Mocht je deel 1 van deze studie nog niet gelezen hebben, dan adviseren we om dat eerst te doen. Klik hier voor deel 1.
Deel 2 – Mensbeeld | Drie-eenheid
We gaan in het tweede deel verder met de schepping van de mens(heid).
“En God (Elohim) zeide: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis.” (Genesis 1:26)
Het ‘Ons’ zou hier betrekking kunnen hebben op Elohim (Vader) en op de enig-geboren Zoon van de Vader, Christus, het Licht der wereld (Genesis 1:3). Elohim creëerde de gehele mensheid als geestelijke / goddelijke entiteiten. Allen zijn zij naar het evenbeeld en de gelijkenis van God, die Geest is, geschapen. Deze mensen bevinden zich als geestelijke entiteiten in de ‘derde hemel’, binnen het Godsbewustzijn. Zij hadden op dat moment nog geen lichamen van vlees en bloed. Zodoende waren ze zichzelf nog niet als een unieke creatie (individu) bewust. Hiervoor zouden ze eerst uit (vrucht)water geboren moeten worden. De schepping van de fysieke mensheid wordt echter pas in Genesis 2 beschreven.
“Toen ik in het verborgene gemaakt werd, kunstig geweven in de schoot van de aarde (het fysieke lichaam), was mijn wezen (mijn geestelijke entiteit) voor u geen geheim.” (Psalmen 139:15)
De geestelijke entiteit van ieder mens bestond dus al voordat we in een fysiek lichaam geboren werden. We lezen hierover ook bij Jeremia.
“Eer Ik u vormde in de moederschoot, heb Ik u gekend, en eer gij voortkwaamt uit de baarmoeder, heb Ik u geheiligd.” (Jeremia 1:5)
Jakobus noemt God de Vader der lichten (Jakobus 1:17). We zouden al die geestelijke entiteiten als ‘lichten’ kunnen zien, waar God de Vader (de oorsprong) van is. Al deze geestelijke entiteiten vormen met elkaar het Licht der wereld. Al deze geestelijke mensen zijn voorbestemd om vanuit de ‘hemel’ (de onzichtbare wereld) af te dalen naar de ‘aarde’ (de zichtbare en tastbare wereld), hetgeen gebeurt door de zogenoemde ‘val in het bewustzijn’. Daarover straks meer.
“En God (Elohim) zegende de zevende dag en heiligde die, omdat Hij daarop gerust heeft van al het werk, dat God (Elohim) scheppende tot stand had gebracht.” (Genesis 2:3)
Elohim (God de Vader) is de Schepper van het Licht, Christus, en in Christus, in het Licht, zijn alle dingen geschapen.
“Door het woord des HEREN zijn de hemelen gemaakt, door de adem van zijn mond al hun heer.” (Psalmen 33:6)
“Vóór alle tijden hebt u de aarde gegrondvest, de hemel is het werk van uw handen.” (Psalmen 102:25)
Na de schepping van de geestelijke wereld, verschijnt het Licht, Christus, op het toneel. Het Licht uit Genesis 1:3 wordt Elohim Jahweh (God de Heer) genoemd, de ‘Ik Ben’ of de ‘Ik zal er bij zijn’. God de Vader (Elohim) is in Christus (Elohim Jahweh), het Licht der wereld, neergedaald. Het gaat hierbij om het Licht van Christus dat schijnt in de duisternis. We zouden ons God de Vader als de zon (het ontoegankelijke Licht) kunnen voorstellen en Christus als de zonnestralen die van de zon uitgaan. God heeft zijn macht overgedragen aan zijn eniggeboren Zoon, de Christus.
“De Vader heeft de Zoon lief en heeft Hem alle dingen in handen gegeven.” (Johannes 3:35)
God de Vader (Elohim), heeft in Christus (Elohim Jahweh), de enig-geborene van de Vader en de eerstgeborene van de ganse schepping, de gehele schepping geschapen. De hele zichtbare en tastbare schepping mogen we als een incarnatie van Christus, het Licht, zien. Christus is dan ook vanaf het begin van de schepping alles en in allen (Kolossenzen 3:11b, HSV).
