Categorieën
Lijden

U hebt nog niet tot bloedens toe weerstand geboden in uw strijd tegen de zonde

Wie met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien.” (Psalmen 126:5)

De titel van dit artikel komt uit de brief aan de Hebreeën (12:4). Een oproep die zomaar tot gefronste wenkbrauwen kan leiden. Alles is toch genade? Iedereen is toch al gered? Iedereen is al “in Christus”, je hoeft het alleen maar te aanvaarden, meer niet. Dat is toch de blijde boodschap? In dit artikel willen we duidelijkheid scheppen over enerzijds het feit dat er niemand verloren zal gaan, maar anderzijds dat dit wel degelijk gepaard gaat met strijd, juist voor degenen die in deze tijd als pioniers de boodschap van onvoorwaardelijke genade verkondigen. Zij zijn als de arbeiders in de wijngaard, die op het heetst van de dag al aan het werk gezet worden en waar later op de dag degenen die op het laatste moment aanhaken profijt van zullen hebben (Matteüs 20:1-16). De vraag is of we daartoe bereid zijn en of we de kosten vooraf berekend hebben?

Want wie van u, die een toren wil bouwen, zet zich niet eerst neder om de kosten te berekenen, of hij het werk zal kunnen volbrengen?” (Lukas 14:28)

Ons verduisterde bewustzijn en het Christus-Licht
Er zijn in Nederland nog maar weinig christenen die het evangelie volledig vanuit het bewustzijnsperspectief benaderen. Verreweg de meeste christenen duiden (de kern van) het evangelie nog vanuit de kennis van goed en kwaad, waardoor het evangelie (volgens hen) zou gaan om onze rechtvaardiging en vrijspraak van het oordeel, waaronder we terecht zouden komen als Jezus daar niet op de één of andere manier plaatsvervangend aan het kruis voor betaald zou hebben. Wij zijn wat dat betreft echte pioniers en bewandelen een pad dat nog niet eerder bewandeld is. Het evangelie heeft wat ons betreft niets van doen met (de kennis van) goed en kwaad en dus ook niet met een juridische rechtvaardiging op grond van wat Jezus voor ons gedaan zou hebben. Het evangelie draait volledig om Licht en duisternis, hetgeen geen equivalenten zijn van goed en kwaad! Jezus is onze duisternis binnengekomen om ons te openbaren hoe we vanuit de duisternis in het Licht kunnen gaan wandelen. Of anders gezegd, hoe we ons bewustzijn kunnen laten verlichten door het Christus-Licht dat binnenin ieder mens aanwezig is. Jezus is ons op deze Weg voorgegaan.

Ons bewustzijn is door onze dualistische manier van denken verduisterd geraakt, waardoor we ons niet meer bewust zijn van wie we als mens in werkelijkheid zijn. Het gevolg is dat we in een wereld terecht zijn gekomen, waarin de kennis van goed en kwaad een belangrijke rol speelt. We degraderen het evangelie als we denken dat God Jezus heeft gezonden om de problemen die gerelateerd zijn aan de kennis van goed en kwaad (denk aan schuld, zonde, straf en oordeel) voor ons op te lossen. Nee, het goede nieuws dat Jezus verkondigde dat we bevrijd kunnen worden uit deze verduisterde wereld. En die bevrijding vindt plaats als onze verduisterde bewustzijn verlicht wordt. Zodra het verduisterde bewustzijn door het Christus-Licht wordt verlicht, worden we ons weer bewust van onze goddelijke oorsprong en onze Christus-identiteit, die we altijd al gehad hebben. We gaan de wereld om ons heen niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk anders waarnemen. We gaan Christus in alles en iedereen zien en de wereld van goed en kwaad verdwijnt uit ons zicht.

De verlichting van het bewustzijn is niet alleen een individuele -, maar ook een collectieve aangelegenheid. Omdat er sprake is van een collectief verduisterd bewustzijn spreken we over het ‘rijk van de duisternis’. Aan de andere kant van het bewustzijnsspectrum – daar waar het collectieve bewustzijn volledig verlicht is door het Christus-Licht – is er sprake van het koninkrijk van God. De wereld waarin de kennis van goed en kwaad bepalend is, bevindt zich volledig binnen het zogenoemde ‘rijk van de duisternis’ (het verduisterde gebied van het collectieve bewustzijn). Binnen het koninkrijk van het Licht bestaat er geen goed en kwaad. Zolang de kennis van goed en kwaad een rol speelt in ons denken en handelen, bevinden we ons nog in de staat van het verduisterde bewustzijn.

De bedoeling is dat we uit de verduisterde staat van bewustzijn verlost worden en in het Licht gaan wandelen door ons Christusbewust te worden. Doordat men (de kern van) het evangelie echter is gaan duiden vanuit de kennis van goed en kwaad (zonde, schuld, straf, oordeel, vergeving, rechtvaardiging, enzovoort) blijven mensen gevangen in de verduisterde staat van bewustzijn en vindt er geen daadwerkelijke verandering (metanoia) plaats in het binnenste van mensen. De gevolgen hiervan worden pijnlijk zichtbaar binnen de christelijke wereld. Denk aan de onthullingen die David de Vos nog niet zo lang geleden naar buiten heeft gebracht. We staan als christenen niet bekend om onze onderlinge Liefde, hetgeen ook niet verwacht kan worden, zolang we in het ‘evangelie’ van vergeving van zonden geloven en daardoor denken dat we gerechtvaardigd (lees: goed genoeg) zijn in Gods ogen.

Het ware evangelie
Het evangelie draait niet om de vergeving van onze fouten en gebreken. Onze misstappen zijn een direct gevolg van het verduisterde bewustzijn en daarmee zijn het symptomen van een dieperliggend probleem. Vergeving van zonden en bekering van ons gedrag komt neer op symptoombestrijding, terwijl ons bewustzijn verduisterd blijft. Het draait in het evangelie om de verlichting van ons bewustzijn door het Christus-Licht, waardoor we daadwerkelijk vanuit het rijk van de duisternis overgeplaatst worden in het koninkrijk van het Licht. Het evangelie van het koninkrijk is gericht op deze overgang. De overgang van de duisternis naar het Licht zorgt voor een diepgaande en blijvende verandering in ons binnenste, waardoor de symptomen van het verduisterde bewustzijn (onze fouten, gebreken en misstappen) vanzelf uit ons leven verdwijnen. Deze overgang (de zogenoemde wedergeboorte) vindt niet zonder slag of stoot plaats. We worden niet wedergeboren in het koninkrijk van het Licht door een zondaarsgebed te bidden of door in de juiste dogma’s (zoals de vergeving van zonden) te geloven of door Jezus als God te erkennen en ook niet door alleen maar te aanvaarden dat iedereen al in Christus is en dus al gered zou zijn. Al deze dingen brengen geen verschuiving in ons bewustzijn teweeg en daarom ook geen diepgaande en blijvende verandering in mensenlevens. Dit verklaart waarom er nauwelijks of geen verschil is op te merken tussen het leven van christenen en dat van niet-christenen. Aan de wedergeboorte gaat een (zwangerschaps)proces vooraf met allerlei ongemakken en er komen barensweeën aan te pas om de (weder)geboorte daadwerkelijk te laten plaatsvinden. Bloed, zweet en tranen… Of we het nu leuk vinden of niet. Het is de prijs die we zelf moeten betalen.

Strijd en lijden in het nieuwe testament
Laten we eens kijken naar wat we in het nieuwe testament lezen over de ‘strijd’ (denk aan lijden, verdrukking en inspanning) die geleverd moet worden om tot ons doel (het binnengaan van de heerlijkheid) te komen.

Moest de Christus dit niet lijden om in zijn heerlijkheid in te gaan?” (Lukas 24:26)

Dit heb ik tot u gesproken, opdat gij in mij vrede hebt. In de wereld lijdt gij verdrukking, maar houdt goede moed, ik heb de wereld overwonnen.” (Johannes 16:33)

Want aan u is de genade verleend, voor Christus, niet alleen in hem te geloven, maar ook voor hem te lijden, …” (Filippenzen 1:29)

Daarom, mijn geliefden, … blijft des te meer bij mijn afwezigheid uw behoudenis bewerken met vreze en beven, …” (Filippenzen 2:12)

Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de wedloop volbracht, ik heb het geloof behouden.” (2 Timoteüs 4:7)

Geliefden, ik vermaan u als bijwoners en vreemdelingen, dat gij u onthoudt van de vleselijke begeerten, die strijd voeren tegen uw ziel.” (1 Petrus 2:11)

Beijvert u daarom des te meer, broeders en zusters, om uw roeping en verkiezing te bevestigen; want als gij dit doet, zult gij nimmer struikelen.” (2 Petrus 1:10)

Natuurlijk valt er één en ander af te dingen op de vertaling en op de gangbare interpretaties van deze teksten, maar de strekking is toch dat het geloofsleven niet altijd over rozen gaat. Het binnengaan in de heerlijkheid komt ons blijkbaar niet aanwaaien. We zullen ons ervoor moeten inspannen.

De eeuwige goddelijke realiteit
Voordat we ingaan op de inspanning die we moeten leveren, wil ik eerst duidelijk maken dat er feitelijk gezien niets hoeft te gebeuren! We kunnen immers niet worden wie we al zijn! We strijden daarom niet om iets te verdienen of iets te ontvangen. De hele schepping, dus ook ieder mens, vindt zijn oorsprong in Christus; “alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen en Hij is voor alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem.” (Kolossenzen 1:16,17). Ieder mens leeft, beweegt en bestaat in God (Handelingen 17:28). Gods Geest ‘woont’ in het heilige der heiligen van ieder mens (in ons lichaam als de tempel van de Geest). Er bestaat geen aparte geest van de mens los van Gods Geest. Er is maar één Geest.

