Categorieën
Jezus van Nazareth

Is Christus de achternaam van Jezus van Nazareth?

De meeste christenen zullen bij het horen van het begrip Christus gelijk aan Jezus van Nazareth denken. En daar valt zeker wat voor te zeggen! Toch missen we de kern van het evangelie als we Christus en Jezus als synoniemen van elkaar zien, alsof het bij Christus per definitie om de persoon van Jezus van Nazareth zou gaan. Het mysterie van Christus is velen malen groter dan de man van Nazareth die de naam Jezus heeft gekregen. Dit artikel – waarin ik laat zien hoe we Jezus van Nazareth en de Christus kunnen onderscheiden – kan een enorme boost aan je geloofsleven geven. Het lezen van dit artikel kan er ook toe leiden dat er allerlei alarmbellen gaan rinkelen. Bel gerust bij mij aan om onder het genot van een kop koffie of thee een goed gesprek hierover te hebben.

Wie is Jezus van Nazareth?

Jezus van Nazareth is de Joodse man die tweeduizend jaar geleden in een fysiek lichaam van vlees en bloed op aarde heeft rondgewandeld. Er zijn meerdere aanwijzingen in de Bijbel die erop wijzen dat hij ons mensen in alles gelijk is geworden.

Hij (Jezus) heeft zichzelf ontledigd door de gestalte van een slaaf (onder de vloek van zonde en dood) aan te nemen en aan de mensen (die onder de vloek van zonde en dood leven) gelijk te worden.” (Filippenzen 2:7)

Hij (Jezus) is in alles op dezelfde wijze als wij verzocht, maar zonder zonde (zonder zijn doel te missen!).” (Hebreeën 4:15)

elke geest die niet belijdt dat Jezus Christus in het vlees (in de duisternis onder de vloek van zonde en dood) is gekomen, is niet uit God; maar dat is de geest van de antichrist, waarvan u gehoord hebt dat hij komt, en die nu al in de wereld is.” (1 Johannes 4:3)

Jezus van Nazareth wordt door Johannes gezien als het vleesgeworden (geïncarneerde) Woord (Johannes 1:14). De persoon van Jezus wordt pas vanaf dit vers (1:14) door Johannes geïntroduceerd. De verzen ervoor gaan niet exclusief over Jezus.

Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit (het Woord) is geen ding geworden. Dat wat door het Woord geworden is (alle dingen!), was leven en het leven was het Licht der mensen.” (Johannes 1:3,4)

Het waarachtige Licht, dat ieder mens verlicht, was komende in de wereld. Dit waarachtige Licht was in de wereld en de wereld is door het Licht geworden.” (Johannes 1:9,10)

Bij het Woord waar Johannes over schrijft gaat het om het eerste scheppingswoord: “Er zij Licht!”, waar leven in is. In dat Woord (het Licht!) was leven en het leven was het Licht van de mensen. Alle dingen (de hele schepping, alles en iedereen!) zijn door het Licht geworden. Ieder mens heeft zijn oorsprong in het Licht, het waarachtige Licht heeft (door het gesproken Woord) ieder mens verlicht! Ieder mens maakt deel uit van het vleesgeworden Woord, het tot leven gekomen Licht. Ieder mens is – net als Jezus van Nazareth – een incarnatie van het (levens-)Licht.

De mens, die van oorsprong door het waarachtige Licht verlicht is, heeft een val in bewustzijn doorgemaakt, waardoor we ons het Licht – dat ons leven geeft – niet meer bewust zijn, het Licht is voor de mens een geheimenis (mysterie) geworden. We hebben er geen weet meer van dat we als mens een incarnatie van het Licht zijn. We wandelen geestelijk gezien in de duisternis. Deze val in bewustzijn is geen morele val geweest, maar is inherent aan de ‘vleeswording’. De kennis van goed en kwaad, evenals de vloek van zonde en dood, hebben we pas ná de val – in de duisternis – opgedaan.

om hun ogen te openen ter bekering uit de duisternis tot het Licht en van de macht van de satan (in de duisternis) tot God (in het Licht), …” (Handelingen 26:18).