“Christus, het Licht der wereld, is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene der ganse schepping, want in het Licht zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door het Licht en tot het Licht geschapen; en het Licht is voor alles en alle dingen hebben hun bestaan in het Licht.” (vrije vertaling van Kolossenzen 1:15-17)
We schreven zojuist dat de geestelijke entiteiten van de mens binnen het Godsbewustzijn (de ‘derde hemel’) – naar het evenbeeld en de gelijkenis van God – geschapen zijn. Om als geestelijke entiteit een fysiek lichaam van vlees en bloed aan te nemen moest er een ‘val in bewustzijn’ plaatsvinden. Deze val verloopt in twee fasen.
Bij iedere conceptie vindt er een nieuwe incarnatie van Christus plaats. Een samensmelting van een eicel, een zaadcel en het zaad van Christus (onze geestelijke entiteit), de ene nieuwe Mens.
Vanaf het moment van de conceptie is er sprake van een fysieke vrucht. De geestelijke entiteit van een mens heeft een fysieke gedaante aangenomen, waarmee het op de ‘aarde’ (de zichtbare en tastbare wereld) terecht is gekomen. Het is zichzelf echter nog niet bewust als een uniek individu. Er is op dat moment ook nog geen sprake van een verduisterd bewustzijn. Het is zich dan ook nog van geen kwaad bewust. Het bevindt zich in de ’tweede hemel’, de zogenoemde staat van het Christusbewustzijn. Dit is de eerste fase van de val in het bewustzijn, die dus aanvangt met de conceptie.
Hoe meer de vrucht in de moederschoot groeit, hoe meer het zich dingen vanuit de ‘buitenwereld’ bewust gaat worden. Op een gegeven moment wordt de baby uit het (vrucht)water geboren (de geboorte uit water). Daarmee breekt het moment aan dat de baby zichzelf als individu bewust gaat worden van zichzelf en de wereld waarin hij terecht is gekomen (de aarde). De focus komt de liggen op wat zichtbaar en tastbaar is, waardoor het geestelijke bewustzijn langzaam maar zeker verduisterd raakt. Het jonge kind komt uiteindelijk in de ‘eerste hemel’ terecht, de staat van het verduisterde bewustzijn. Vanaf dat moment is het zich haar geestelijke oorsprong niet meer bewust.
“Toen formeerde de HERE God (Elohim Jahweh) de mens van stof uit de aardbodem en blies de levensadem in zijn neus; alzo werd de mens tot een levend wezen.” (Genesis 2:7)
Na deze tweede fase van de val in het bewustzijn zijn we ons niet meer Christusbewust. Christus is daarmee tot een verborgen geheimenis (mysterie) voor ons geworden.
“Dit was het waarachtige Licht (Christus), komende in de wereld, dat ieder mens verlicht. Hij was in de wereld en de wereld is door Hem ontstaan en de wereld heeft Hem niet gekend.” (Johannes 1:9,10).
De mens van vlees en bloed wordt niet in zonde ontvangen en geboren, maar wordt zichzelf na de geboorte steeds meer bewust als uniek individu. Men gaat zich identificeren met het door het brein gecreëerde ego, door Paulus de oude mens (het vlees) genoemd. Hierdoor verliezen we het Christusbewustzijn. Als gevolg van het verduisterde bewustzijn vervalt de mens als vanzelf in dualistisch goed / kwaad-denken. We gaan God (die we buiten ons zelf plaatsen) als goed zien en onszelf als kwaad. Zodoende heeft het verduisterde bewustzijn van de mens geleid tot de vloek van zonde en dood, waaronder de hele schepping gebukt gaat. Dit maakt dat de hele schepping aan de vergankelijkheid onderworpen is geraakt (Romeinen 8:20-22).
In werkelijkheid is er geen sprake van dualiteit tussen het natuurlijke en het geestelijke. Het is dan uiteraard ook niet zo dat door de val in het bewustzijn Christus uit het leven van de mens verdwenen zou zijn of dat de goddelijke oorsprong ongedaan gemaakt zou zijn. In die zin is er geen sprake van een ‘zondeval’ en ook niet van ‘erfzonde’. De val in bewustzijn was noodzakelijk. Alleen langs deze weg kon de mens zichzelf als individu bewust worden. Daarom moest de mens eerst uit water geboren worden. Christus in ons, blijft echter de hoop op heerlijkheid.
“Het mysterie dat in alle eeuwen en voor alle generaties verborgen is geweest, maar nu aan zijn heiligen onthuld is. Aan hen heeft God bekend willen maken hoe glorierijk dit mysterie is voor alle volken: Christus in u, is de hoop op heerlijkheid.” (Kolossenzen 1:26,27)
Paulus benadrukt hier hoe glorierijk het mysterie ‘Christus in ons’ is voor alle volken! Dit mysterie geldt dan ook voor ieder mens van alle tijden. We zijn van nature godenzonen en godendochters. Dit ‘geboorterecht’ kan door niets en niemand worden uitgewist. We zijn en blijven als mensen gezalfden des Heren, Christussen. Werkelijk niets kan ons scheiden van de liefde van Christus.
Jezus die zichzelf als de Christus bewust was geworden, wordt ook wel de ‘zoon des mensen’ genoemd (Johannes 3:13; 6:62). Het Aramese begrip bar enasja (mensenzoon) kan ook vertaald worden met ‘mens als zodanig’ of ‘ieder mens’. Jezus van Nazareth leefde als de mens, zoals God ieder mens bedoeld heeft. Ieder mens is van nature een Christus-mens. Zolang ons bewustzijn echter verduisterd is, wordt dat alleen (nog) niet zichtbaar.
Met de schepping van de mensheid komt ook de drie-eenheid van God in beeld. God (Elohim) is de Vader. Christus (Elohim Jahweh), de ‘Enig-geborene van de Vader’, is de heilige Geest. En de mensheid, als mensen van vlees en bloed, vormt de zoon van God (Hosea 11:1). Het zijn de drie ‘maskers’ waardoor God zich laat kennen. Ongeacht in welke staat van bewustzijn we ons bevinden, zijn we als mensen een expressie van God. De gehele mensheid vormt met elkaar het lichaam van Christus.
Hieronder een schematische voorstelling van de drie bewustzijnslagen.
Om het vervolg goed te kunnen volgen is het handig om dit schema erbij te houden. Klik hier om het schema in een nieuw venster te openen. Je kunt het dan eventueel ook uitprinten.
Ons lichaam als een tempel van de heilige Geest
Ons fysieke lichaam wordt door Paulus een tempel van de Geest genoemd (1 Korintiërs 6:19). Het Griekse woord dat Paulus voor tempel gebruikt is ‘naos’. Het gaat hierbij alleen om het tempelgebouw zonder de voorhof. De tempel van ons lichaam wordt volgens Paulus blijkbaar gevormd door het heilige en het heilige der heiligen.
De voorhof is een beeld van het vlees, de buitenwereld zoals wij die in de staat van het verduisterde bewustzijn met onze lichamelijke zintuigen waarnemen. Zolang ons bewustzijn verduisterd is, bevinden we ons in de voorhof en wandelen we naar het vlees. In de voorhof werd er onderscheid gemaakt tussen de priesters en het ‘gewone’ volk. Maar ook tussen joden en heidenen en mannen en vrouwen. Een onderscheid dat volgens Paulus ‘in Christus’ wordt opgeheven (Galaten 3:28). Ook stonden in de voorhof het zondofferaltaar en de reinigingsvaten. De bedekking van de wet, die gericht is op onderscheid maken, vergeving, reiniging en heiliging van het vlees (de oude mens), ontneemt ons het zicht op ‘Christus in ons’. Het houdt ons gevangen in de voorhof.
Het heilige is een beeld van ‘Christus in ons’, het Christusbewustzijn, hetgeen zich – zolang we in de voorhof verblijven – in ons onderbewustzijn bevindt. Het verduisterde bewustzijn van de mens zal ‘gereinigd’ (verlicht) moeten worden om het verborgen mysterie van ‘Christus in ons’ te gaan ontdekken, om zich Christusbewust te worden, het Christusbewustzijn (het koninkrijk van het Licht) binnen te gaan.
“God is in Christus de wereld met zichzelf verzoenende (Grieks: katallasso).”
(2 Korintiërs 5:19)
De letterlijke betekenis van het Griekse ‘katallasso’ luidt zoiets als: afdalen om iets een andere vorm te geven of om iets om te ruilen.
God daalt via het Christusbewustzijn (het Licht) af in het verduisterde bewustzijn van de mens (de duisternis) om het als het ware om te ruilen.
“Wij allen nu, die met onbedekt gezicht (als de bedekking van het vlees is weggenomen) de heerlijkheid van de Heer (Christus in ons) als in een spiegel aanschouwen (in een spiegel zien we onszelf!), worden van gedaante (onze fysieke gedaante) veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Geest van de Heer (Christus) bewerkt wordt.”