Beijvert u om de eenheid des Geestes te bewaren door de band des vredes: één lichaam en één Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop uwer roeping, één Here, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die is boven allen en door allen en in allen.” (Efeziërs 4:4)

Ieder mens heeft een goddelijke oorsprong en we zijn in die ene Geest allemaal met elkaar verbonden. We zijn als mens een incarnatie van Gods Geest of in het Engels Spirit slow down to visibility. Het koninkrijk van God – dat vanaf de grondlegging der wereld in gereedheid is gebracht – is hier en nu aanwezig, of we het ons nu bewust zijn of (nog) niet. God is volmaakte Liefde en rekent het kwaad niet toe. Alles bedekt zij, alles verdraagt zij (1 Korintiërs 13:5,7). En aangezien Gods Wezen altijd Liefde is geweest, is dit altijd al zo geweest; ook vóór het kruis was Gods Wezen Liefde. Jezus ging niet aan het kruis om in onze plaats voor de zonden gestraft te worden, ook niet om vergeving van zonden mogelijk te maken of om de verbinding tussen God en de mens weer te herstellen. Door ons denken in goed en kwaad zijn we het evangelie op deze manier gaan interpreteren, maar in werkelijkheid is er nooit sprake geweest van scheiding tussen God en de mens.

Het enige probleem dat we als mens hebben, is dat we ons niet bewust zijn van de eeuwige goddelijke realiteit van Gods koninkrijk hier en nu.

Door onze manier van denken (in goed en kwaad en andere vormen van dualiteit) is ons bewustzijn verduisterd geraakt, waardoor we het Licht van Gods koninkrijk, dat zich binnenin ieder mens bevindt, niet kunnen waarnemen. We zijn door de duisternis blind geworden voor de geestelijke werkelijkheid van Gods koninkrijk. We hebben als mens(heid) een verschuiving in ons bewustzijn nodig; van de duisternis naar het Licht en die shift in ons bewustzijn blijkt alleen mogelijk te zijn door een bepaalde mate van lijden, inspanning en verdrukking.

Bekering (mindshift) van een mind of flesh naar de mind of Christ
Zolang ons leventje voortkabbelt zonder al te grote problemen zullen we geestelijk gezien in een slapende toestand blijven. Alles in deze (verduisterde) wereld is er (onbewust) op gericht om ons in deze toestand te houden. We maken het leven binnen het collectief verduisterde bewustzijn graag zo geriefelijk mogelijk. We proberen het lijden tot een minimum te beperken en dit gebeurt vooral door symptoombestrijding. Denk als voorbeeld aan de gezondheidszorg en de farmaceutische industrie. Met alle goede bedoelingen, die er zeker zijn, probeert men lichamelijke en mentale klachten met allerlei behandelingen en medicijnen te verhelpen, terwijl het werkelijke medicijn waarmee de oorzaak van alle gezondsheidsklachten wordt aangepakt te vinden is in de oproep van Jezus; “Bekeert u, want het koninkrijk van God is binnenin u.” Om tot verlichting van ons bewustzijn te komen zullen we een bekering (metanoia / mind-shift) moeten ondergaan van een vleselijke mind-set (mind of flesh) naar een geestelijke mind-set (mind of Christ). Er is sprake van een mind of flesh als we onze gedachten, gevoelens en ons handelen baseren op hoe we onszelf en de wereld om ons heen waarnemen met onze vijf zintuigen, zonder ons bewust te zijn van de realiteit van Gods koninkrijk. Als voorbeeld. Stel, je voelt je ziek en je hebt heftige jeuk van de uitslag die op je lichaam te zien is. Op basis van wat je voelt, ziet en ervaart ga je naar de dokter. De dokter stelt een diagnose vast en geeft een behandeling waarmee de symptomen worden bestreden. Of een andere variant. We voelen ons ziek en bezoeken niet een dokter, maar een genezingsdienst, om daar een instant-genezingswonder te ontvangen, hetgeen bij sommige mensen ook daadwerkelijk lijkt te gebeuren. Of het nu via de reguliere gezondheidszorg of via een genezingsdienst is, zodra we weer beter zijn, leven we weer verder zonder dat onze staat van bewustzijn veranderd is. Zolang ons denken en doen voorkomt vanuit een mind of flesh zullen we gevangen blijven in de verduisterde staat van ons bewustzijn. De mind of Christ daarentegen staat voor gedachten en gevoelens die gebaseerd zijn op het koninkrijk van God. We bekijken onszelf en de wereld om ons heen vanuit Gods perspectief (in de Geest). Weer een voorbeeld. Zodra we ons ziek voelen, focussen we ons op de realiteit van Christus in ons. Er vindt op dat moment een bekering (metanoia) in ons denken plaats van de mind of flesh naar de mind of Christ. Door de bril van Christus zien we onszelf als een volmaakte incarnatie van Gods Geest. Als gevolg van ons verduisterde bewustzijn kunnen we wel symptomen van ziekte waarnemen, maar in het Licht van Gods Geest kan er geen ziekte bestaan. Door deze mindshift (metanoia) komt het Christus-Licht vrij in ons bewustzijn, waardoor de verduistering, die de ziekte-symptomen hebben veroorzaakt, verdwijnt en als we volharden in de strijd tegen de mind of flesh (de werkelijke geestelijke strijd!), zullen de symptomen op den duur verdwijnen. We kunnen dit principe ook toepassen op andere gebieden, zoals een verslaving. Ook hier een voorbeeld. Stel dat je een rookverslaving hebt waar je vanaf wilt. Vanuit de mind of flesh voel je jezelf schuldig omdat je rookt of misschien ben je wel bang dat het je gezondheid zal aantasten. Je kunt vanuit de mind of flesh met allerlei hulpmiddelen de ‘strijd’ aanbinden tegen de rookverslaving. Bij sommigen lukt het, bij sommigen ook niet en anderen vallen zodra er zich een lastige situatie voordoet weer terug in hun oude gewoonte. Ook als het wel lukt om vanuit de mind of flesh de rookverslaving te doorbreken, veranderd er niets aan onze staat van bewustzijn. Benaderen we de rookverslaving vanuit de mind of Christ, dan zien we onszelf als een nieuwe schepping. Er is helemaal niets mis met ons. We focussen ons op onze volmaakte eenheid met God. Door deze mindshift komt er Christus-Licht vrij in ons bewustzijn. Hoe taai de mind of flesh ook mag zijn, door te volharden in de strijd tegen vleselijke gedachten en gevoelens zullen we op den duur een diepe rust en vrede gaan ervaren, waardoor de hang naar nicotine vanzelf zal verdwijnen. We zijn dan niet alleen van onze rookverslaving verlost, maar er heeft ook een verschuiving in ons bewustzijn plaatsgevonden, waardoor we daadwerkelijk een innerlijke verandering hebben ondergaan. Deze voorbeelden laten zien hoe mensen daadwerkelijk van binnen kunnen veranderen door het evangelie (het goede / blijde nieuws) van het koninkrijk, door Paulus ook wel het evangelie van Christus genoemd. Het evangelie van Christus is niet gericht op gedragsverandering, maar op een verandering in ons bewustzijn, een mindshift (metanoia) van een mind of flesh naar de mind of Christ.