Dat de mens Jezus van Nazareth ons in alles gelijk is geworden betekent dat hij dezelfde val in bewustzijn (vanuit het Licht in de duisternis) heeft moeten doormaken als ieder ander mens. Alleen ging het bij Jezus van Nazareth niet gepaard met zonde, hetgeen wil zeggen dat hij ondanks de val in bewustzijn zijn doel niet heeft gemist. Jezus van Nazareth is tot erkentenis van de Waarheid gekomen, namelijk dat hij als mens van vlees en bloed een incarnatie van het Licht was. Dat maakte hem tot het Licht van de wereld.

Jezus: “Zolang ik in de wereld ben, ben ik het Licht van de wereld.” (Johannes 9:5)

Jezus heeft zijn leerlingen voorbereid om deze taak van hem over te nemen, zodra hij niet meer in de(ze) wereld zou zijn.

Wie is (de) Christus?

Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde (het Licht), in wie wij de verlossing hebben, de bevrijding (Grieks: aphesis) van zonden. Hij is het evenbeeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene der ganse schepping.” (Kolossenzen 1:13-15)

De eerstgeborene van de ganse schepping is het Licht. Het Licht verlost ons uit de macht van de duisternis. Het Licht is het evenbeeld van de onzichtbare God. Door het Licht is alles geworden, schreef Johannes.

want in Hem (het Licht) zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door het Licht en tot het Licht geschapen; en het Licht is voor alles en alle dingen hebben hun bestaan in het Licht.” (Kolossenzen 1:16,17)

Paulus heeft het hier over hetzelfde Licht als waar Johannes over schrijft. Het waarachtige Licht dat ieder! mens verlicht. Het Licht dat door Jezus van Nazareth aan ons is geopenbaard.

het geheimenis, dat van alle eeuwen en van alle geslachten verborgen is geweest, maar thans geopenbaard aan zijn heiligen. Hun heeft God willen bekendmaken, hoe rijk de heerlijkheid van dit geheimenis is onder alle volken: Christus in u, de hoop op heerlijkheid.” (Kolossenzen 1:26,27)

Door de val in bewustzijn is het Licht verborgen geraakt. Het Licht was alle eeuwen en onder alle geslachten en alle volken een geheimenis (Grieks: mysterion) geweest, maar thans door Jezus van Nazareth geopenbaard, schrijft Paulus. En wie was dat Licht? Christus in u, de hoop op heerlijkheid.

Het Woord “Er zij Licht!”, de eerstgeborene van de ganse schepping, het Licht van de wereld waaruit de hele schepping is ontstaan, is Christus! Het ChristusLicht heeft ieder mens verlicht en de hele schepping is eruit voortgekomen. Daarom komt Paulus twee hoofdstukken verder tot de adembenemende conclusie:

Christus is alles in allen.” (Kolossenzen 3:11b)

Door Christus als het ware op te sluiten in de man van Nazareth missen we de openbaring waar Jezus ons de ogen voor heeft willen openen, namelijk dat Christus werkelijk alles in allen is. De opstandingskracht van Christus bevindt zich in de hele schepping en in ieder mens! Dat is onze hoop op heerlijkheid.

Het Christus-Licht verlost ons uit de duisternis. Christus is de Middelaar tussen de hemel (het ontoegankelijke Licht waar God woont) en de aarde (de mens die in de duisternis wandelt). God is in Christus de kosmos met zich verzoenende (met zich aan het verbinden).

Onze focus op de man Jezus van Nazareth als onze Verlosser en onze Middelaar en ons geloof in de persoon van Jezus die de enige ware incarnatie van Christus zou zijn geweest, heeft tot een zware bedekking geleid, waardoor we de kosmische reikwijdte van Christus compleet over het hoofd hebben gezien. Of met de woorden van Johannes: “het Licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet begrepen.” (Johannes 1:5).

Het Licht van de wereld

Christus is het Licht van de wereld dat door Jezus van Nazareth aan ons is geopenbaard. Jezus was zich ervan bewust dat hij niet de enige zou blijven door wie het Christus-Licht in de wereld zou schijnen. Tegen de schare die hij onderwees zei hij immers op een dag: “Jullie zijn het Licht van de wereld!” (Matteüs 5:14). Jezus zag de Christus ook in andere mensen en als Paulus zegt dat we niemand meer naar het vlees kennen, dan betekent dit dat we Christus (het Licht) in iedereen zien.

Zo kennen wij dan van nu aan niemand naar het vlees. Indien wij al Christus naar het vlees gekend hebben, thans niet meer.” (2 Korintiërs 5:16)

Ook Jezus van Nazareth kennen we niet meer naar het vlees, niet meer als de mens die net als ieder ander mens onder de vloek van zonde en dood heeft geleefd. We mogen ons volledig focussen op de Christus, die alles in allen is.

We gaan nog even terug naar Johannes.

Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de enig-geborene van de Vader, vol van genade en waarheid.” (Johannes 1:14)

We hebben hiervoor al opgemerkt dat Johannes het in dit vers over Jezus van Nazareth heeft. Jezus was openbaar geworden als het vleesgeworden Woord en het ChristusLicht scheen door hem heen de wereld in. De heerlijkheid die Jezus daarmee tentoonspreidde was volgens Johannes als van de enig-geborene van de Vader. De meeste nieuwere vertalingen laten het woordje als weg, omdat men er vanuit gaat dat Jezus die enig-geborene van de Vader zou zijn. Maar dat is niet wat Johannes hier schrijft. Die enig-geborene van de Vader is de Christus, het Licht van de wereld. “Er zij Licht!” De rest van de hele schepping is door (of vanuit) het Christus-Licht voortgekomen en daarmee is het Christus-Licht zelf, de enig-geborene van de Vader en tegelijk de eerst-geborene van de ganse schepping.

Deze enig-geborene van de Vader, die ook wel dé (enige) Zoon van God (of de Zoon zijner liefde; Kolossenzen 1:13) wordt genoemd, heeft zich allereerst door Jezus van Nazareth aan de wereld geopenbaard. Jezus was de eersteling, maar niet om de enige exclusieve Zoon van God (Christus) te blijven. De schepping wacht met reikhalzend verlangen op het openbaar worden van de Zonen van God (m/v), dat zijn mensen in en door wie – net als bij Jezus van Nazareth – de enig-geborene van de Vader zichtbaar wordt. Dat zijn mensen die werkelijk “als Jezus” in deze wereld zijn (1 Johannes 4:17). Zij doen niet alleen als Jezus, maar zij zijn voor de volle 100% als Jezus in deze wereld. Ook zij zijn het Licht van de wereld en net zo Christus als Jezus van Nazareth!

Tot slot… Johannes 3:16

Waarschijnlijk de meest bekende tekst uit de hele Bijbel onder zowel christenen als niet-christenen. En tegelijk de meest misverstane tekst uit de hele Bijbel. Deze tekst wordt ook wel ‘het evangelie in een notendop’ genoemd.

Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.” (Johannes 3:16)

De meeste mensen zullen bij de “eniggeboren Zoon” direct aan Jezus van Nazareth denken. De reden waarom dit gebeurt, heeft alles te maken met wat de meeste mensen onder het evangelie (het goede nieuws) verstaan. Jezus die als een zondoffer moest sterven voor de vergeving van onze zonden. Het is een boodschap die berust op de kennis van goed en kwaad. Deze visie op het evangelie heeft er ook voor gezorgd dat we niet zoveel oog hebben gehad voor de Christus, als het Licht van de wereld. Licht en duisternis werden vooral gezien als synoniemen voor goed en kwaad.

Eén van de grootste gevolgen van het verduisterde bewustzijn, waardoor het Christus-Licht bij ons mensen onder de korenmaat terecht is gekomen, is de kennis van goed en kwaad. Een boodschap die gebaseerd is op de kennis van goed en kwaad zal ons daarom nooit kunnen bevrijden uit de duisternis. De boodschap van vergeving van zonden brengt ons in een vicieuze cirkel, waardoor we in de duisternis blijven rondwandelen. De symptomen (schuld en schaamte) kunnen er tot op zekere hoogte door worden weggenomen, maar de oorzaak (het in de duisternis wandelen) blijft bestaan. De boodschap van vergeving van zonden brengt ons niet over vanuit het rijk van de duisternis in het Koninkrijk van het Licht. We hebben Christus, het Licht van de wereld, inactief gemaakt!

Gij maakt Christus inactief, als gij door de wet (een boodschap die gebaseerd is op de kennis van goed en kwaad) gerechtigheid verwacht.” (Galaten 5:4)

Terug naar Johannes 3:16. De “eniggeboren Zoon” is niet Jezus van Nazareth die voor de vergeving van onze zonden aan het kruis moest sterven! Nee, de “eniggeboren Zoon” is Christus, het Licht van de wereld, waardoor we uit de duisternis worden verlost en overgebracht worden in het Koninkrijk van het Licht.

In de verzen die er op volgen bevestigt Jezus dit zelf… Johannes 3:17-21 met mijn toevoeging / parafrase tussen haken:

17 Want God heeft zijn eniggeboren Zoon niet in de (donkere) wereld gezonden, opdat Hij de (donkere) wereld veroordele (van het Licht zou scheiden), maar opdat de (donkere) wereld door Hem behouden worde (door Hem verlicht zou worden). 18 Wie in Hem (Christus, het Licht!) gelooft, wordt niet veroordeeld (omdat hij door het Licht verlicht wordt); wie niet gelooft (in het Licht), is reeds veroordeeld (door zijn wandel in de duisternis is hij al gescheiden van het Licht), omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God (Christus, het Licht!). 19 Dit is het oordeel (scheiding maken tussen Licht en duisternis), dat het Licht (de eniggeboren Zoon uit vers 16!) in de (donkere) wereld gekomen is en de mensen de duisternis liever gehad hebben dan het Licht, want hun werken waren boos (Grieks: vol harde arbeid). 20 Want een ieder, die kwaad bedrijft (Grieks: bezig is met onbetekenende dingen), haat het Licht, en gaat niet tot het Licht (Christus), opdat zijn (onbetekenende=doelloze) werken niet aan de dag komen; 21 maar wie de waarheid doet, gaat tot het Licht, opdat van zijn werken (zal) blijke dat zij (vanwege het Licht) in God verricht zijn.

De goede verstaander zal opmerken dat de blijde boodschap van het Christus-Licht in de duisternis door deze vertaling (NBG’51) in een goed-kwaad-paradigma wordt getrokken. In het Grieks is hier geen sprake van. Bij ‘oordeel’ gaat het niet om de straf op de zonden waarvan we gered zouden moeten worden, maar om de scheiding die het Licht brengt als gevolg van mensen die wel in het Licht gaan wandelen (door Paulus kinderen van de ‘dag’ genoemd) en mensen die dat (nog) niet doen (kinderen van de ‘nacht’). Met “het Licht” dat in de wereld gekomen is (vers 19) verwijst Jezus naar de “eniggeboren Zoon” (uit vers 16). Omdat God de verduisterde wereld lief had, zond hij het Licht. Christus (het Licht) is het Lam van God dat de zonde van de wereld (de duisternis) wegneemt. Bij het begrip ‘zonde’ gaat het niet om moraliteit, maar om doel-missen als gevolg van duisternis (afwezigheid van Licht).

Want de God, die gesproken heeft: Licht schijne vanuit het duister, heeft het doen schijnen in onze harten, om (in ons hart!) aan het Licht te brengen de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Christus (het Licht dat binnen in ons is).” (2 Korintiërs 4:6)

want al wat aan de dag komt is Licht. Daarom heet het: Ontwaak, gij die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten.” (Efeziërs 5:13,14)

Voor de praktische consequenties van dit alles in ons persoonlijke leven verwijs ik naar het artikel Het verschil tussen ‘Christus in ons’ en ‘in Christus’ zijn.

Zou je door willen praten over de inhoud van dit artikel?
Schroom dan niet en neem contact met ons op.

Klik hier als je je wilt abonneren op onze Blog / Infomail.

Vond je dit artikel de moeite waard om te lezen, overweeg dan een kleine financiële bijdrage. Het rekeningnummer is NL94 ASNB 0932 1927 50 t.n.v. P. Overduin.

8 reacties op “Is Christus de achternaam van Jezus van Nazareth?”

Begrijp jij het nog, of ik lees het te laat op de avond . Ik ben je kwijtgeraakt.. ik probeer het echt te begrijpen. Probeer het nu eens aan een vijfjarige uit te leggen.

Ha Hartger, dank voor de (positieve?) feedback.
Ja, ik begrijp waar ik over schrijf en wat nog belangrijker is, ik ben het mij bewust. Iemand rationeel niet kunnen begrijpen, hoeft geen reden te zijn om iemand kwijt te raken. Goed dat je aan de bel trekt. Kom gerust weer eens een bakkie doen, dan praten we erover door.

Als ik een kleine poging mag wagen: wij zijn allen geest, geïncarneerd in een lichaam. In onze geest zijn we één met Christus, ook wanneer wij ons er niet van bewust zijn. Zowel het Oude als het Nieuwe Testament spreken verschillende woorden dat wij in Christus vrij zijn van de wet en van de zonden. Dat alles ons is toegestaan, dan wij rein zijn en dat wij niet kunnen zondigen. Onze verlossing is gelegen in het besef wie wij werkelijk zijn, namelijk godenzonen.

Dat is mooi geschreven, Kees!
“In Christus” zijn betekent dat we ons onze Christus-identiteit (die we altijd al hadden) bewust zijn geworden. Dat maakt ons werkelijk vrij!

Eigenlijk heb ik dit altijd zo gezien. Jezus is het ‘ordernummer’ zeg maar, het uitgangspunt aan wie alles geijkt wordt. De ‘moederplant ‘ en wij zijn de stekjes. Dit even kort door de bocht gezegd.
En zo heerlijk om nu in een tijd te leven dat alles aan het licht komt.

Hoi Wilma, het gaat nog één stap dieper. In jouw beeldspraak gesproken, is Christus de ‘moederplant’, was Jezus van Nazareth het eerste stekje en zijn wij hem als stekjes gevolgd. Zegengroet, Peter

Ha Peter,

Mooi stuk, goed geschreven.
Vraag over Joh 3:16: is er nog aanleiding om vanuit het Grieks het woord ‘verloren’ anders te interpreteren? Of in het algemeen, hoe interpreteer jij dat nu?

Groeten, Julian

Ha Julian, dank voor je compliment!
Het begrip ‘verloren GAAN’ (Grieks: apollumi) beschrijft een proces, niet een eindstation, alsof iemand voor altijd verloren zou kunnen zijn. Het betekent zoiets als ‘corruptible’, vergankelijk zijn. Ik omschrijf het als een leven dat onderworpen is aan de vloek van zonde en dood, een leven dat richting de lichamelijke dood gaat in plaats van richting eeuwig leven. In het overzicht van de Inspiratiedag naar beneden in plaats van omhoog.

“Wie gelooft zal niet onderworpen zijn aan de vergankelijkheid, maar heeft het eeuwige leven.”

Zegengroet, Peter

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *