verwijst naar de driedeling die Jezus in de synagoge van Nazareth had aangehaald uit Jesaja 61, dan ziet dit in onze vertalingen er als volgt uit:
* om (blinde) ogen te openen (2);
* bekering uit de duisternis tot het licht; van de macht van satan tot God; loslating uit de gevangenis! (1)
* opdat zij vergeving (aphesis) van zonden zouden ontvangen (3).
(Handelingen 26:18)

Daar waar ‘aphesis’ in Lukas 4:19 (overeenkomstig het citaat uit Jesaja) vertaald wordt met ‘loslating’, wordt het hier ineens vertaald met ‘vergeving’. Jezus zou op grond van zijn dood en opstanding vergeving van zonden hebben verkondigd in plaats van het koninkrijk van God, waar gebogenen en verdrukten worden opgericht en heengezonden worden in vrijheid (loslating / bevrijding van zonde).

Dit is op alle andere plaatsen in het nieuwe testament ook het geval. Overal waar er sprake is van loslating / bevrijding van zonde, wordt er in onze vertalingen gesproken over vergeving van zonden, die op grond van de wet (de kennis van goed en kwaad) nodig zou zijn en waarvoor Jezus aan het kruis in onze plaats boete gedaan zou hebben.

Paulus is door God gezonden om mensen de bevrijding van de vloek van zonde en dood te verkondigen. Deze bevrijding van de vloek vindt plaats als onze geestelijke ogen opengaan, waardoor we vanuit de gevangenis van het rijk der duisternis overgaan in het koninkrijk van het Licht. We worden dan met recht heengezonden in vrijheid, zodat we ons doel niet meer missen, maar tot onze bestemming gaan komen, de verheerlijking van ons lichaam! De vergeving van zonden speelt hier volgens Jezus en Paulus helemaal geen rol.

Ook in andere brieven van Paulus lezen we dat dit de kern was van zijn boodschap:

Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde, in wie wij de verlossing hebben, de vergeving bevrijding (aphesis) van zonden.” (Kolossenzen 1:13,14)

En ook hier gaat het om bevrijding / loslating van de vloek en niet om vergeving. Ergens van verlost worden, wil zeggen dat je er volledig vrij van bent. Vergeving van zonden is enkel symptoombestrijding.

Tot slot nog een tekst uit de Hebreeën-brief:
Waar dan voor deze dingen (voor de zonden) vergeving bevrijding (aphesis) bestaat, is er geen zondoffer meer nodig.” (Hebreeën 10:18)

Ook hier gaat het om bevrijding i.p.v. vergeving. Bij vergeving van zonden blijft de noodzaak van een zondoffer juist wel in stand. Zodra we bevrijd zijn van de zonde, waar Jezus onze ogen voor heeft willen openen, is er geen offer voor de zonden meer nodig. Jezus heeft een einde gemaakt aan de zondoffers die op grond van de wet van Mozes gebracht moesten worden, door onze ogen te openen voor de geestelijke werkelijkheid. Niet door zelf als het ultieme zondoffer dienst te doen, waardoor het principe van het oude verbond in ons denken een rol zou blijven spelen.

Deze structurele vertaalfout van het Griekse woordje ‘aphesis’ is één voorbeeld van hoe de heersende westerse theologie onze vertaling van de Bijbel heeft bepaald.

Zou je door willen praten over de inhoud van dit artikel?
Schroom dan niet en neem contact met ons op.

Klik hier als je je wilt abonneren op onze Blog / Infomail.

Vond je dit artikel de moeite waard om te lezen, overweeg dan een kleine financiële bijdrage. Het rekeningnummer is NL94 ASNB 0932 1927 50 t.n.v. P. Overduin.

2 reacties op “Het ging Jezus om bevrijding en niet om de vergeving van zonden”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *