“Uit God, door God en tot God.” (Romeinen 11:36)
2.1 Inleiding
Als God de mens met een fysiek lichaam van vlees en bloed op aarde heeft geplaatst, met alle gevolgen van dien, dan zal er toch ook een weg moeten zijn, die ons van alle narigheid verlost? Die weg is Christus in ons, de hoop op heerlijkheid. We zullen de weg naar binnen (ons onderbewustzijn) moeten gaan, om onze buitenwereld te veranderen. Dat vraagt om bekering van onze focus op de buitenkant (de duisternis), naar een focus op onze binnenkant, Christus in ons (het Licht). Zolang we ons geloof laten bepalen door wat we in de buitenwereld waarnemen, zullen we worden bevestigd in datgene wat we waarnemen. Het is een vicieuze cirkel, waar we alleen door geloof uit kunnen komen. Geloven begint met voor waar en zeker houden wat we nog niet zien (Hebreeën 11:1). Alleen langs de weg van bekering en geloof zullen we tot wedergeboorte komen, waardoor we vanuit het rijk der duisternis overgaan in het koninkrijk van het Licht. Dit gebeurt door het Licht van Christus dat ons verduisterde bewustzijn verlicht als wij er bewust voor kiezen om de bedekking weg te nemen.
2.2 Wedergeboorte
Om het koninkrijk van God binnen te gaan, zullen we uit water én Geest geboren moeten worden, zei Jezus (Johannes 3:5). Bij de geboorte uit (vrucht)water gaat het om onze natuurlijke geboorte, waardoor we als mens van vlees en bloed ter wereld komen. We hebben in les 1 gezien dat dit noodzakelijk is om onszelf als een unieke creatie bewust te worden. Zodra dit het geval is, wordt het tijd voor de zogenoemde wedergeboorte. Hierbij gaat het om onze geestelijke geboorte, waarbij Gods Geest (Christus in ons) als het ware als vrucht ter wereld komt. Zodra we tot wedergeboorte zijn gekomen, wandelen we niet meer naar het vlees, maar in de Geest. We brengen dan geen werken van het vlees, maar vrucht van de Geest voort in ons leven (Galaten 5:16-22). Zolang we nog in de duisternis verblijven, staat de lamp van Christus nog onder de korenmaat. We verspreiden op dat moment geen Licht. Christus in ons is nog verborgen. Zodra door de wedergeboorte Christus in ons opstaat, komt de Lamp op de kandelaar te staan en zal het Licht van Christus onze buitenwereld gaan verlichten. We wandelen dan in het Licht. De vraag die we in het vervolg van deze les willen bespreken is hoe we tot die wedergeboorte kunnen komen.
“Bewerkt uw behoudenis met vreze en beven, want God is het, die om zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt.” (Filippenzen 2:12,13)
2.3 De gelijkenis van de zaaier (Matteüs 13:3-9; 18-23)
Het zaad in de gelijkenis van de zaaier is het Woord van God, het evangelie van het koninkrijk. Volledige bevrijding en herstel van alle gevolgen van de vloek van zonde en dood. Dat is de blijde boodschap die Jezus in woord en met daad verkondigde. Het begint dus allereerst met het horen van Gods roepstem, die ons uit de duisternis wegroept. God wil ons volledig herstel schenken van alle ellende en narigheid die we in het rijk der duisternis ondergaan. Denk hierbij aan ziekte, armoede, schuldgevoel, angst, depressie, maar ook aan een negatief zelfbeeld, nare karaktereigenschappen, werken van het vlees en uiteindelijk ook de fysieke dood. We zullen moeten begrijpen dat God werkelijk goed is en ons als een Vader wil zegenen met al het goede. Dat hij ons werkelijk vrij wil maken van de volledige vloek van zonde en dood. Dat is het zaad van de zaaier, de blijde boodschap. Zolang we deze boodschap niet begrijpen komt het zaad langs de weg, waar de vogels het direct wegpikken. De vogels zijn een beeld van onze identificatie met het vlees, de oude mens. Zolang we daar aan vast houden, zal het zaad geen vrucht dragen. In het vervolg van de gelijkenis wordt gesproken over drie soorten grond, waarin het zaad van het koninkrijk kan vallen. 1. Grond met stenen; 2. Grond met doornen en distels en 3. Goede grond. Het gaat hierbij om mensen die de boodschap van het koninkrijk in elk geval begrijpen en er ‘werk’ van willen maken om vrucht te dragen in het koninkrijk van God.
De eerste grond die genoemd wordt is de grond met stenen. Zodra het zaad daarin komt, komt het even op, maar het kan vanwege de stenen geen wortel schieten, waardoor het al snel weer verdord. De stenen zijn een beeld van de wet en van veroordeling. Zolang wij onszelf zien als een zondaar die door de wet veroordeeld dient te worden, kunnen we maar moeilijk geloven dat we werkelijk een gezalfde des Heren zijn, die in Gods zegeningen mag wandelen. Het zaad van het koninkrijk zal dan geen vrucht dragen in ons leven. We zullen ons hiervan moeten bekeren. We zullen het vlees moeten kruisigen, de oude mens voor dood moeten houden en onszelf gaan zien, zoals God ons ziet. God rekent niet met het vlees en niet met goed en kwaad. God ziet ons als Christus. Wij zijn een volmaakte incarnatie vanuit de Geest van God. Het gaat bij bekering (metanoia) dus niet om de bekering van onze levensstijl, onze buitenkant, onze zondige daden. Nee, het gaat bij bekering om onze binnenkant! Hoe zie ik mijzelf? Wie ben ik? Het veranderen van de buitenkant is een vrucht van de Geest, die vanzelf gaat groeien zodra het zaad van het koninkrijk in goede aarde terechtkomt. Daarvoor zullen de stenen dus uit de grond gehaald moeten worden. De wet, die het vlees veroordeeld (het zuurdesem), zal uit ons denken moeten worden verwijderd. Mensen die zichzelf veroordelen of laten veroordelen hebben gezond onderwijs van een leraar nodig, die de stenen uit hun hart verwijderd. Onderwijs waarin de radicale bediening der verzoening wordt toegediend; de verzoening die vanaf ons prilste bestaan door ‘Christus in ons’ al een voldongen feit is. Denk nog even terug aan les 1.
De tweede grond die genoemd wordt is de grond waarin doornen en distels staan. Zodra het zaad in deze grond komt, komt het ook even op, maar het wordt verdrukt door zorgen en angst. De doornen en distels staan voor pijn, verdriet en teleurstelling in ons leven, waar we ons hart (de grond) mee vullen. Door allerlei negatieve ervaringen die we in het leven kunnen opdoen, kan het vertrouwen in God, die ons al het goede wil geven, een behoorlijke deuk oplopen. Zodra dat basisvertrouwen/-geloof er niet meer is, gaan we ons zorgen maken over ons eten, onze kleding, een dak boven ons hoofd, onze financiën, onze gezondheid, enzovoort. De doornen en distels zorgen ervoor dat ons geloof door de druk van het zorgen maken verdwijnt. Ook dan zal het zaad van het koninkrijk geen vrucht dragen in ons leven. Mensen die dit herkennen in hun leven, hebben de zorg van een herder nodig, die hen verzorgd, zodat de doornen en distels uit hun hart verwijderd kunnen worden.
De laatste grond die genoemd wordt is de goede grond. Zodra de toehoorders de boodschap van het koninkrijk horen en begrijpen en hun hart vrij is van stenen (door bekering) en van doornen en distels (door geloof) zal het gezaaide zaad vrucht gaan dragen. De goede grond is het hart van degenen die zichzelf niet meer veroordelen en zich ook niet door anderen laten veroordelen. Zij zijn zich bewust van het feit ze een gezalfde des Heren (Christus) zijn, vol vertrouwen wat betreft Gods goedheid en voorzienigheid. Zodra het zaad van het koninkrijk in goede grond valt, zal het tot wedergeboorte leiden in ons leven; het moment dat we uit de Geest geboren worden. Dan wandelen we niet meer naar het vlees, maar in de Geest.
2.4 De bedekking
Paulus schrijft in 2 Korintiërs 3 over de bedekking. Deze bedekking wordt gevormd door het vlees, de oude mens. De oude mens (het ego) is een op gedachten gebaseerde entiteit, waar wij ons mee identificeren. Dat komt doordat ons ware Zelf, Christus in ons, verborgen is geraakt. Het vlees laat zich veroordelen, omdat het werken van het vlees voortbrengt en zich daardoor schuldig voelt. De oude mens is datgene wat de pijn en verdriet die we in ons leven hebben doorgemaakt, vasthoudt. Zolang we ons identificeren met het vlees, de oude mens, zal er sprake zijn van een bedekking in ons leven, waardoor ons bewustzijn verduisterd blijft en het Licht van Christus in ons leven niet kan schijnen. Het is dus van groot belang om deze bedekking te herkennen en er bewust afstand van te doen in je leven. Dat is de boodschap van het kruis. Dagelijks ons kruis op ons nemen om daar het vlees aan te kruisigen en de oude mens voor dood te houden. Wil jij in het Licht gaan wandelen (tot wedergeboorte komen), maar merk je dat er ‘stenen’ en/of ‘doornen en distels’ een rol spelen in je leven? Zorg dan dat deze verwijderd worden. Zoek desnoods hulp bij een leraar of een herder.
2.5 Bewustwording
Het begint allemaal met het bewust worden van het feit dat je in de duisternis wandelt. Het gaat hierbij niet alleen om de verkeerde daden die je doet, maar ook om ziekte, armoede, angst en alle narigheid die je je maar kunt bedenken. Mensen zonder schuldgevoel kunnen ook diep in de ellende zitten en op die manier zich de duisternis bewust worden. Zodra je je de duisternis in je leven bewust bent, komt het moment dat je je hart zal openen voor de roeping van God, die ons vanuit de duisternis in het Licht wil brengen. Bij bekering en geloof gaat het ook om bewustwording. Door bekering wordt je je steeds meer bewust van je rechtvaardigheid. Jij bent niet het vlees dat zondigt en zich schuldig voelt. Jij bent van nature altijd al rechtvaardig geweest. Christus in jou, je ware Zelf, is de gerechtigheid van God. Daarom ben je niet afhankelijk van je ‘eigen’ gerechtigheid, die het vlees probeert te bewerken. Door geloof wordt je je steeds meer bewust van je heiligheid. Bij heiligheid gaat het om apart gezet zijn. Je wordt apart gezet van de duisternis. Geloven in wie je van nature bent, een geliefde zoon of dochter van de Vader, die zijn kinderen in alles wil zegenen. Dat geloof zorgt ervoor dat je je steeds meer bewust wordt van het feit dat je apart bent gezet.
2.6 Samenvattend
Bij de wedergeboorte gaat het om een bewustwordingsproces. Je bewust worden van iets wat je al lang was en wat je al lang had. Je hebt het allemaal al, alleen de identificatie met het vlees zorgt voor een bedekking, waardoor er sprake is van een verduisterd bewustzijn. We kunnen door bekering en geloof ons richting het Licht begeven. En dit alles is mogelijk door God, die het woord der verzoening (Christus) in ons heeft gelegd.
“Doet dit alles zonder morren of bedenkingen, opdat gij onberispelijk en onbesmet moogt zijn, onbesproken kinderen Gods te midden van een ontaard en verkeerd geslacht, waaronder gij schijnt als lichtende sterren in de wereld.” (Filippenzen 2:13)
God is het die het willen en werken in ons uitwerkt. Alles is uit God en ook door God. Mensen met een reformatorische achtergrond zullen ongetwijfeld de zogenoemde orde des heils voorbij hebben zien komen. Eén van de zeven punten uit deze orde des heils, het laatste punt, is de verheerlijking. Daarover gaat de derde les, tot God.
Vragen ter overdenking van deze les
1. Op welke manier en wanneer veroordeel jij jezelf of laat je je door anderen veroordelen? Ben je je ervan bewust dat veroordeling alleen een rol in je leven kan spelen, zolang jij je identificeert met het vlees?
2. Waarover ervaar jij nog pijn en verdriet in je leven? In hoeverre vormt dit een belemmering om er volledig op te vertrouwen dat God ons hier en nu wil bevrijden uit de duisternis?
3. Wat doet het met je als je hoort dat je altijd al rechtvaardig en heilig voor God bent geweest? Kan/durf je het te geloven?
4. Waar speelt de bedekking van het vlees/de oude mens een rol in jouw leven?
5. Op welke manier heeft deze les je kijk op de wedergeboorte veranderd?
Opdracht om deze les in praktijk te brengen
Blijf de opdracht uit les 1 in praktijk brengen. Voeg daar vanaf vandaag het voornemen aan toe om je geen zorgen meer te maken. Om niets niet. God zorgt voor ons. Hij is de beste Vader/Moeder die we ons kunnen bedenken. Don’t worry about a thing, cause every little thing gonna be all right.
Het kan handig zijn om voor jezelf een dagboek bij te houden, waarin je per dag opschrijft hoe deze opdracht je is vergaan en wat het voor uitwerking heeft.
Meer lezen?
Jij bent de Bron van levend Water
Jij bent het Licht der wereld
Contact opnemen
Mocht je naar aanleiding van deze les vragen en/of opmerkingen hebben dan kun je deze via onze contactpagina aan ons kenbaar maken.
Indien gewenst kun je de antwoorden op de vragen aan het eind van de les aan ons voorleggen, zodat wij er feedback op kunnen geven. Dit kan per e-mail naar peter@famoverduin.nl.
Mocht je persoonlijk willen doorpraten over de inhoud van de les, dan ben je van harte welkom. Een videocall behoort ook tot de mogelijkheden. Een afspraak hiervoor maken kan via de contactpagina van onze coachingspraktijk.
Klik hier om naar les 3 te gaan.
Klik hier als je je wilt abonneren op onze Blog / Infomail.