(2 Korintiërs 3:18; HSV)
God (de Vader) is in Christus (de heilige Geest) de fysieke mensheid (de Zoon) met zichzelf in verbinding aan het brengen. Het verduisterde bewustzijn van de mens zal via het Christusbewustzijn vervangen gaan worden door het Godsbewustzijn, waarbij de mens als unieke schepping blijft bestaan, maar zich als God bewust zal zijn. God wil unieke mensen scheppen, die leven vanuit het Godsbewustzijn, waardoor de onderlinge Liefde gegarandeerd is. Een mensheid waarbinnen Gods onvoorwaardelijke Liefde op een volmaakte manier onderling zal stromen. Zie hier het Masterplan van God!
Vanuit het (lagere) verduisterde bewustzijn zijn we ons na de geboorte alleen de fysieke wereld bewust. Op basis hiervan vormen we ons een beeld van onszelf (het ego). Door het ‘kruisigen’ van het vlees en de oude mens voor ‘dood’ te houden, wordt de bedekking weggenomen. Het Licht van Christus kan nu vanuit het heilige ons verduisterde bewustzijn verlichten, waardoor we als het ware worden opgetild in het Christusbewustzijn. Hierdoor worden we ons het koninkrijk van het Licht bewust. We zijn ontwaakt, wedergeboren, Christus is in ons opgestaan! De eerste opstanding is een feit.
Om tot de tweede opstanding te komen zal ons lichaam van vlees en bloed een metamorfose moeten ondergaan. Met ons fysieke lichaam van vlees en bloed kunnen wij namelijk het koninkrijk van God (het heilige der heiligen) niet binnengaan.
“Maar dit zeg ik, broeders, dat vlees en bloed het Koninkrijk van God niet kunnen beërven.” (1 Korintiërs 15:50)
Het heilige der heiligen is de diepste laag in ons onderbewustzijn. Onze gedaante veranderd naar het beeld van de heerlijkheid van de Heer, van heerlijkheid tot heerlijkheid. Dit verheerlijkingsproces zal uitlopen op de volledige transformatie van ons fysieke lichaam van vlees en bloed in een verheerlijkt / hemels lichaam. Dit proces werkt de Geest (Christus in ons) van ‘bovenaf’ (zonder ons toedoen) in ons uit, zodra we in Christus zijn. De Geest is dan het onderpand van onze erfenis, de krans der verheerlijking. Zodra ons lichaam tot verheerlijking is gekomen, kunnen we ons heilige der heiligen, het Godsbewustzijn, het koninkrijk van God binnengaan. De tweede opstanding is daarmee een feit.
De definitieve voltooiing van het verheerlijkingsproces is het moment waarop de hele mensheid als collectief tot verheerlijking is gekomen. Dat is het moment waarop Christus (Elohim Jahweh; de enig-geborene van de Vader) de heerschappij zal overdragen aan de Vader (Elohim) en God alles en in allen zal zijn; iedereen is dan het Godsbewustzijn binnengegaan. Het hemelse Jeruzalem is dan een feit. Als laatste stap zal dan het hemelse Jeruzalem neerdalen op aarde. Onze verheerlijkte lichamen zullen zich in een zichtbaar en tastbaar lichaam kunnen manifesteren, zodat Gods volmaakte Liefde onderling kan gaan stromen. Gods Masterplan om zichzelf te vermenigvuldigen in mensenkinderen die zowel zichzelf als God bewust zijn geworden, is dan voltooid.
Samenvattend komen we dan tot de volgende schematische voorstelling.
Klik hier om deze afbeelding in een nieuw venster te openen en/of de afbeelding af te drukken.
Klik hier om naar deel 3 van deze serie te gaan.
Als je graag door wilt praten over deze studie, dan zijn er twee mogelijkheden.
1) Kom een keer langs op de koffie. Stuur een berichtje via de contactpagina om een afspraak te maken.
2) We kunnen ook online een gesprek voeren. Stuur me gerust een bericht via Messenger of maak een afspraak via de contactpagina voor een ontmoeting via Skype of Zoom.
Klik hier als je je wilt abonneren op onze Blog / Infomail.
Vond je dit artikel de moeite waard om te lezen, overweeg dan een kleine financiële bijdrage. Het rekeningnummer is NL94 ASNB 0932 1927 50 t.n.v. P. Overduin.