De praktijk is weerbarstiger
Nu zou je kunnen denken dat het allemaal wel heel eenvoudig klinkt en dat de praktijk toch echt weerbarstiger is dan de voorbeelden die ik zojuist heb beschreven. Dat klopt helemaal! Zo eenvoudig werkt het inderdaad niet! Maar dat maakt het principe niet minder waar. Dat de praktijk weerbarstiger is, komt doordat we als mensen geen losstaande individuen zijn. Zoals we al eerder hebben aangegeven, hebben we te maken met een collectief bewustzijn. Er is maar één Geest, één Bewustzijn, waar we allemaal uit voortkomen en waar we allemaal mee verbonden zijn. Doordat het grootste deel van de mensheid (nog) leeft vanuit de mind of flesh hebben we allemaal te maken met de verduistering van dat ene Bewustzijn. De verbondenheid in de Geest zorgt ervoor dat je als individu niet zomaar vanuit het collectief verduisterde bewustzijn in het (meer verlichte) Christusbewustzijn kunt stappen. Het vraagt inspanning en volharding om tegen de stroom van het collectief verduisterde denken in te roeien. En juist bij het ondergaan van ‘verdrukking’ (ongeacht wat voor vorm) kunnen we ons laten aanmoedigen om vanuit de mind of Christ te gaan denken en handelen. Soms zullen we merken dat het probleem daardoor direct verdwijnt, maar vanwege het collectief verduisterde bewustzijn, zal een overwinning, die gepaard gaat met een diepgaande en blijvende innerlijke verandering, vaak langer op zich laten wachten en dus meer strijd vragen. Dit is de geestelijke strijd waarover we bij Paulus lezen.

Kortstondige verlichting van het bewustzijn
Het gaat bij de geestelijke strijd om standhouden in de Waarheid van het koninkrijk van God, door vanuit de mind of Christ te denken en te handelen. Dit is geen strijd tegen vlees of bloed, maar tegen de zogenoemde ‘geestelijke machten’. Het collectief verduisterde bewustzijn vormt namelijk een macht (negatieve energie) die ons gevangen houdt in het zogenoemde rijk van de duisternis. Het kost strijd om ons daar los van te maken. Probeer je denken maar eens te vernieuwen in lijn met de mind of Christ tegen de publieke opinie in. Dat gaat niet vanzelf. Daar is een mate van ‘verdrukking’ voor nodig, die ons strijdvaardig maakt. Er zijn wel andere manieren om kortstondig in een meer verlichte staat van bewustzijn te komen. Dit kan bijvoorbeeld door geestverruimende middelen. Daarmee kun je overigens ook in een meer verduisterde staat van bewustzijn terechtkomen, de zogenoemde bad-trip. Het mag duidelijk zijn dat dit soort middelen geen blijvende verandering in onze staat van bewustzijn met zich meebrengt. Dat maakt dat deze middelen verslavend zijn. Een andere manier is door een intens lijden of vreugde mee te maken. Denk aan het sterven van een geliefde, de geboorte van een kind of het zien van een indrukwekkend natuurverschijnsel. De (geestelijke) ervaring die daarmee gepaard kan gaan, is een gevolg van de tijdelijke verschuiving in ons bewustzijn. Hetzelfde verschijnsel zien we rond het fenomeen ‘aanbidding’ tijdens christelijke samenkomsten. De ervaring die mensen daarbij kunnen hebben, door ingewijden omschreven als de zalving van de Geest die op dat moment ‘aanwezig’ zou zijn, wordt veroorzaakt door een kortstondige verlichting van het bewustzijn. Soortgelijke ervaringen (maar dan anders benoemd) kunnen mensen hebben die concerten van seculiere muzikanten bezoeken. Door dit soort ervaringen met een grotere groep te beleven, wordt de ervaring vaak nog versterkt. Maar mensen zijn niet in staat om dit soort piekervaringen vast te houden en zodoende blijft men dit soort plekken opzoeken om het steeds weer opnieuw te beleven. Het brengt geen blijvende en diepgaande innerlijke verandering bij mensen teweeg. Dat komt omdat er geen blijvende verschuiving in het bewustzijn plaatsvindt. Om tot een blijvende verschuiving (verlichting) in het bewustzijn te komen is volharding nodig in het leven vanuit de mind of Christ en daar is nu eenmaal een langere tijd een bepaalde mate van ‘verdrukking’ voor nodig. Zelfs van Jezus lezen we dat hij lijden moest doorstaan om tot heerlijkheid te komen.

Want het voegde Hem, om wie en door wie alle dingen bestaan, dat Hij, om vele zonen tot heerlijkheid te brengen, de Leidsman hunner behoudenis door lijden heen zou volmaken.” (Hebreeën 2:10)

Van Christusbewustzijn naar Godsbewustzijn
We hebben het zojuist gehad over de overgang van de verduisterde staat van bewustzijn (de voorhof) naar het Christusbewustzijn (het heilige). Het is echter de bedoeling dat we uiteindelijk in de staat van het Godsbewustzijn (het heilige der heiligen) binnengaan. Zolang we te maken hebben met een collectief verduisterd bewustzijn is het (bijna) onmogelijk om tot het Godsbewustzijn te komen. De tegenkracht vanuit de duisternis (door Paulus een ‘doorn in het vlees’ genoemd) belet ons om als eenling daadwerkelijk de heerlijkheid van God (het Godsbewustzijn) binnen te gaan. Jezus voelde zich geroepen om deze weg als eenling te gaan en langs deze weg een zeer krachtige openbaring te schenken over hoe we als mensheid vanuit het verduisterde bewustzijn via het Christusbewustzijn in het Godsbewustzijn kunnen komen. Jezus kon deze weg als eenling niet gaan zonder de intense lijdensweg, die uitliep op de marteling aan het kruis. Dit extreme lijden was noodzakelijk om – tegen de macht van het rijk van de duisternis in – de verschuiving in het bewustzijn van Jezus teweeg te brengen. Dit leidde uiteindelijk tot de metamorfose van zijn lichaam van vlees en bloed naar zijn verheerlijkte opstandingslichaam. Aangezien Jezus ons deze openbaring al heeft geschonken, hoeft niemand van ons zich geroepen voelen om zo’n weg van extreem lijden als individu te bewandelen. Wij hoeven dus ook geen extreme vorm van lijden op te zoeken om alleen tot de verheerlijkte staat van ons lichaam te komen. De uiteindelijke verheerlijking van onze lichamen zal een collectieve aangelegenheid zijn, hetgeen zal plaatsvinden zodra het Christus-Licht dermate krachtig is geworden dat de verduistering van het collectieve bewustzijn volledig zal worden weggenomen. Paulus beschrijft dit collectieve proces in zijn eerste brief aan de Tessalonicenzen.

Want dit zeggen wij u met een woord des Heren: wij, levenden, die in Christus verblijven tot het openbaar worden van de Zonen Gods, zullen in geen geval degenen die nu nog geestelijk slapen voorgaan, want de Christus zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, vanuit de hemel binnenin ons openbaar worden, en zij, die geestelijk nog slapende zijn, zullen eerst opstaan (tot wedergeboorte komen); daarna zullen wij, die al in Christus verbleven (al wedergeboren waren), samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Christus in ons binnenste tegemoet, en zo zullen wij de eeuwige heerlijkheid binnengaan.” (1 Tessalonicenzen 4:15-17; MV)

Wij zullen als pioniers dus nooit mijlenver voor de troepen uit kunnen lopen. We zullen te maken blijven houden met de staat van het collectieve bewustzijn van de mensheid, die – zolang er sprake is van een collectieve verduistering – voor een tegenwerkende kracht vanuit het rijk van de duisternis zal zorgen. Paulus spreekt in dit verband over een doorn in zijn vlees, die hem belette om zich niet al te zeer te verheffen, ofwel dat hij niet in zijn eentje – voor iedereen uit – definitief de derde hemel zou binnengaan (2 Korintiërs 12:7). Ondanks de ‘verdrukking’ mogen we weten dat Gods genade genoeg is voor ieder moment en ons uiteindelijk op de plek zal brengen waar we verwacht worden.

Onze rol als individu
Zoals we net gezien hebben in het gedeelte uit de brief aan de Tessalonicenzen zal de overgang naar de derde hemel (het binnengaan van de heerlijkheid) een collectief gebeuren zijn. Om zover te komen zal het Christus-Licht in kracht moeten toenemen. Dit gebeurt doordat een groeiende groep individuen een mindshift (metanoia) van een mind of flesh naar de mind of Christ doormaken. We hebben gezien dat hier een langere tijd van ‘verdrukking’ voor nodig is. Toen Jezus het lijden dat hem te wachten stond aankondigde, was het Petrus die hem daarvan wilde weerhouden. De reactie van Jezus was veelzeggend: “Ga weg achter mij, satan! U bent een struikelblok voor mij, want u bedenkt niet de dingen van God (mind of Christ), maar die van de mensen (mind of flesh).” (Matteüs 16:23). Petrus verwoordde het collectief verduisterde bewustzijn van de mensheid, dat zich als tegenstander (satan) van het Christus-Licht liet gelden. Om tot verlichting van ons bewustzijn te komen is een bepaalde mate van individueel lijden nodig. Door dit lijden (indien mogelijk) op een makkelijke manier uit de weg te gaan of door dit lijden niet op de juiste manier te dragen / ondergaan, bijvoorbeeld door de slachtofferrol aan te nemen, zal er geen verlichting van ons bewustzijn optreden. We missen in dat geval ons doel. Of zoals Paulus het zegt: “alle dingen werken mede ten goede voor degenen die geroepen zijn” (Romeinen 8:28). Als we geloven dat we geroepen zijn om het Licht van de wereld te zijn, dan zal het lijden dat ons overkomt meewerken om tot verlichting van ons bewustzijn te komen.

Terug naar de titel van dit artikel
Gij hebt nog niet tot bloedens toe weerstand geboden in de strijd tegen de zonde.” (Hebreeën 12:4)

Bij het begrip ‘zonde’ gaat het niet om de fouten en misstappen die we maken. Daar hoeven we niet tegen te strijden. De essentie van ‘zonde’ is het leven vanuit een ‘valse’ (vleselijke) identiteit; leven vanuit de mind of flesh, door datgene wat we vanuit het collectief verduisterde bewustzijn met onze vijf zintuigen waarnemen voor de enige echte werkelijkheid te houden, alsof het koninkrijk van God hier en nu geen realiteit zou zijn. Leven vanuit de mind of Christ doen we door de werkelijkheid waar te nemen vanuit Gods perspectief. Christus is alles en in allen. De ganse aarde is vol van Gods heerlijkheid. De essentie van ieder mens bevindt zich in het heilige der heiligen van hun tempel en dat is Gods Geest. Ieder mens is een incarnatie van Gods Geest. Juist op de momenten dat we te maken krijgen met lijden, verdriet en verdrukking, vraagt dat om inspanning van onze kant, weerstand bieden tegen het verduisterde denken van de mensheid als collectief. Zolang onze lichamen van vlees en bloed nog niet tot verheerlijking zijn gekomen, hebben we volgens Paulus nog niet “tot bloedens toe” (beeldspraak) weerstand geboden in de strijd tegen het collectief verduisterde denken.

Tot slot nog een aanmoediging om vol te houden
Heb jij te maken met langdurig (verborgen) lijden? Misschien wacht je al heel lang op een doorbraak in een bepaald gebied van je leven. Dat kan op allerlei terreinen zijn. Je kunt langdurig ‘aangevallen’ worden op het gebied van je Christus-identiteit. Je kunt te maken hebben met mentale, lichamelijke, financiële, relationele of andere vormen van lijden. Zolang een doorbraak uitblijft, weet dan dat dit niet aan jou persoonlijk ligt, maar dat dit komt door het collectieve verduisterde bewustzijn van de mensheid, waar we deel van uit maken. Hoe vreemd het misschien ook klinkt, maar probeer het langdurige lijden als een voorrecht te zien. Het is namelijk een mogelijkheid om strijd te leveren tegen de mind of flesh, waardoor vroeg of laat het Christus-Licht in ons bewustzijn zal gaan schijnen en waardoor ook het collectieve bewustzijn van de mensheid meer verlicht wordt. Zo kunnen we door ons persoonlijke lijden zelfs tot een zegen voor anderen zijn. Met dit in ons achterhoofd gaan we de volgende uitspraken van Paulus en Petrus, waarmee we dit artikel afsluiten, ongetwijfeld beter begrijpen.

En als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus; wanneer wij althans met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden.” (Romeinen 8:17)

Want zoals het lijden van Christus overvloedig over ons komt, zo is door Christus ook onze vertroosting overvloedig.” (2 Korintiërs 1:5)

Want aan u is het uit genade gegeven in de zaak van Christus niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden, …” (Filippenzen 1:29)

Nu verblijd ik mij in mijn lijden voor u en vervul in mijn vlees wat overblijft van de verdrukkingen van Christus, ten behoeve van Zijn lichaam, dat is de gemeente.” (Kolossenzen 1:24)

Lijd verdrukkingen als een goed soldaat van Jezus Christus.” (2 Timoteüs 2:3)

Want hiertoe bent u geroepen, omdat ook Christus voor ons geleden heeft; Hij laat ons zo een voorbeeld na, opdat u Zijn voetsporen zou navolgen” (1 Petrus 2:21)

Maar verblijd u naar de mate waarin u gemeenschap hebt aan het lijden van Christus, opdat u zich ook in de openbaring van Zijn heerlijkheid mag verblijden en verheugen.” (1 Petrus 4:13)

De God nu van alle genade, Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, Hij Zelf moge u – na een korte tijd van lijden- toerusten, bevestigen, versterken en funderen.” (1 Petrus 5:10)

Zou je door willen praten over de inhoud van dit artikel?
Schroom dan niet en neem contact met ons op.

Klik hier als je je wilt abonneren op onze Blog / Infomail.

Vond je dit artikel de moeite waard om te lezen, overweeg dan een kleine financiële bijdrage. Het rekeningnummer is NL94 ASNB 0932 1927 50 t.n.v. P. Overduin.

5 reacties op “U hebt nog niet tot bloedens toe weerstand geboden in uw strijd tegen de zonde”

Ha Peter,

Bedankt voor je inspanning bij het maken van deze lange blog. Erg verhelderend om te lezen.

Er blijft wel een vraag hangen, 1 waar ik al langer mee worstel. Misschien heb jij hier een specifieke kijk op: er wordt hier en daar gesproken over wel of niet ‘verloren gaan’ in de Bijbel. Betekent dat dat we verdwijnen, als individu? Er wordt een kans geboden om het koninkrijk van God binnen te gaan, maar dat lijkt wel binnen de grenzen van dit aardse leven te moeten gebeuren. Waarom zou je er anders ‘tot bloedens toe’ moeite voor moeten doen, als het uiteindelijk toch wel goed komt en we opgewekt worden zodra het collectieve verlichte bewustzijn is er is?

Groeten,

Julian

Hoi Julian, dankjewel voor je bericht en je vraag!

Ik zal mijn gedachten hierover, waar ik op dit moment sta, met je delen. Mogelijk heb je er iets aan…

Allereerst even de context. De oproep om het koninkrijk van God binnen te gaan (lees: bewust te worden) klinkt inderdaad alleen binnen de grenzen van ‘dit aardse leven’. Dat is eigenlijk heel logisch. De grenzen van ‘dit aardse leven’ worden namelijk afgebakend door onze tijdelijke staat van verduisterd bewustzijn. Zodra we ons buiten ‘dit aardse leven’ begeven, is de verduistering verdwenen en zijn we ons het koninkrijk van God bewust. Buiten ‘dit aardse leven’ hoeven we dus niet opgeroepen te worden om het koninkrijk van God binnen te gaan, omdat we er al zijn. Ons buiten ‘dit aardse leven’ begeven, kan mijns inziens op twee manieren. 1) door lichamelijk dood te gaan; 2) door verlichting van ons bewustzijn. Het ‘verloren gaan’ waarover in het nieuwe testament gesproken wordt, heeft mijns inziens te maken met ons fysieke lichaam. Als we lichamelijk sterven, gaat ons lichaam van vlees en bloed ‘verloren’. In het Grieks gaat het om het woord ‘apollumi’ dat o.a. ‘vernietigen’, ‘uit de weg ruimen’, ‘onbruikbaar maken’ en ook wel ‘doden’ betekent.

De vraag is dan wat er verdwijnt als het lichaam sterft. Verdwijnt daarmee ook de unieke persoonlijkheid van die persoon? Dat vermoeden heb ik wel. De Geest keert als het ware terug naar God. Feitelijk was onze Geest altijd al God, alleen waren we het ons in onze verduisterde staat van bewustzijn niet bewust. ‘Verloren gaan’ zou dan betrekking hebben op de mens als een unieke expressie (incarnatie) van Gods Geest.

De volgende vraag is of die unieke expressie die door lichamelijk te sterven ‘verloren’ gaat, met de uiteindelijke verlichting van het collectieve bewustzijn, weer ‘opgewekt’ wordt? Ik vermoed dat dit niet het geval is. In dat geval is er sprake van het zogenoemde ‘annihilationisme’.

Als mijn vermoedens kloppen, dan is het dus zaak om tot verlichting van ons bewustzijn te komen, voordat we lichamelijk sterven (hetgeen na de verlichting van ons bewustzijn niet meer zal gebeuren). En dit zal mijns inziens alleen mogelijk zijn, als we op het punt staan van de volledige verlichting van het collectieve bewustzijn van de mensheid. Zoals in mijn blog beschreven houdt de persoonlijke verlichting van ons bewustzijn namelijk direct verband met het collectieve bewustzijn, omdat we in de Geest allemaal deel uitmaken van het ene Bewustzijn, dat we God noemen. De impact van individuele mensen die tot Christusbewustzijn komen op het collectieve bewustzijn is heel groot. Als het Christus-Licht begint te schijnen, zal het de duisternis in het collectieve bewustzijn doen verdwijnen.

Nou, tot zover even mijn gedachten. Ben benieuwd of ik te volgen ben en of je er iets aan hebt.
Groet, Peter

PS Nog een ‘wat als’ scenario…

Stel dat er na de lichamelijke dood nog wel sprake is van een unieke persoonlijkheid; dat die dus ‘meegenomen’ wordt na de lichamelijke dood. In dat geval is het ‘verloren gaan’ een tijdelijk gebeuren. Mogelijk incarnateert die unieke persoonlijkheid, die verbonden is met de Geest, nogmaals en krijgt men opnieuw de mogelijkheid om tot verlichting te komen. Of wordt deze met de verlichting van het collectieve bewustzijn ‘opgewekt’ op een manier die we (nog) niet kunnen duiden. In dat geval gaat jouw scenario op, dat er geen noodzakelijkheid lijkt te zijn om tijdens ‘dit aardse leven’ het koninkrijk van God binnen te gaan. De vraag is dan: waarom die oproep om tot ‘bloedens toe weerstand te bieden’? Bij dit scenario is er wel sprake van uitstel van verlichting van het collectieve bewustzijn, waardoor de mensheid (misschien langer dan nodig) met het lijden in ‘dit aardse leven’ te maken zal hebben. Zelf neig ik meer naar wat ik in mijn vorige reactie heb geschreven.

Bedankt voor je uitgebreide reactie.
Ik kan het zeker volgen, maar het roept de volgende vraag op: Jezus en (naar het lijkt) een groepje andere mensen rond die tijd zijn wel opgegaan in het Heilige der heiligen. Hoe verhoud zich dat tot je vermoeden dat het pas weer gaat gebeuren als er sprake is van een collectief bewustzijn?

Opnieuw een mooie vraag!

Omdat we door het ene Bewustzijn allemaal met elkaar verbonden zijn, is het volgens mij (in principe) niet mogelijk dat individuën of kleine groepen mensen buiten het collectieve bewustzijn om tot verheerlijking komen.
De vraag is dan hoe konden Henoch, Mozes, Elia, Jezus en de relatief kleine groep mensen in 70AD, waar jij aan refereert, dan het heilige der heiligen van hun tempel binnengaan?

Tot voor kort zou ik deze vraag beantwoord hebben met de gedachte dat het destijds om openbaring van God ging, die als een blauwdruk voor de hele mensheid zou gaan fungeren. Ik doel dan op de periode vanaf de wetgeving op de Sinaï (de bekrachtiging van het oude verbond) tot en met de opname in heerlijkheid in 70AD (de bekrachtiging van het nieuwe verbond). De weg die het bijbelse volk Israël in deze periode heeft afgelegd, zou je dan als een blauwdruk kunnen zien voor de weg die de hele mensheid zal gaan afleggen.
Bij deze aanname ga ik er vanuit dat God zelf de hand in deze geschiedenis van het joodse volk heeft gehad en dat God het mogelijk gemaakt heeft dat een relatief kleine groep mensen tot verheerlijking kon komen. Er zou dan sprake geweest zijn van een afwijkende gebeurtenis, waardoor God heeft willen openbaren hoe de toekomst voor de hele mensheid er uit zal gaan zien. In de toekomst zou zich die blauwdruk dan gaan herhalen, maar dan voor de hele mensheid.

Ik houd bovengenoemde optie nog wel voor mogelijk, maar ik sta ook open voor andere verklaringen, omdat ik me afvraag of God zich werkelijk laat lenen voor bovennatuurlijke ingrepen.

In deel 5 van Gods Masterplan heb ik nog wat meer punten genoemd met betrekking tot het collectieve bewustzijn.
Hierbij de link: https://famoverduin.nl/koninkrijk/gods-masterplan-deel-5/

Ik ben benieuwd wat jouw gedachten hierbij zijn.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *